Unieke aanwinst Universiteitsbibliotheek Utrecht

fuga-vestdijk-c

De Universiteitsbibliotheek Utrecht heeft van de erven van schrijver Simon Vestdijk (1898-1971) een collectie muziekstukken ten geschenke gekregen. Het gaat om vijf door Vestdijk gecomponeerde fuga’s, en drie teksten die door de schrijver op muziek zijn gezet.  De fuga’s zijn in 1921 in Harlingen en Amsterdam op schrift gesteld. De drie teksten, waaronder ‘Na zonsondergang aan zee’ van Frederik van Eeden, bevatten geen datum, maar komen waarschijnlijk uit dezelfde periode.

VESTDIJKS BIBLIOTHEEK

De bibliotheek van Vestdijk was in 1989 al door de erven Vestdijk aan de Universiteitsbibliotheek Utrecht in bruikleen gegeven. Deze bruikleen is omgezet in een schenking. De collectie bestaat uit ca. 2000 boeken.

Zowel Vestdijks muziekhandschriften als boeken uit zijn bibliotheek zijn te raadplegen bij de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Utrecht.

(bron: Universiteitsbibliotheek Utrecht )

WvW, 15 september 2015

 

Terug omhoog

Nieuw verschenen

rudi-vd-paardt

Bij uitgeverij Gooibergpers Bussum is een nieuwe essaybundel van Rudi van der Paardt verschenen, getiteld: Over de veelzijdigheid van L.Th.Lehmann en andere Nederlandse auteurs. Behalve uiteraard Lehmann komen Buddingh, Vestdijk, Alberts, Ida Gerhardt, Doeschka Meijsing. Hotz, Nooteboom en Couperus aan bod. Het boekje, dat 120 pp. telt, is te verkrijgen bij de uitgever of bij de auteur: J. van Ruysdaellaan 3, 2343 EN, Oegstgeest. E-mail: r.vdpaardt@planet.nl
De prijs is 19.50 euro, excl. porto.

WvW, 31 augustus 2015

 

Terug omhoog

Dichtung und Wahrheit

de-halfbroer-mizee

In de jongste roman van Nicolien Mizee, De halfbroer, 2015, worstelt de hoofdpersoon, Mandy Sanders, met het feit dat ze heeft toegezegd de auteur van de nieuwe biografie over Tolbert te interviewen. “Ik had geaarzeld toen Koos van de Kennemer Boekhandel me vroeg voor het interview, omdat ik, zoals ik Koos uitlegde, geen verstand heb van literatuur.”

Bovendien, in haar eigen boeken verzint Mandy altijd alles, maar de biograaf van Tolbert, Waldemar Prins, schrijft alleen op wat echt gebeurd is. “Eerst vertelt hij wat opa deed voor de kost, en daarna waar opa woonde. Dat huis bestaat niet meer, of de straatnummering is veranderd en nummer 17 is nu nummer 19 geworden.”

In de volgende en nog enkele passages wordt duidelijk dat Simon Vestdijk model heeft gestaan voor de schrijver Tolbert:  “De volgende dagen verdiepte ik me in het werk van Tolbert. Die man heeft wel zestig boeken geschreven. Zijn kennis is ontzagwekkend: in het ene boek bevinden we ons in Athene, in het volgende in Doorn, en daarbij springt hij als een dolfijn door de eeuwen: dan zitten we in het Byzantijnse Rijk en een boek later even zo makkelijk in het Aardappeloproer. Hij schrijft ook nog óver literatuur, en zegt dan dingen als: ‘De geest van de gestorven Sint Sebastiaan die de zielsverhuizing in een pasgeboren kind verkiest boven de verheffing tot Gods rechterhand, waartoe zijn wonden (die hij zorgvuldig afwast: sprekend detail), hem wel het recht gaven, wandelt als de kantoorbediende Awater langs ’s heren wegen, veel wensen en complexen van de schrijver in zich personifiërend, maar het duidelijkst toch wel die van een “gewoon” mens te zijn.’ Zoiets vind ik geweldig knap maar ook grote flauwekul.”

En biograaf Waldemar Prins? In de boekhandel, de avond van het interview: “Een man schreed binnen met een hoed op het hoofd waarvan ik direct zeker wist dat het een flambard was, hoewel ik nog nooit een flambard gezien had. Dit was ongetwijfeld Waldemar Prins. Toen ik hem de hand schudde zei hij korzelig: ‘Ik wil geen pauze. Ik moet de trein van half elf hebben, want morgen moet ik voor een radio-optreden naar Brussel. Ik wil beginnen met een geluidsopname waarop Tolbert een van zijn gedichten voorleest. Dan is Tolbert erbij, vanavond, naar mijn gevoel. Dat wil ik er beslist in. En dan zullen we het zeker hebben over Vught, want de oorlog is natuurlijk mijn fascinatie.’ Tijdens deze monoloog keek hij me geen enkele maal aan, maar graaide in zijn tas, die hij, druipend en wel, op de uitgestalde boeken gezet had.”

De Kennemer Boekhandel, Kleverparkweg, Haarlem, kondigt najaar 2005 een literaire avond aan op 24 november, 20.00 uur: ‘Wim Hazeu over Simon Vestdijk. Lezing door Wim Hazeu over zijn nieuwe biografie van Simon Vestdijk. Bovendien wordt Wim Hazeu geïnterviewd door de Haarlemse schrijfster Nicolien Mizee.’

RJ, 28 augustus 2015

Terug omhoog

O muze!

Vleeshal_(Haarlem)

In Haarlem is tot eind augustus de tentoonstelling O Muze! Inspirerende personen in de Nederlandse kunst sinds 1850 te zien. Fraai! In de catalogus is een essay opgenomen van Lex ter Braak waarin hij de vraag opwerpt: als de muze niet is afgebeeld, wie of wat is zij dan nog? Ter Braak neemt zijn toevlucht tot Vestdijk die de muze als ‘’t binnenste lied van uzelf’ ziet. Volgens Lex ter Braak ‘een aantrekkelijk alternatief voor de moderne, sceptische mens die zijn geloof in feeërieke wezens heeft opgezegd.

WvW, 15 augustus 2015

Terug omhoog

Vestdijk, Frieda en het meisje Filarski

frieda-belifante

Onlangs verscheen de biografie van Toni Boumans over Frieda Belinfante (1904-1995). Zij was een van de eerste vrouwelijke dirigenten van Nederland. Ze trad met haar eigen kamerorkest op in  het Concertgebouw Amsterdam, maar de oorlog maakte daaraan een einde. Ze werd, als joodse, actief in het verzet. Na de oorlog vertrok ze naar Amerika. Ze is nooit meer terug geweest in Nederland. In dit onstuimige leven komt Vestdijk even voor.
In 1984 richtte Hans Visser zich in een brief tot Frieda, wier naam hij was tegengekomen in aantekencahiers van Vestdijk. Daaruit zou blijken dat Frieda hem had afgeraden in de muziek te gaan. “Het gevolg is dat u als ‘het meisje Filarski’ in de roman De laatste kans figureert en daar tegen Anton Wachter opmerkt: ‘Zeker wel aanleg, maar de meest dilettantische fouten en een idioot harde aanslag!’, daarmee al zijn illusies over zijn pianospel ontnemend. “(p.340)
Frieda reageerde in een brief: “Ik herinner me de ontmoetingen met Vestdijk vaag, en wat de indruk die hij als persoon op mij maakte betreft, ook zeer weinig.”
Frieda’s mening is tegengesteld aan die van zijn neef Herman Mulder: “Vestdijk was een betrekkelijk goed pianist, had een goede techniek, maar weinig legato, waardoor zijn spel iets droogs had. Ook had hij een harde aanslag, ‘klotste’ d.w.z. sloeg met de linkerhand voor de rechter.” (Hans Visser, Simon Vestdijk, een schrijversleven, Utrecht 1987, p.121)
Frieda verontschuldigde zich voor de vage herinnering. Er lag dan ook zestig jaar tussen de lessen en de brief en toen ze die schreef was ze tachtig jaar.

(Toni Boumans, Een schitterend vergeten leven. De eeuw van Frieda Belinfante, Amsterdam 2015)

FH, 30 juli 2015

Terug omhoog

Kalender: Actueel

april 2024
M D W D V Z Z
« mrt    
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Categorieën