De God van Nederland en Vestdijk

degodvannederland-12
Nummer 12 (januari-juni 2015) van het spraakmakende tijdschrift De God van Nederland is voor het grootste deel gewijd aan het thema van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland. In hoeverre was dat verzet effectief; hadden liquidaties zin gelet op represaillemaatregelen van de bezetters; was er sprake van heldendom of van domheid? Toen ik aan het lezen van het tijdschrift begon dacht ik: de redactie kan niet om  Pastorale 1943 van Vestdijk heen, het boek dat toch beschouwd kan worden als dé roman over Nederland in bezettingstijd. Ik kwam niet bedrogen uit. Pastorale 1943 is zelfs de leiddraad van het themanummer geworden. Voorafgaand aan elk hoofdstuk wordt er uit Vestdijks boek geciteerd. met name de passages over de mogelijke liquidatie van de NSB’er Poerstamper, ‘die je uit naam van het Nederlandse volk gerust kan doodschieten’.
WH, 9 mei 2015
Terug omhoog

Vestdijk als pianist en componist

Vestdijk PB-3-9a

Vorig jaar eerde de Vestdijkkring Emanuel Overbeeke met de Ina Dammanprijs; voor de redactie van Pianobulletin aanleiding hem uit te nodigen een artikel te schrijven over ‘Vestdijk en de piano’  (jrg.33, 2015/1) Overbeeke geeft in zijn artikel een uitvoerig overzicht ter onderbouwing van de stelling dat Vestdijk ‘van alle Nederlandse schrijvers zich het meest heeft uitgelaten over muziek.’  Voor kenners van de Vestdijkliteratuur genoegzaam bekend. Bijzonder in het artikel is dat Overbeeke in gaat op Vestdijk als pianist. Hiervan zijn enkele getuigenverklaringen, onder meer van de bekende muziekcriticus Wouter Paap. In 1964 speelde Vestdijk voor de AVRO-radio het menuet uit Haydns symfonie 104, bekend uit Terug tot Ina Damman omdat het het symbool was voor de liefde die Anton voelde voor Ina. Vestdijk speelde het stuk ’langzaam, overvoorzichtig  en onmiskenbaar ernstig.’

Heel bijzonder is dat Overbeeke in Pianobulletin het originele manuscript van de partituur opneemt van de door Simon Vestdijk voor zijn vader gecomponeerde ‘Fuga a 4 voci in C’.  Zoals bekend heeft Vestdijk in 1921 onder de hoede van zijn neef en componist Herman Mulder enkele composities voor piano gemaakt.

WvW, 7 mei 2015

Terug omhoog

Drie tegen dertig

Henriette v. Eyk

Sylvia Witteman schrijft in haar column (Sir Edmund/2mei) over Henriëtte van Eyk als een dame van stand, want zij is ‘geboren in een sjiek Amsterdams gezin.’ Aan de welvaart in dat gezin kwam echter een einde en Van Eyk ging toen schrijven over ‘de bespottelijkheid van standsverschillen’ in haar De kleine parade. Dat boek werd een groot succes en Witteman vindt het ‘nog steeds geweldig om te lezen’. Jammer dat we geen standsverschil meer hebben.

Later kreeg Henriëtte nog een verhouding met Vestdijk, ‘wat voor hem leuker geweest moet zijn dan voor haar’, veronderstelt Witteman. ‘Ik bedoel, van Vestdijk heb ik zeker dertig boeken gelezen en van Van Eyk maar een stuk of drie: toch houd ik véél meer van haar dan van hem.’ Dat hun relatie doodbloedde verbaast Witteman dan ook niet. ‘Vestdijk was vast helemaal geen leuke man.’

Maar over hem zal zij een ander keer schrijven. Hopelijk kijkt Witteman dan nog even goed na hoe Henriëtte van Eyk zelf op de liaison met Vestdijk terugkeek: schuld, humor en mildheid overheersen daarin.

WvW, 2 mei 2015

Terug omhoog

Waarom werd Vestdijk gegijzeld?

1935-else-bohler

Simon Vestdijk is een van de 459 prominente Nederlanders die op 2 mei 1942 in Beekvliet, Sint Michielsgestel preventief gegijzeld werden. Hij en Van Duinkerken waren de enige schrijvers. Waarom werd juist Vestdijk gegijzeld? Vermoedelijk heeft het te maken met de vooral in NSB-kring levende bezwaren tegen hem. Zo kreeg Else Böhler, Duits dienstmeisje (1935) veel kritiek door de openlijke afkeer tegen de rassenleer en Duitse nazileiders. Tijdens een verhoor wordt Vestdijk gevraagd: ‘Warum haben Sie Else Böhler geschrieben?’ Vestdijk had een voorgevoel: hij had thuis exemplaren van de roman in de tuin begraven.

Aanstoot gaf ook het venijnig gedicht ‘Grafschrift’ dat hij in 1934 in Forum publiceerde. Hierin neemt Vestdijk het op voor de zwakbegaafde en ter dood veroordeelde Marinus van der Lubbe. Hij werd aangewezen als de aanstichter van de brand in de Duitse Rijksdag. Vestdijk dichtte:

‘ Dan was er nog een graaf, die riep :’Je kop op schoft!

Hij deed het, – maar hij zweeg van Duitse binnenbranden.

Vestdijk verwijt de Duitsers misbruik:

De schizofrenen en de simpelen van geest-

(…)

Zijn voor het ideaal altijd de beste mest geweest.

vanderlubbe

WvW, 21 april 2015

Terug omhoog

‘Zeer geachte heer Daniskas…’

Merlijn (1957)

In de Hooglandse Kerk te Leiden was het weer goed toeven tijdens de jaarlijkse boekenmarkt voor de rechtgeaarde bibliofiel. Bij de stand van antiquariaat Fokas Holthuis (Den Haag) vond ik een briefkaart van Vestdijk aan de directeur van het Rotterdamse Conservatorium John Daniskas. Datering: 18-10-51. Deze had zich kennelijk tot de librettist van de opera Merlijn gewend, want Vestdijk waarschuwt hem ‘in bijzonder hinderlijke tijdnood’ te zijn. Als de ‘vervelende drukte’ voorbij is, wil hij wel ‘een kort exposé’ over de opera schrijven. Niettemin is Vestdijk bereid Daniskas later te ontvangen, want op de achterzijde van de briefkaart staat een routebeschrijving naar Torenlaan 4 in Doorn., ‘waar ik het enige huis bewoon, de hoekhuizen niet meegerekend’. Vraagprijs: € 120.

WvW, 19 april 2015

Terug omhoog

Kalender: Actueel

maart 2024
M D W D V Z Z
« feb    
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

Categorieën