Alle mensen die ik zou willen ontmoeten zitten in die 52 romans

harm-de-jonge

In het fraaie interview met Harm de Jonge (Trouw 4-10-’14) geeft de kinderboekenschrijver vijf levenslessen. Een ervan is ‘vergroot je wereld door te lezen’. Dat heeft de Jonge (1939), de in Groningen geboren zoon van een binnenschipper, zelf ook gedaan. ‘Op de middelbare school raakte ik in de ban van Vestdijk. Alle mensen die ik in mijn leven zou willen ontmoeten, zitten in de 52 romans die hij heeft geschreven.. Anton Wachter was mijn held. Ik herkende mezelf in hem.’ Toch luidt een andere levensles van hem dat jeugdherinneringen niet allesbepalend zijn. Zeker als schrijver niet want ‘ik maak werelden die er niet zijn, schep mensen die God vergat te maken’. Als schrijver is hij aangewezen op de ‘kracht van de fantasie’. Hij kan niet zonder dat.

WvW, 6 oktober 2014

Terug omhoog

Lof voor Vestdijks ‘Vuuraanbidders’ van schrijver Storms

15-de-vuuraanbidders-2

OVT van de VPRO-radio op zondag 5-10-2014 besteedde aandacht aan de beste boeken over de Tachtigjarige Oorlog, of De Opstand, zoals het nu correcter heet. Hierin nam met vijf sterren schrijver Arie Storms De vuuraanbidders van Vestdijk op. Het is een meesterwerk. Volgens Storm kun je ‘voor de meest uiteenlopende onderwerpen altijd wel terecht bij Vestdijk. Het schokkende van de roman vindt hij de overgang van de hoofdpersoon Gerard Criellaert van calvinist naar atheïst. Storms: ‘Weet je wat het leuke van Vestdijk is? Vestdijk durft zo veel in zijn romans. Er zitten altijd meerdere verhalen in zijn boeken.’

WvW, 6 oktober 2014

Terug omhoog

Hoe lichtvoetig kan literatuur zijn

9783710316913_Cover.indd
Piet Kralt beziet literatuur vooral als een ‘lichtvoetig spel’, naast allerlei zwaarwichtigheden die er ook zijn. Lichtvoetigheid drukt zich op velerlei wijzen uit. In het onberekenbare, het onvoorspelbare; in het spel van de auteur met zijn eigen leven, met zijn verhalen die hij gelezen of gehoord heeft. Ook speelt de auteur met de lezer door hem te laten raden of op het verkeerde been te zetten. Ook de lezer speelt met allerlei interpretaties. In vijftien korte opstellen bespreekt Kralt dit spel en de grenzen van het spel in de literatuur. In De lichtvoetigheid van literatuur (United p.c. Uitgeverij, 2014) komt Vestdijk drie keer voor: een opstel over hem en Thomas Mann (een ingekorte versie van een artikel uit de Vestdijkkroniek), een stuk over De vuuraanbidders en een passage over Rumeiland in een stuk over zeerovers. Maar ook anderen, zoals Herman Gorter, Arthur van Schendel en Tommy Wieringa komen aan bod. De sleutelstad Leiden sluit het spel in een apart hoofdstuk af.

WvW, 19 september 2014

Terug omhoog

Misschien mag ik u nog eens lastig vallen

Gerrit_Kouwenaar

Naar aanleiding van zijn overlijden op 4 september 2014 is in het Letterkundig Museum een kleine expo te zien over Gerrit Kouwenaar (1923-2014). In het eerbetoon dat het museum aan de schrijver wijdt, is onder meer een brief van Kouwenaar aan S. Vestdijk te zien vanuit zijn woonplaats Baarn, gedateerd 15 juni 1944. Kennelijk heeft Vestdijk twee novellen besproken van Kouwenaar. Hij dankt Vestdijk voor de ‘bemoedigende en kritische woorden’ over twee novellen. Kouwenaar schrijft: ‘Ik kan niet anders zeggen, dan dat u de spijker op de kop heeft geslagen’. Uit de brief blijkt niet over welke novellen Vestdijk had geschreven. Wel is bekend dat Kouwenaar in de Tweede Wereldoorlog clandestien heeft gepubliceerd. Ook preciseert hij in zijn brief dat beide novellen het ‘complex der dubbele persoonlijkheid’ als uitgangspunt hebben, dat hij zowel adoreert als bevecht. Hij meldt voorts dat hij met nieuw prozawerk bezig is, waarin hij hoopt ‘weer een stap nader te komen tot “verklaring”‘ van het complex dat hem zo bezighoudt. Hij vraagt Vestdijk: ‘Misschien mag ik U over een jaartje nog eens lastigvallen?’ Of dat ook gebeurd is, dat mag de biograaf van Gerrit Kouwenaar uitzoeken.

WvW, 10 september 2014

Een foto gemaakt van de brief is geplaatst op de beeldbank

Terug omhoog

Liever geen compositietekeningen!

img778

Christiaan Weijts bespreekt in De Groene Amsterdammer (28/8/14) de Amerikaanse boekomslagontwerper Peter Mendelsund, die aan zijn boek werkt What we see when we read. Hij heeft op basis van alle uiterlijke beschrijvingen van Anna Karenina in de roman van Tolstoj een compositietekening laten maken door een erkend softwareprogramma. Wat blijkt? Het portret lijkt niet op het beeld dat tijdens het lezen ontstaat. Zijn conclusie: literaire personages zijn fysiek vaag; de geringe fysieke kenmerken die ze hebben doen er weinig toe. Weijts kan zich vinden in die conclusie aan de hand van Vestdijks beschrijving van Ina Damman: ‘Onbestemd keken licht blauwe ogen voor zich uit; het donkere haar boven de matte gezichtskleur gaf een aardige tegenstelling; men kon zien dat haar bewegingen sierlijk moesten zijn.’ Weijts vindt sierlijkheid het meest beeldbepalend, maar ongeschikt voor een compositie, want ‘literatuur richt zich op het gebied voorbij het uiterlijk.’ Personages zijn geestelijke portretten. Dat geldt te meer voor personages via wie je het verhaal leest. Anton Wachter dus: ’Hoe ziet Anton Wachter eruit? Dat doet er nauwelijks toe, want je zit in zijn hoofd als in je eigen hoofd.’  Met zijn titel ‘Wanted: lage jukbeenderen’ zette Weijts zijn lezers op het verkeerde been.

WvW, 1 september 2014

Terug omhoog

Kalender: Actueel

maart 2024
M D W D V Z Z
« feb    
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

Categorieën