Alternatief boekenweekgeschenk

Gisteren op de eerste dag van de verlate Boekenweek ’21 heb ik een prachtig boekje bemachtigd in de in Leiden bekende ‘Boekenzolder’. Ik kende het niet, maar Letter in kleur bevat schilderijen en tekeningen van Willem Brakman, schrijver van een imposant aantal romans. Als auteur geniet hij meer bekendheid dan als schilder, hoewel hij dat al was toen hij in 1961 begon te schrijven. Zijn oeuvre werd in 1981 bekroond met de P.C. Hooftprijs.

Het aardige is nu dat het boekje een synthese is van de schrijver-schilder. In zijn voorwoord gaat Brakman in op de tegenstelling tussen woord en beeld.  Brakman die als schrijver sterk beïnvloed is door Vestdijk zegt hierover het volgende: ‘Het beeld is eigenzinnig, koppig, tegenstribbelend, wat te merken is aan een gedicht dat bijvoorbeeld over een schilderij gaat zoals de cyclus De schuttersmaaltijd van Vestdijk. Zolang de dichter spreekt verandert het beeld, bevestigt het uitspraken, ordent zich opnieuw, laat nieuwe betekenissen toe, etc. Zwijgt echter de dichter, dan treedt het werk terug en herneemt het de oude stand.’

Het boekje bevat een afdeling met tekeningen waarin Brakman bij elk van zijn boeken een tekening maakte die de essentie van het verhaal weergaf. Bekend is dat bij Brakman vrijwel elk verhaal zijn oorsprong vond in een beeld waarvan hij uitging bij het schrijven van dat ene verhaal. In dit boekje krijgen lezers die beelden te zien. De toelichting is steeds van Brakman zelf. Ik kies hieruit de tekening met toelichting bij de roman Een winterreis. Ook dit is vestdijkiaans in beeld en toelichting: Brakman was een groot bewonderaar van Terug tot Ina Damman.

Willem Brakman, Letter in kleur; schilderijen en tekeningen, 2001, 79 pagina’s De Prom, Baarn

WvW, 30 mei 2021


Simon Vestdijk, de grote nummer 4?

De Bedachtzamen schrijven op hun non-profit blog over kunst, tijd, film en literatuur. Deze week beschrijft Thomas Klijn hoe hij in de eerste week van de meivakantie min of meer toevallig in Doorn belandt, waar je ook in corona-tijden glimpen kunt opvangen van de twee bekendste Doornse inwoners van de 20e eeuw: keizer Wilhelm II en Simon Vestdijk. Thomas concentreert zich op Vestdijk.
Bij een gratis kringloop stuitte hij onlangs op Pastorale 1943 en besloot dat maar eens te gaan lezen. “Ik werd er direct door gegrepen en mijn snelheid van lezen hield welhaast gelijke tred met het moordende schrijftempo waar Vestdijk om bekend stond. Pastorale 1943 gaf me een interessant inkijkje in de dagelijkse spanningen van de oorlog, met name over de steeds terugkerende inschattingen over aan welke kant iemand staat. En ook werd er korte metten gemaakt met de illusie van heldhaftigheid. Vestdijks vaardige dialogen zorgen er verder voor dat je deze vrij omvangrijke roman moeilijk los kunt laten.”
Ook de enige andere roman die Thomas Klijn ooit las, De kellner en de levenden, liet hem, al weer zo’n 15 jaar geleden, niet los.
Deze twee positieve ervaringen met Vestdijk riepen bij hem de vraag op waarom tijdens zijn schooltijd altijd werd gerept over de ‘grote drie’ (Mulisch, Reve en Hermans) en het rond Vestdijk nogal stil was.

Maar gelukkig is er in het jaar van zijn 50ste sterfdag extra aandacht voor de ‘kluizenaar uit Doorn’, zo constateert hij. Zie de website van de Vestdijkkring. En er verscheen De toetssteen, een briefwisseling tussen bewonderaars Kees ’t Hart en Maarten ’t Hart. En hij citeert Kees ’t Hart uit Trouw van 20 maart 2021: ‘Vestdijk werkt niet met realisme, maar met symbolisme. Maar tóch is het realistisch. Al die dingen waar ik sterk naar verlang in mijn eigen werk. Bovendien is hij een geweldig stylist, waar ik ongelooflijk voor val. Met die schitterende, dansende zinnen.’
Als belangrijke oorzaak voor het feit dat de ‘grote drie’ de blijvende bekendheid van Vestdijk in de weg stonden, noemt Thomas Klijn dat zij van een latere generatie zijn en niet schroomden om hun (bijzonder eigenwijze) plek op te eisen in de media. Dit tegenover het teruggetrokken bestaan van Vestdijk.

Thomas sluit zijn artikel af met een verstandige conclusie; hij heeft zojuist Ierse nachten aangeschaft en ziet het als een must na de wandeling door de Kaapse Bossen ook De zwarte ruiter te gaan lezen. Hij gaat voor de grote nummer 4: Vestdijk!

Voor het hele artikel: https://debedachtzamen.nl/simon-vestdijk-de-grote-nummer-4/

RJ, 24 mei 2021


Het beslissende boek

De boekenkast in het ouderlijk huis van de dichter Remco Ekkers was niet vrij toegankelijk. Boeken die hij nog niet mocht lezen stonden achter de glazen schuifdeuren op de bovenste plank in de boekenkast. Remco was al hbs’er, 2de klas, toen zijn vader De koperen tuin cadeau kreeg. De roman verdween al gauw ongelezen achter het glas. De Big, de leraar Nederlands op de H.B.S. sprak niet over Vestdijk die toen toch al de reputatie had van een belangrijk schrijver te zijn. Remco vroeg zijn vader of hij De koperen tuin mocht lezen. ‘Ik ben er in begonnen, maar het boeit me niet. Het is veel te moeilijk, maar ga je gang.’

Remco begon te lezen en begreep zijn vader. Toch las hij door en zijn indruk sloeg om naar de andere kant: ‘Hoe is het mogelijk dat hij een boek dat zo’n indruk op me maakt, niet kan lezen? Wie was mijn vader, wat voelde hij?. Remco kon er met vader niet over praten. Wel kon hij meer van Vestdijk lezen en deed dat volop. De koperen tuin bleef Remco’s favoriet.

Remco Ekkers: De koperen tuin en verder. Blog: In ‘Literatuur’, 24-03-2021

WvW, 23 mei 2021


Vestdijk, Vestdijk en Vestdijk

Er is in de geschreven pers veel aandacht besteed aan de 50e sterfdag van Vestdijk en aan de herdruk van Een Alpenroman en het verschijnen van De toetssteen van Kees ’t Hart en Maarten ’t Hart. Nu komt Boekenpost van mei/juni 2021 (jaargang 29, nummer 173) zelfs met een drietal Vestdijk-artikelen.

In de vaste rubriek ‘Opinie’ van schrijver en biograaf Wim Hazeu beschrijft deze onder de titel ‘Vestdijk en de Kaapse Bossen’ hoe Vestdijk zich, na o.a. in Den Haag en Scheveningen te hebben gewoond, vestigt in Doorn. ‘Het ging Vestdijk om het isolement en dus de rust, en om de wandel- en spookbossen,’ aldus Hazeu. Over dat zo gewenste isolement vermeldt hij de volgende anekdote: ‘Toen de burgemeester hem op een morgen een koninklijke onderscheiding op kwam spelden, was hij niet verbaasd dat de gelauwerde op zijn pantoffels vanuit zijn werkkamer even naar beneden kwam, om zich na het opspelden meteen weer naar zijn Remington tikmachine te spoeden.’ Hazeu doet een ernstige aanbeveling: ga door de Kaapse Bossen wandelen om dichter bij Vestdijk en zijn werk te komen. Vervolgens behandelt hij kort enkele boeken die in de omgeving spelen. ‘Zijn leven werd Droom en Doorn. In de verbeelding kon hij schrijven, in Doorn leven. In de bossen wandelde hij om in conditie te blijven en om depressieve perioden te overleven.’ En Hazeu sluit af: ‘(geef) verbeelding een kans. Ze kan worden aangejaagd door bossen, villa’s, een buitenplaats, huis Doorn en de woningen van Vestdijk. Moge dat alles blijven. Als geschiedenis geen vorm of gestalte heeft, valt elke droom in duigen.’

In de rubriek ‘De collectie’ presenteert het Literatuurmuseum in Den Haag steeds een bijzonder voorwerp uit de collectie. Onder de kop ‘De plannen van Vestdijk’ in deze Boekenpost aandacht voor het dummy-exemplaar van De ziener waarin vorig jaar twee potentiële Vestdijkromans bleken schuil te gaan. Verwezen wordt naar de site Literatuurmuseum.nl waar het rijk geïllustreerde artikel  te lezen is dat Bertram Mourits schreef over deze dummy. Deze ‘digitale expositie’ is in de plaats gekomen van de geplande expositie in het Literatuurmuseum, die vanwege corona geen doorgang kon vinden. Leden van de Vestdijkkring lazen al een versie van dit verhaal in Vestdijkkroniek 137, pagina 59, Dick Vestdijk en Bertram Mourits, ‘Gigolo’s / De vaders weten het niet meer. Onverwacht handschrift in een dummy’.

Een derde Vestdijk-verwijzing in de rubriek ‘Nieuws’: een verslag van de herdenking van de 50e sterfdag in het Theater aan het Spui in Den Haag, te volgen via livestream, ‘50ste sterfdag. Simon Vestdijk herdacht’. Hierin een kort verslag van de verschillende bijdragen van de sprekers.

En dan was er nog het volgende. Op zaterdag 1 mei verscheen een recensie in Noordhollands Dagblad/Haarlems Dagblad/Leidsch Dagblad over De toetssteen. Recensent Sonja de Jong gaf het boek vier (van de vijf) sterren. ‘Dankzij de stilistische gaven van beiden is dit een ook voor niet Vestdijkkenners boeiend boek.’ En: ‘Het is geen boek dat je in een ruk uitleest, daarvoor komt er teveel informatie op je af. Maar dankzij de consequent licht gehouden toon is deze briefwisseling toch erg fijn om te lezen.

Om te eindigen met een citaat uit een door Vestdijk zeer bewonderd boek: ‘Het is gezien (…) het is niet onopgemerkt gebleven.’

RJ, 2 mei 2021


Kalender: Actueel

mei 2021
M D W D V Z Z
« apr   jun »
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
31  

Categorieën