Over verleden, heden en toekomst

Marjoleine de Vos bezint zich in haar column (NRC H.13-11) over de toekomst tijdens de levenscyclus.  Zij herinnert zich dichtregels van Vestdijk: Voor ware liefde moeten alle drie,/verleden, heden, toekomst, vrienden wezen. Komt uit Gestelsche liederen. Dat het ‘voor de ware liefde’ gold wist ze niet meer.  Vestdijk en zijn werk zijn ‘in het verleden verdwenen’, maar bij De Vos kennelijk toch niet geheel. Wat zij zich nu realiseert, is dat toen ze jong was ‘er zoveel toekomst was’, maar dat je je die toekomst moeilijk anders kon voorstellen als een negatie van het ouder worden.  Judith Herzberg verwoordde dat in dat ‘verrukkelijke gedicht’: Als ik oud wordt neem ik blonde krullen/ ik neem geen spataders, geen onderkin,/ en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben/dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond/ alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen.

Eenmaal ouder weet je wel beter: ‘de eigen toekomst speelt vreemd genoeg met het ouder worden een steeds grotere rol, juist door te krimpen.’

WvW, 14 november 2017

Terug omhoog

Leerling eert leraar

Jaap Broersma (1965) exposeert in het Gemeentemuseum Het Hannemahuis in Harlingen. Jaap is teruggekeerd naar de stad van zijn jeugd. In 2017 verkende hij al schilderend en schrijvend de stad waar hij opgroeide, en naar school ging. Hij schilderde en tekende de mensen die er wonen en nam hun verhalen op. Ook plekken in de stad die herinneringen opriepen legde hij vast. Zo ontstonden er drieluiken van gezichten, verhalen en stadsplekken.

Eén Harlinger kon hij niet meer ontmoeten: zijn leraar Nederlands van de Scholengemeenschap Simon Vestdijk. Pieter van Exter was in 2016 geheel onverwacht overleden. Toch brengt Broersma een ode uit aan deze leraar door wie hij de hele Anton Wachter-cyclus is gaan lezen.  Hij schilderde het beeld van Anton Wachter met een ekster op de schouder en schreef er een column bij.

De tentoonstelling Broersma treft Harlingen. Op zoek naar de ziel van de stad is te zien van 12 november 2017 tot en met 28 januari 2018 in het Gemeentemuseum Hannemahuis, Voorstraat, Harlingen.

WvW, 9 november 2017

Terug omhoog

Vestdijk en Valéry

Carel Peeters bespreekt in zijn ´Literaire Logboek ´voor Vrij Nederland van 7 november de nieuwe vertaling van Cahiers van Paul Valéry, vertaald door Jan Fontijn.  De Franse auteur duikt van tijd tot tijd op in de Nederlandse literatuur’ meldt  Peeters en weet dat Vestdijk’ tot de eerste liefhebbers van Valéry behoorde.’ Peeters wijst op ‘Valéry en het duistere vers’ dat hij bundelde in Lier en Lancet in de jaren dertig van de vorige eeuw. Onvermeld laat Peeters een ander essay waarin Vestdijk zich ook op de inzichten van Valéry verlaat: Wat is inspiratie?, dat is opgenomen in Het kastje van oma . Hierin schrijft Vestdijk: ‘Niemand heeft ooit het bestaan van inspiratie onomwondener en in virtuozer betoogtrant ontkend dan de dichter Paul Valéry’. Vestdijk zelf neemt een genuanceerder standpunt in: ‘bij de een meer, de ander minder, kan het denken tijdelijk voor de inspiratie in de bres springen.’ En ten slotte is een belangrijk citaat van Valéry te vinden als motto in zijn eigen dichtbundel Vrouwendienst dat gaat over God die de man een vrouw als metgezel geeft om hem zijn eenzaamheid beter te laten voelen. Bezoekers van het symposium over Vrouwendienst (4 november) weten ervan!

WvW, 7 november 2017

Terug omhoog

Engelse studie: kantelend heldendom in Nederlandse oorlogfilms

Wendy Burke onderzocht hoe de bezetting van de Duitsers van Nederland in de Tweede Wereldoorlog in Nederlandse films is gerepresenteerd.  De zeven geanalyseerde films verschenen in de periode 1960-1980. De overval  kwam in 1962 in roulatie en De aanslag in 1986. De andere geanalyseerde films kwamen tussentijds uit, waaronder Pastorale 1943. Als toegift bekeek de onderzoekster, werkzaam aan King’s College London, de film Zwartboek uit 2006.

Onderzocht werden hoe onderwerpen als het vijandbeeld, Nederlandse identiteit, het leven onder de bezetter en verzet en collaboratie in de films worden weergegeven. Direct na de oorlog was er nog een ‘romantisch beeld’ als een mythe van massaal verzet tegen de Duitse bezetter, maar in Soldaat van Oranje (1977) begint dat al te kantelen en een jaar later in Pastorale 1943 wordt dit doorgezet: Deze film opent met een voice-over waarin gezegd wordt dat het verhaal gaat over ‘een volk dat een aardig volk is omdat het weinig helden kent.’ Het verzet, het vijandbeeld (er zijn ook goede Duitsers), de Nederlandse collaboratie (nagenoeg gelijk aan het verzet) kantelden steeds meer in films die volgden. Het heldendom slinkt.

Wendy Burke, Images of occupation in Dutch film: Memory, Myth, and the Cultural Legacy of War, 262 pagina’s.

WvW, 27 oktober 2017

Terug omhoog

Tweegesprek over De koperen tuin

Opnieuw is er een bespreking verschenen van Vestdijks liefdes- en muziekroman De koperen tuin. In de rubriek ‘Vergeet –me-nietje’ hebben Helena en Guy een soort van tweegesprek over de roman. Zij gaan beiden in op: Wat heb jij met Vestdijk? Inhoud. Stijl.  Vooral genoten van. .. Is het zijn beste roman? En ten slotte: het oordeel.

Helena heeft vooral genoten van ‘een betoverend mooi eerste hoofdstuk en van Vestdijks taalgebruik.  Guy genoot van het psychologische  aspect van deze roman, van de dramatiek en van de onnavolgbare vertelwijze.
Hebban.nl, 25 oktober 2017

WvW, 26 oktober 2017

Terug omhoog

Kalender: Actueel

april 2024
M D W D V Z Z
« mrt    
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Categorieën