Waardering voor Du Perron als dichter

01-Alexeieff--illus.-for-Adrienne-Mesurat-by-Julien-Green--1929

In Goede papieren, het periodiek van het Letterkundig Museum (jrg. 9, 2015 nr. 3) besteedt Niels Bokhove aandacht aan een ‘kostbaar kleinood’ uit de literaire nalatenschap van Du Perron. Het gaat om een laat dichterlijk project dat in 1937 begon en gebaseerd is op etsen van de Russisch beeldend kunstenaar Alexandre Alexeïeff (1901-1982). De etsen waren gemaakt voor de roman Adrienne Mesurat van Julien Green. Du Perron zou deze 25 etsen van de kunstenaar zelf hebben gekregen. Du Perron gebruikte de etsen voor een ‘novelle in verzen d.w.z. een gedicht in beelden’.  Eind 1939 nam hij het onaffe manuscript mee om het aan vrienden te laten zien, waaronder Vestdijk. Deze reageerde met twee pagina’s suggesties en correcties, maar zijn oordeel was zeer positief: ‘Ik heb het nu twee maal gelezen, en ik vind het uitstekend, en orgineeler dan welk gedicht ook van die grootte in onze litteratuur.’ Het werk bleef onvoltooid, mede omdat Du Perron het jaar daarop stierf. Vestdijk in het bezit van het onaffe manuscript liet het niet alleen bij lof, maar schreef het werk over, voorzag het van een toelichting en inleiding, waarna het in augustus 1940 in Groot Nederland werd gepubliceerd, echter zonder de beelden. Een omissie die zich herhaalde in de publicatie in boekvorm uit 1941: De grijze dashond.
De etsen zijn nu wel in het bezit van het Letterkundig Museum.

degrijzedashond

WvW, 30 december 2015
(kleine correctie op 21 oktober 2018)

Terug omhoog

Maarten schrijft zijn idool

brief-maartenthart

In Catalogus 74 van Fokas Holthuis is een handgeschreven brief (5 september 1967) opgenomen van de 22-jarige Maarten ’t Hart aan de ‘Zeer geachte Heer Vestdijk’. Vestdijk is op dat moment 68 jaar. Maarten vreest, na lezing van De symfonieën van Anton Bruckner (1966), dat Vestdijk geen muziekboeken meer zal schrijven en vraagt hem of deze ‘aan de indrukwekkende reeks nog enige boeken zou kunnen toevoegen’. Zijn plezier in Vestdijks muziekessays schuilt in de uitgesproken meningen. ‘Ergernis is daarbij vaak een uitstekende aanleiding tot het herzien van het eigen oordeel, zoals mij meermalen is overkomen’.
Oneens is ‘t Hart het met Vestdijk over César Franck. Over een volle alinea geeft hij voorbeelden van mooie stukken van Franck. Hij is, als organist, ook verbaasd dat Vestdijk Bachs Triosonates voor orgel nergens noemt. ‘Dit zijn toch onbeschrijfelijk mooie werken! Het tweede deel van de 5e sonate is met de Passacaglia, het e- en h-moll preludium & fuga ongetwijfeld het mooiste wat Bach voor orgel heeft geschreven’.
Aan het slot spreekt ‘t Hart nogmaals zijn wens uit dat Vestdijk over muziek zal blijven schrijven, ‘al past het mij niet, zolang er nog zulke mieterse romans als Het spook en de schaduw en Een huisbewaarder verschijnen’.

WvW, 29 december 2015

Terug omhoog

Boeken voor het leven

inadaman

Het Kerstnummer van het tijdschrift Zin gaat over ‘Zin in 2016’. Het themanummer bevat o.a. adviezen over ‘Boeken voor het leven’, waarin zes boeken  zijn geselecteerd voor ‘elke levensfase én stemming’ een boek. Voor de tweede levensfase, die van de jeugdliefdes selecteerde Zin: Vestdijks Terug tot Ina Damman. De motivering mag er zijn: ‘TID is hét boek over die allereerste, grote jeugdliefde. Over hoe zij de rest van het leven bepaalt. Raak doordat Vestdijk gevoeligheden neutraal, haast afstandelijk opschreef. Het zit hem in de suggestie. De mooiste Nederlandse roman ooit . Lees maar!’

WvW, 29 december 2015

Terug omhoog

Naastenliefde

img351
Het thema van het Kerst- en Nieuwjaarsnummer van De Groene Amsterdammer is: naastenliefde. In dat kader maakte romanschrijver en recensent Kees ‘t Hart een rondgang langs fundamentalistische weldoeners en andere tot de ondergang gedoemde goedbedoelende personages in de werkelijkheid en in de literatuur. Hij eindigde aldus: Een fraaie variant van het weldoenergenre vind je in De redding van Fré Bolderhey (1948) van Vestdijk, waarin het reddende hoofdpersonage niet in staat is om in te zien dat hijzelf gered moet worden. De lamme redt de blinde. Misschien biedt dit thema in de toekomst uitzicht op vele voortreffelijke weldoenersromans. 
WH, 22 december 2015
Terug omhoog

De literaire kunst als een gelukkige hand van schrijven

het-gelukkige-schrijven

Na Kunst van het schrijven heeft Kees ’t Hart een nieuwe essaybundel uitgebracht. Hierin probeert de auteur Het gelukkige schrijven (Querido) in het vizier te krijgen niettegenstaande zijn overtuiging dat literatuur de meest gekunstelde kunstvorm die er is. Dit stevig uitgangspunt stuurt zijn zoektocht: ‘alles in literatuur is nep, constructie, leugen, illusie, veredelde roddelpraat en wartaal.’ Maar soms bereiken schrijvers ‘de hoogste trap van schrijven’, voor Kees ’t Hart is daar ‘het gelukkige schrijven’. Dan klopt alles. Wie heeft het weten te bereiken? Na lezing van deze bundel weet de lezer goed wie en wat Kees ’t Hart in zijn armen heeft gesloten.

Vestdijk heeft kennelijk een gelukkige hand van schrijven, want scoort goed met bewondering voor Anton Wachter-reeks als geheel (narcistisch, maar met zelfkritiek). In het genre leerlingromans bereiken De Ziener en Ivoren Wachters het hoogste stadium van literaire kunst; evenals Vestdijks essaybundel Essays in duodecimo. Het genre leerlingromans boeit ’t Hart zeer. Hier vindt hij Ivoren Wachters ‘de beste in Nederland’. Het ‘overstijgt alle lerarencliché’s’ en focust helemaal op de leerling. In het essay, ‘De pispaal en diens leerlingen’, wordt deze roman van Vestdijk vergeleken met Goethes De tovenaarsleerling: beide geschreven vanuit hetzelfde model, met een focus op de leerling, die zich boven iedereen, medeleerlingen en leraar meent te kunnen verheffen en daarmee de orde verstoord. Met dit verschil: bij Vestdijk wordt de orde niet meer hersteld.

WvW, 11 december 2015

Terug omhoog

Kalender: Actueel

maart 2024
M D W D V Z Z
« feb    
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

Categorieën