Verspreide essays

 

VERSPREIDE, NIET GEBUNDELDE ESSAYS EN KRITIEKEN

Vestdijk schreef veel meer essays en kritieken dan hij verzamelde in zijn essaybundels. Verschillende Vestdijkvorsers hielden zich ermee bezig, maar tot een uitgave van de verzamelde essays en kritieken van Vestdijk is het nooit gekomen, zijn verspreide muziekessays uitgezonderd waarin als deel tien in de verzamelde editie van de muziekessays ook zijn verspreide muziekessays zijn verschenen.

In 1999 is er een scriptie verschenen van Peter Bosman Verspreid, maar niet verdwenen. Bosman studeerde aan de V.U. en prof. Dr. H.T.M. van Vliet was zijn scriptiebegeleider.

De scriptie bevat een ‘primaire bibliografie’ met maar liefst 715 items van verspreide essays en kritieken van Vestdijk. Deze ‘primaire bibliografie’ is hieronder overgenomen. Publicatie van al deze verspreide essays/kritieken zou volgens een ruwe schatting circa 1500 pagina’s druk vergen. Bosman kan ‘niet garanderen niets over het hoofd gezien te hebben’, hoewel hij naar ‘volledigheid’ heeft gestreefd. (pag. 77).

omslag
In 2016 is de bloemlezing Gepassioneerd wikken en wegen verschenen met een vijftigtal verspreide essays en kritieken. Voor zover aanwezig in de onderstaande lijst van Bosman zijn de titels van interviews, essays en kritieken in rood gemarkeerd wanneer deze zijn opgenomen in de genoemde bloemlezing.

In de kolommen van de Vestdijkkroniek/Vestdijkjaarboek zijn door de jaren heen al verschillende verspreide essays/kritieken gepubliceerd. In de lijst hieronder hebben deze een blauwe tekstkleur (of rode indien aanwezig in Gepassioneerd wikken en wegen), met een hyperlink naar de locatie in de index van de Vestdijkkronieken en Vestdijkjaarboeken.

Bosman heeft de items chronologisch opgenomen, waarbij door middel van een letter wordt aangegeven tot welke thematische categorie hij ze rekent:

•          Astrologie (A)

•          Enquêtes (E)

•          Inleidingen, voor- en nawoorden (IL)

•          Interviews (I)

•          Literatuur (L)

•          Lezingen en toespraken (LE)

•          Polemieken en ingezonden brieven (P)

•          Necrologieën (N)

•          Restcategorie (R)

 

De afkorting UBU duidt op de bijzondere collecties van de Universiteits Bibliotheek Utrecht waar de bibliotheek van Vestdijk wordt bewaard.

 


1924

  • S. Tascorli, ‘Boekbespreking A.M. Grimm, Lehrbuch der Astrologie und Horoskopie’, Urania, 18.5 (september 1924), p. 166-171. (A)

1925

  • S. Tascorli, ‘Astrologie en wetenschap’, Urania, 19.3 (mei 1925), p. 70-76. (A)
  • S. Tascorli, ‘De proefhoroscoop’, Urania, 19.3 (mei 1925), p. 80-81. (A)
  • S. Tascorli,, Zodiak en tram’, Urania, 19.3 (mei 1925), p. 81. (A)
  • S. Tascorli, ‘Het plaktische aspekt’, Urania, 19A (juli 1925), p. 111-113. (A)
  • S. Tascorli, ‘Horoskopen Wijsman en B.’, Urania, 19.4 (juli 1925), p. 120-123. (A)
  • S. Tascorli, ‘Antwoord aan heer van Tongeren’, Urania, 19.5 (september 1925), p. 144-147. (P)
  • S. Tascorli, ‘De overgang der teekens’, Urania, 19.5 (september 1925), p. 150-153. (A)
  • S. Tascorli, ‘Statistische mededeeling’, Urania, 19.5 (september 1925), p. 165-167. (A)

1926

  • S. Tascorli, ‘Spelen met vuur’, Urania, 20.2 (februari 1926), p. 38-40. (A)
  • S. Tascorli, ‘Curiosa’, Urania, 20.5 (mei 1926), p. 93-95. (A)
  • S. Tascorli, ‘Uranus’ zoeklicht’, Urania, 20.8 (augustus 1926), p. 146-147. (A)

1932-1933

  • ‘Fantast en occultist’, Forum, 2.1 (januari 1933), 75-77.
  • Bij de dood van Gustav Meyrink, overl. 4-12-1932. N)
  • G.H. ‘s-Gravesande, ‘Een onderhoud met S. Vestdijk’, Den Gulden Winckel, 32.376 (april 1933), p. 63-66. [opgenomen in: Sprekende schrijvers. Gesprekken met Nederlandse en Vlaamse letterkundigen, Amsterdam 1935, p. 169-179.] (I)
  • ‘Twee Tschechen voor de wachtkamer’, Critisch Bulletin, 4.5 (mei 1933), p. 153-157.
    Recensie over: Josef Löbel, Medizin. Oder dem Manne kann geholfen werden, en over Karel Capek, Letters from Holland. (L)
  • ‘Snipper’, Den gulden winckel, 32.377 (mei 1933). p. 83. [bijdrage van één regel over de klank in de poëzie] (L)
  • ‘Eine neue Kritik über Prust’, Forum, 2.8 (augustus 1933), p. 619-622.
    Reactie op een artikel van J. Andurski-Schubert in het Berliner Tageblatt. (P)
  • ‘Daar worden dieren tot poëten’, Forum, 2.11 (november 1933), p. 829.
    Over de literair begaafde kat van Vestdijk, die best een plaats op de redactie van Forum zou kunnen krijgen gezien de dierlijke aard der redacteuren (Hendrik de Vries, Forum, 2. l (januari 1933), p. 74-75. (R)
  •  ‘E. du Perron, nutteloos verzet’, Den gulden winckel, 32.384 (december 1933), p. 232. Bijdrage in de rubriek boekenschouw, afdeling Schoone Letteren. (L)

1934

  • ‘De vrouw in uniform’, Critisch Bulletin, 5.1 (januari 1934), p. 15-16. Recensie over: Willy Corsari, de man zonder uniform. (L)
  • ‘Regeneratie door deportatie’, Forum, 3.1 (januari 1934), p. 40-41.
    Kritiek op de stijl van Henri van Booven, Leven en werk van Louis Couperus, Velsen 1933. (P)
  • ‘De drie wijzen uit het westen’, Forum, 3.2 (februari 1934), p. 185-187. Over de kerstuitzending van de AVRO in 1933. (L)
  • ‘De novelle en het ding’, Forum, 3.7 (juli 1934), p. 633-635.
  • Idee voor een proefschrift, over het verschil tussen roman en novelle. (L)
  • ‘De mooie woordjes wier rhytme ik nareken’, Forum, 3.8 (augustus 1934), p. 728-733. Kritiek op de dissertatie van Garmt Stuiveling, Versbouw en ritme in de tijd van ’80. (P)
  • ‘Leerzame commentaar’, Critisch Bulletin, 5.11 (november 1934), p.335-337. Een Recensie over: J.H. van der Hoop, Zielkunde en de zin van ons leven. (R)
  • Over: E. du Perron, De smalle mens, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (18 november 1934). (L)
  • Over: H. Marsman, Porta Nigra en Anthonie Donker, Gebroken licht, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 november 1934). (L)
  • Over: Rainer Maria Rilke, Späte Gedichte, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 december 1934). (L)

1935

  • Over: Edna St. Vincent Millay, Wine from these crapes and other poems, Nieuwe Rotterdam­sche Courant, (3 januari 1935). [zie Strijd, p. 27. ‘Macabere teaparty’] (L)
  • Over: Gerard Knuvelder, Bouwers aan eigen cultuur, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (17 februari 1935). [zie Strijd, p. 9-10. ‘Een snuifje scholastiek’ en ‘Niet zoo bedoeld’] (L)
  • Over: The year’s poetry. A representative selection, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 maart 1935). (L)
  • Over: H. Cornelius, De afgelegde weg, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (31 maart 1935). (L)
  • ‘Dood aan de cryptiek’, De Stem, 15.4 (april 1935), p. 415-416. Bijdrage in de rubriek Poëziekroniek, over John Sparrow, Sense and poetry. (L)
  • Over: Hendrik Bouwma, De wondere wegen, J. van Melle, Gedichten uit Zuid-Afrika, J. van der Merwe, Verlangen en Sabdawijata, Levens-schoonheid, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 april 1935). (L)
  • ‘Nieuw misdadigerspsychologie’, Critisch Bulletin, 6.4 (april 1935)  p. 113-118. Recensie over: Francis Hes, Before the fact. (L)
  • Over: Paul Ernst, Gedichte und Sprüche, Arthur Jaenicke, Singende Erde, Hans Guthardt, Jahreszeiten en Agnes Elisabeth Bobek, Das Bergwerk, Nieuwe Rotterdamsche Courant., (10 april 1935). [zie Strijd, p. 20, ‘Cretinistische poëzie’] (L)
  • Over: Freek van Leeuwen, Door het donker, met een inleiding van H. Roland Holst, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 april 1935). (L)
  • Over: H. Roland Holst-van der Schalk, Poëzie en maatschappelijke vernieuwing, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 mei 1935). [zie Strijd, p. 41, ‘Versteend zonder toedoen der partij’] (L)
  •  Over: J. A. Chapman, The Rampur anthology, Jan A. Eekhout, Osmaanse strofen, en E. J. Koppeschaar, Longfellow’s Hiawatha, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (9 mei 1935). (L)
  • ‘Tusschen psychoanalyse en melodrama’, Critisch Bulletin, 6.6 (juni 1935), p. 163-165. Recensie over: Jo Otten, Angst, dierbare vijandin. (L)
  • Over: Fritz Francken, Taptoe, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (13 juli 1935). (L)
  • ‘Albert Verwey en de idee’, Forum, 4.7 (juli 1935), p. 610-629. [het tijdschriftartikel is niet als aaneengesloten geheel in de gelijknamige bundel opgenomen] (L)
  • Over: Rudolf Paulsen, Das Festliche Wort, Gerhard Schumann, Die Lieder vom Reich, Hans Friedrich Blunck, Der Flammenbaum, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 juli 1935). [zie Strijd, p. 21, ‘Een heel klein kwalletje’] (L)
  • Over: J.C.P. Alberts, Verzen, en J.L.H. -S., Liedjes, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 augustus 1935). (L)
  • Over: Karl Schnog, Kinnhaken, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (8 augustus 1935). (L)
  • Over: Jo Kalmijn-Spierenberg, Transparanten, en W. Hessels, Windstilte, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (9 augustus 1935). [zie Strijd, p. 35, ‘Een precedent?’] (L)
  • Over: Flarden. Verzameling revolutionaire poëzie, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (13 augustus 1935). (L)
  • Over: Dr. G.J. Kalff jr., Het Dietsche dagboek, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (14 augustus 1935). (L)
  • Over: Theun de Vries, Verzen, en Theun de Vries, Aardgeest, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (16 augustus 1935). (L)
  • Over: Albert Kuyle, Songs of Kalua, en Henri Bruning, Het verbond, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (22 augustus 1935). (L)
  • Over: Albert Verwey, De ring van leed en geluk, en Albert Verwey, Het lachende raadsel, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (28 augustus 1935). (L)
  • Over: Endre Ady, Bloed en goud,[vert. Rudolf Pollak], Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 augustus 1935). (L)
  • Over: W.L.G. Louw, Die rijke dwaas, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 september 1935). (L)
  • Over: Johan Willem Schotman, Cloisonné, en Ina Boudier-Bakker, Saraï, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 september 1935). (L)
  • Over: Roel Houwink, Voetstappen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 september 1935). [zie Strijd, p. 36, ‘Houwinks latere poëzie’] (L)
  • Over: Willem van lependaal, Over de leuning en langs de kaai, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (7 september 1935). (L)
  • Over: Geert van Oorschot, Gevangenis, Henk Eikeboom, Zonnewende. Symphonie der bevrijdende gedachte, en Geert Grub, Alkaloïden. Lieve en stoute verzen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (11 september 1935). (L)
  • Over: Joseph Hans Bunzel, Der Liebe Zauberbogen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (12 september 1935). (L)
  • [zonder titel], Forum, 4.10 (oktober 1935), p. 1027-1028.
    Naschrift van Vestdijk bij de Panopticumbijdrage van Hendrik de Vries, ‘Volgorde van de versregels’, Forum, 4.10 (oktober 1935), p. 1025-1026. Dit artikel naar aanleiding van Vestdijk, ‘Wetenschappelijke bijdrage tot de rhytmologie’, Forum, 4.8 (augustus 1935), p. 819-822. (P)
  • Over: Garmt Stuiveling, Elementen, en Garmt Stuiveling, Verzen van nu, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (2 oktober 1935). (L)
  • Over: A.J.D. van Oosten, De wonderlijke weg, en A.J.D. van Oosten Tijd der nooden, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 oktober 1935). (L)
  • Over: Kristal. Letterkundige productie 1935, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (22 oktober 1935). (L)
  • Over: V.E.Godemare, Gedichten, en Ferdinand Vecnocke, Koning Skjold, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (23 oktober 1935). (L)
  • Over: Van één wereld. Gedichten, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 oktober 1935). (L)
  • Over: J. van Hattum, Baanbrekertjes, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (16 november 1935). (L)
  • Over: Salvo. Verzameling proza, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (27 december 1935). (L)
  • ‘Hemelsche en aardsche poëzie (l)’, Forum, 4.11 (november 1935), p. 1032-1048. (L)
  • ‘Hemelsche en aardsche poëzie (slot)’, Forum, 4.12 (december 1935), p. 1186-1203. Naar aanleiding van J. Greshoff, Gedichten 1907-1934, ‘s-Gravenhage 1934. [gedeeltelijk herdrukt, verwerkt in div. essays] (L)

1936

  • ‘Macht over Granvell’, De Groene Amsterdammer, (11 januari 1936). Over: Johan van der Woude, Macht over Granvell. (L)
  • Over: N.E.M. Pareau en J.C. Noordstar, Argos en Arcadië, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (17 januari 1936). (L)
  • Over: Alla Band, Java en Poèmes, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 januari 1936). (L)
  • Over: Johannes R. Becher, Der Mann der alles glaubte, en H.F. Blunck, Von Geistern und über der Erde, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 januari 1936). (L)
  • ‘Literatuur’, Groot-Nederland, 34.1 (januari 1936), p. 87-89.
    p. 87: ‘Groningse dichters’, De vrije bladen, 11.8/9;
    p. 88: Hendrik de Vries, Coplas;
    p. 88: Eskimo-liederen, vertaald door Annie Posthumus;
    p. 88: Theun de Vries, Aardgeest;
    p. 88/89: Garmt Stuiveling, Verzen van nu. (L)
  • ‘Literatuur’, Groot-Nederland, 34.2 (februari 1936), p. 182-183.
    p. 182: Gabriël Smit, Weerklank;
    p. 182: Alex Campert, Klanken beeld;
    p. 182: Louis de Bourbon, Zwerving;
    p. 183: J.H. Leopold, Verzamelde gedichten. (L)
  • Over: J. Kramer, Nieuwe vlucht, en L. van Hoek, Tussen Demer en Dommel, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (14 februari 1936). (L)
  • Over: Freek van Leeuwen, Het lied van den zwerver, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (16 februari 1936). (L)
  • Over: Gaston Burssens, French en andere cancan, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (18 februari 1936). (L)
  • Over: Rein Eysinga, Rembrandt-tentoonstelling 1935. Een sonnettenreeks, en Herman de Cat, Bonte gallerij, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (21 februari 1936). (L)
  • Over: Paul Vlemminx, Ontginningen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 februari 1936). (L)
  • Over: Louis de Bourbon, In extremis, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (4 maart 1936).(L)
  • ‘Overbodig commentaar’, De Groene Amsterdammer, (21 maart 1936). Over: Katharine Kippenberg, Rainer Maria Rilke. (L)
  • Over: Felix Braun, Ausgewahlte Gedichte, en Hans von Hammerstein, Der Wanderer im Abend, ‘Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 maart 1936). (L)
  • ‘Literatuur’, Groot-Nederland, 34.3 (maart 1936), p. 279-281.
    Een bijdrage in de rubriek literatuur-poëzie, over:
    p. 279: Clara Eggink, Schaduw en water;
    p. 279-280: Wanda Koopman, Proeve in strategie;
    p. 280: Mea Mees-Verweij, Golfslag;
    p. 280: H. Moulijn-Haitsma Mulier, Verzamelde verzen;
    p. 280: Van den Levene ons Heren, inl. W.H. Beuken [bloemlezing];
    p. 281: Albert Verwey, Het lezen en schatten van gedichten. (L)
  • ‘Gevaarlijke invloed’, De Groene Amsterdammer, (4 april 1936). Over: B. Roest Crollius, Land van verlangen. (L)
  • Over: Willem de Mérode, Eenvoudige gedichten, en Ab Visser, Facetten, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (9 april 1936). (L)
  • Over: Gerard Wijdeveld, Het voorschot, en L. van Kroonenburg, Hier en veraf, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (16 april 1936). (L)
  • ‘Verdronken details’, De Groene Amsterdammer, (25 april 1936). Over: Leonard Frank, Traumgefährten. (L)
  • Over: A.J.D. van Oosten, De dag beweegt, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 april 1936). (L)
  • Over: Willem Terwege, Lyriek, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (29 april 1936). (L)
  • ‘Literatuur’, Groot-Nederland, 34.4 (april 1936), p. 378-379.
    Een bijdrage in de rubriek literatuur-poëzie, over:
    p. 378: M. Nijhoff, Het verhaal van den vos;
    p. 378-379: J.W.F. Weremeus Buning, Negen balladen;
    p. 379: George Kettman jr, De jonge leeuw;
    p. 379: Wies Moens, Golfslag;
    p. 379: Geert Grub, Alkaloïden. (L)
  • ‘Grootboek der kinderkamer’, Critisch Bulletin, 7.4 (april 1936), p. 103-104. Recensie en nawoord van de redactie bij dit artikel over: B. Roest Crollius, Kroniek van een jeugdzonde. (L)
  • Over: Franz Werfel, Schlaf und Erwachen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 mei 1936). (L)
  • Over: Willem de Mérode, De wilde wingerd, Willem de Mérode, Kringloop, en Willem de Mérode, Doodenboek, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 mei 1936). (L)
  • Over: J. van Hattum, Gedichten, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 mei 1936). (L)
  • Over: Jan H. Eekhout, Machten, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (28 mei 1936). (L)
  • ‘Heete pogroms’, De Groene Amsterdammer, (30 mei 1936). Over: Sam. Goudsmit, Simcha, de knaap uit Worms. (L)
  • ‘Literatuur’, Groot-Nederland, 34.5 (mei 1936), p. 472-474.
    Een bijdrage in de rubriek literatuur-poëzie, over:
    p. 472: Albert Verwey, Het lachende raadsel;
    p. 472-473: Mien Proost, Tot slot;
    p. 473: Jan H. Eekhout, Dertig sonnetten van Michel Angelo;
    p. 473: Leo van Breen, Een reis per leunstoel;
    p. 474: Rein van Eysinga, Rembrandt-sonnetten. (L)
  • Over: Joannes Reddingius, Gestalten, en Joannes Reddingius, Arbeid, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (23 juni 1936). [zie Strijd p. 30, ‘De heldere toon’] (L)
  • Over: Th. Oegema, Verzen van een venter, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 juni 1936). (L)
  • ‘Literatuur’, Groot-Nederland, 34.6 (juni 1936), p. 560-562.
    Een bijdrage in de rubriek literatuur-poëzie, over:
    p. 560: Victor E. van Vriesland, Herhalingsoefeningen;
    p. 560-561: Reimond Herreman, Het helder gelaat;
    p. 561: Freek van Leeuwen, Het lied van den zwerver;
    p. 561: Frans de Wilde, Dichter en burgerman;
    p. 562: Josine Kramer, Nieuwe vlucht (L)
  • ‘Frans Coenen 1866-1936’, Groot-Nederland, 34.7 (juli 1936), t.o.p. 1. [een in memoriam bijdrage van de redactie, ondertekend door Greshoff, Van Nijlen en Vestdijk] (N)
  • Over: Ed. Hoornik, Het keerpunt, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (7 juli 1936). (L)
  • Over: Reinier van Genderen Stort, Najaarsvruchten, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (23 juli 1936). (L)
  • Over: Roel Houwink, Witte velden, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 juli 1936). (L)
  • Over: Willem Gijssels, Leven en droom, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (29 juli 1936). (L)
  • ‘Literatuur’, Groot-Nederland, 34.7 (juli 1936), p. 82-83.
    Een bijdrage in de rubriek literatuur-poëzie, over:
    p.82: Anthonie Donker, Gebroken licht;
    p. 82-83: Willem de Mérode, De lichtstreep, Langs de heirweg, Chineesche gedichten, Kruissonnetten;
    p. 83: Herman de Cat, Bonte gallerij;
    p. 83: Joh. C.P. Alberts, Verzen, Kwatrijnen, Menuit Chrétien. (L)
  • Over: Friedrich Bischoff, Schlesischer Psalter, en Greta Bauer-Schwind, Licht und Erde, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (19 augustus 1936). (L)
  • Over: Nieuwere klanken, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 augustus 1936). (L)
  • Over: Edy Dronckers, Stil-aan bereid, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (28 augustus 1936). (L)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 34.8 (augustus 1936), p. 176-178.
    p. 176: Paul Vlemminx, Ontginningen;
    p. 176-177: Eric van der Steen, Gemengde berichten, Nederlandsche liedjes, Droesem;
    p. 177: Louis de Bourbon, In extremis;
    p. 177: Jef Last, De bevrijde eros;
    p. 178: J.J. de Stopelaar, Java. (L)
  • ‘Tegengif tegen demonie’, De Groene Amsterdammer, (5 september 1936). Over: Elisabeth Augustin, Moord en doodslag in Wolhynië. (L)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 34.9 (september 1936), p. 290-294.
    p. 290-291: Ed. Hoornik, Het keerpunt;
    p. 291-292: Reinier van Genderen Stort, Najaarsvruchten;
    p. 292-293: Th. Oegema, Verzen van een venter;
    p. 293: Bep van der Harst, Drie korte lentedagen;
    p. 293-294: J.W.F. Weremeus Buning, Voor twee stuivers anjelieren. Nieuwe coplas. (L)
  • Over: Barend de Goede, Tusschen twee vuren, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (2 oktober 1936). (L)
  • ‘Reis met omwegen’, De Groene Amsterdammer, (3 oktober 1936). Over: Herman Besselaar, Reis naar de volwassenheid. (L)
  • Over: Edgar Lee Masters, De dooden van Spoon river, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 oktober 1936). (L)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 34.10 (oktober 1936), p. 373-376.
    p. 373-374: J. van Hattum, Gedichten;
    p. 374-375: Willem de Mérode, De wilde wingerd, Kringloop, Eenvoudige gedichten;
    p. 375: Jan H. Eekhout, Machten;
    p. 375: Roel Houwink, Witte velden;
    p. 376: Willem Terwege, Lyriek. (L)
  • ‘Mensch-machine-fascisme’, De sleutel. Orgaan van het A.F.S.C. Anti-fascistisch studenten-comité, 2.2 (november 1936), p. 14-15. (R)
  • Over: C. Louis Leipoldt, Slampamperliedjies, en Albert Verwey, In de koorts van het kortstondige, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (8 november 1936). (L)
  • ‘Een roman zonder fouten’, De Groene Amsterdammer, (14 november 1936). Over: Marianne Philips, Henri van den overkant. (L)
  • Over: Muus Jacobse, De doortocht, en Margot Vos, De eeuwige strijder, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (22 november 1936). (L)
  • Over: Anton van Duinkerken, Hart van Brabant, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (28 november 1936). (L)
  • ‘Een gemist démasqué’, De Groene Amsterdammer, (28 november 1936). Over: Johan van der Woude, De vreemdeling. (L)
  • ‘Noodlanding’, Critisch Bulletin, 7.11 (november 1936), p. 318-319. (L) Recensie over: B. Roest Crollius, Land van verlangen.
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 34.11 (november 1936), p. 516-519.
    p. 516-517: J. Slauerhoff, Een eerlijk zeemansgraf,
    p. 517-519: D.A.M. Binnendijk, Onvoltooid verleden;
    p. 519: A.J.D. van Oosten, De dag beweegt;
    p. 519: Julia Tulkens, Ontvangenis;
    p. 519: Edy Dronckers, Stil-aan bereid.
    [de aantekening over Slauerhoff is opgenomen in de in memoriam J. Slauerhoff van Groot Nederland.] (L)
  • Over: Spectrum. Bloemlezing uit de poëzie van Jong-Protestantsche dichters, en Jan H. Eekhout, De neger zingt. Amerikaansche negerlyriek, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (2 december 1936). (L)
  • Over: Hélène Swarth, Wijding en Jo Kalmijn-Spierenburg, Langs den weg, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 december 1936). [2e: zie Strijd p. 35, ‘Een precedent?’] (L)
  • Over: F.W. van Heerikhuizen, Tussen twee zomers, en Ruurd Elzer, Verzen, Nieuwe Rotter­damsche Courant, (4 december 1936). (L)
  • Over: J. J. van Geuns, De landschappen der ziel, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 december 1936). (L)
  • Over: Dr. J. van Ham, Protestantsche poëzie na ’80 II, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (22 december 1936). (L)
  • ‘Persoonlijke herinneringen aan J. Slauerhoff’, Almananak der Unitas Studiosorum Amstelodamesium, Amsterdam 1937, p. 84-88. [niet herdrukte proza-bijdrage, fragmenten verwerkt in Gestalten tegenover mij, Amsterdam 1961.] (L)
  • Over: Uit de wereldpoëzie, In het Nederlandsch vertaalde gedichten verzameld door Johan de Molenaar, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (29 december 1936). [zie: Muiterij tegen het etmaal II, p. 98, ‘Over vertaalde gedichten’.] (L)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 34.12 (december 1936), p. 609-611.
    p. 609-610: Henriëtte Roland Holst van der Schalk, Poëzie en maatschappelijke vernieuwing, De stem die roept. Zes kleine spelen en koren;
    p. 610: Meia Kaas Albarda, Inleiding tot de poëzie van Henriëtte Roland Holst;
    p. 610-611: Jan Campert, Verwilderd landschap;
    p. 611: Joannes Reddingius, Arbeid;
    p. 611: Nieuwe Nederlandse poëzie, verz. door H. Godthelp. (L)

1937

  • ‘Onheil in de verte’, De Groene Amsterdammer, (2 januari 1937). Over: B. Roest Crollius, Onheil in de verte. (L)
  • ‘Indië zonder atmosfeer’, De Groene Amsterdammer, (16 januari 1937). Over: P.A. Daum, Goena-goena. [zie: Strijden vlucht op papier, p. 17 ‘Harde schaduwen’] (L)
  • Over: Stephan Lackner, Die weite Reise, en Heinz Politzer, Fenster vor dem Firmament, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 januari 1937). (L)
  • Kunstenaar en oorlogspsychologie, lezing gehouden voor een regionale conferentie van het Kunstenaarscentrum voor geestelijke weerbaarheid, op 27 januari 1937 te Bussum. [uitgegeven voor het Kunstenaarscentrum voor geestelijke weerbaarheid door W.L. en J. Brusse N. V. Rotterdam 1937. [32blz.]] (LE)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 35.1 (januari 1937), p. 99-102.
    p. 99-102: Albert Verwey, In de koorts van het kortstondige, De dichter en het derde rijk;
    p. 101-102: Karel van de Woestijne, Het zatte hart. (L)
  • Over: Johan de Molenaar, Vertalingen naar Rupert Brooke, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 februari 1937). (L)
  • Over: Erich Kastner, Lyrische Hausapotheke, en Dr. Owlglasz, Kleinen Nachtmusik, NieuweRotterdamsche Courant, (23 februari 1937).
  • ‘Gerekt avontuur’, De Groene Amsterdammer, (27 februari 1937). Over: R. Blijstra, Aanslag. (L)
  • ‘Katholieke dichters’, Groot-Nederland, 35.2 (februari 1937), p. 200-205.
    Een bijdrage in de rubriek Poëtisch maandbericht, over:
    Anton van Duinkerken, Hart van Brabant;
    Rob. Franquinet, Nieuwere klanken. Bloemlezing;
    Paul Haimon, Trophee;
    Pieter G. Buckinx, De dans der kristallen;
    Gaston Bursens, French en andere cancan.
    [een fragment uit de aantekening over Anton van Duinkerken is opgenomen onder de titel ‘een mutatie’ in Strijd en vlucht op papier] (L)
  • Over: Jo Kellenbach, God neem…, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (17 maart 1937).
  • ‘De na-oorlogse poëzie in Nederland’, Leven en werken. Maandblad der radio-volksuniversiteit Holland, 1.3 (maart 1937), p. 1-10. (L)
  • ‘Oase in kitsch’, De Groene Amsterdammer, (27 maart 1937). Over: Albert Helman, Ratten. (L)
  • ‘Over plastische poëzie’, Groot-Nederland, 35.3 (maart 1937), p. 303-308.
    Een bijdrage in de rubriek Poëtisch maandbericht, over:
    M. Nijhoff, Pierrot aan de lantaarn;
    J. van Hattum, De pothoofdplant;
    J. J. van Genus, De landschappen der ziel;
    F. W. van Heerikhuizen, Tusschen twee zomers;
    Ludo van de Wijgaerdt, De purperen vloek.
    [een fragment van dit essay is onder de titel ‘Het kernpunt der poëzie’ opgenomen in Strijd en vlucht op papier] (L)
  • Over: Willem de Mérode, Tusschen ploeg en sikkel, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (14 april 1937). (L)
  • ‘Vlaamsche en Zuid-Afrikaanse poëzie’, Groot-Nederland, 35.4 (april 1937), p. 406-412.
    Een bijdrage in de rubriek Poëtisch maandbericht, over:
    Richard Minne, In den zoeten inval;
    Victor J. Brunclair, Sluiereffecten;
    Paul Vermeer, Nachtklanken;
    Willem Gijssels, Leven en droom;
    C. Louis Leippoldt, Slampamperliedjies. (L)
  • ‘Christus contra Jehova’, De Groene Amsterdammer, (l mei 1937). Over: Constant van Wessem, Margreet vervult de wet. (L)
  • ‘Eencellige literatuur’, De Groene Amsterdammer, (8 mei 1937). Over: E. du Perron, Blocnote klein formaat, [zie: Strijd en vlucht op papier, p. 16, ‘Apologie voor het kleine’] (L)
  • ‘De gladiator en de draak’, De Groene Amsterdammer, (15 mei 1937). Over: John Cowper Powys, Maiden castle. (L)
  • Over: Miek le Conge Kleyn-Janssen, Den horizon voorbij, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 juni 1937). (L)
  • ‘Een afbakening’, De Groene Amsterdammer, (5 juni 1937). Over: Menno ter Braak, Douwes Dekker en Multatuli. (L)
  • Over: Karel J. van Dorp, Belijdenis, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (8 juni 1937). (L)
  • Over: Gerard den Brabander, Gebroken lier, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (15 juni 1937). (L)
  • Over: A.J.D. van Oosten, Vuur en droom, en A. J.D. van Oosten, Schip en trouw, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 juni 1937). (L)
  • Over: G. Kamphuis, Aardsch seizoen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 juli 1937). (L)
  • Over: Marie W. Vos, Bewogen vaart, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (13 juli 1937). (L)
  • Over: Josef Weinheber, Späte Krone, en Heinrich Ringleb, Antje, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 juli 1937). (L)
  • ‘De wortelstok der Forumpoëzie’, Groot-Nederland, 35.7 (juli 1937), p. 32-39. , Essay over Elsschot. (L)
  • Over: A. Marja, Stalen op zicht, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (11 augustus 1937). (L)
  • Over: Robert Franquinet, Gracilis, Hermann Claudius, Und weiter wachsen Gott und Welt, Richard Flatter, Weg und Heimkehr, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (13 augustus 1937). (L)
  • Over: Uys Krige, Afrikaanse versameling, Pierre-Louis Flouquet, Corps et âme, Pierre-Louis Flouquet, Dialogue de l’enfant prodigue et des heures, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (17 augustus 1937). (L)
  • Over: Leo van Breen, Het kwartet, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (27 augustus 1937). (L)
  • ‘Mislukte vadermoord’, De Groene Amsterdammer, (28 augustus 1937). Over: Jacob Hiegentlich, Onbewoonbare wereld. (L)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 35.8 (augustus 1937), p. 281-283.
    p. 281: Jan Prins, Timaiossonnetten;
    p. 281-282: Gerard Wijdeveld, Het voorschot;
    p. 282: L. van Kroonenburg, Hier en veraf;
    p. 282-283: Victor Varangot, Wissels. (L)
  • Over: Wilhelm von Scholz, Eine Jahrhundertwende, en Wilhelm von Scholz, Der klingende Sinn, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (l september 1937). (L)
  • Over: T. Volker, Gedichten, J. Elema, Stil und Poëtischer Character bei Detlev von Liliencron, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 september 1937). [1e zie strijd, p.28.] (L)
  • ‘Rilke en Frankrijk’, De Groene Amsterdammer, (18 september 1937). Over: Maurice Betz, Rilke vivant. (L)
  • Over: P. Verhoog, Wolken en water, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (l oktober 1937). (L)
  • ‘Een alleraardigst boek’, De Groene Amsterdammer, (2 oktober 1937). Over: J.W.F. Weremeus Buning, Ik zie, ik zie wat gij niet ziet. (L)
  • Over: Meia Kaas Albarda, Inleiding tot de poëzie van Henriëtte Roland Holst, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (7 oktober 1937). (L)
  • ‘Veelvuldig wegen en afwegen. Essays van acht protestantsche letterkundigen’, over: De weegschaal. Essays van protestantsche letterkundigen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (8 oktober 1937). (L)
  • ‘Pleidooi met omwegen’, De Groene Amsterdammer, (23 oktober 1937). Over: Fré Dommisse, Het licht op den drempel. (L)
  • ‘Karakter en peil van ons hedendaagsch proza’, Opwaartsche Wegen, 15.9 (november 1937), p. 297-299.
    Bijdrage naar aanleiding van een door de redactie gehouden enquête omtrent karakter en peil van het creatief proza der laatste tien jaren (1926-1936) in ons land. (E)
  • Over: Ab Visser, Dobbelsteen, en Theo ten Hooven, Van God en het hart, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (18 november 1937). (L)
  • Over: Roelofje Hart, De gevulde schaal, en Anna Hers, Inwijding, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (19 november 1937). (L)
  • Over: Mek le Conge Kleyn-Janssen, Hemelsche steden, en Martien Beversluis, De brug die noord en zuid verbindt, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 november 1937). (L)
  • Over: Reinier van Genderen Stort, Rijmproeven, en Willem Hessels, Het randgebied, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (23 november 1937). (L)
  • Over: Gerard den Brabander, Opus 5, J. Slauerhoff, De opstand der Guadalajara, en B. Stroman, Het centraalstation, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 november 1937). (L)
  • Over: Pierre van Valkenhoff, De gouden tak, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 november 1937). (L)
  • Over: Willem de Mérode, Ruischend bamboe, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 november 1937). (L)
  • ‘Een familiebinding’, De Groene Amsterdammer, (27 november 1937). Over: Rosamund Lehmann, The weather in the streets. (L)
  • Over: Eduard Hoornik, Dichterlijke diagnose, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 november 1937). (L)
  • Over: J.G. Escher, Het bezwaarde hart, en Wilhelmina Smit-v.d. Wal, Droomen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (l december 1937). (L)
  • Over: Willem Brandt, Oostwaarts, Willem van Iependaal, De vink op de waslijn, Martien Beversluis, Chimera’s, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 december 1937). (L)
  • ‘Vele kaatsvlakken’, over: Kristal. Letterkundig jaarboek, [o.r.v. Emmy van Lokhorst en Victor E. van Vriesland], Nieuwe Rotterdamsche Courant, (4 december 1937). (L)
  • Over: Henri Bruning, Fuga, Rudolf Escher, Gedichten, Anton van Duinkerken, Roel Houwink en Victor E. van Vriesland, De dichters van het jaar, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (7 december 1937). (L)
  • Over: J.H. Eekhout en G. Kamphuis, Rilke in Holland, Robert Vivier, Au bord du temps, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (8 december 1937). (L)
  • Over: Frans Buyle, De steen der wijzen, Gery Helderenberg, Doodendans, A. W. Grauls, Arabische lyriek, Victor J. Brunclair Het heilige handvest, Ernest Claes, Van den os en den ezel, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (21 december 1937). [Helderenberg, zie Strijd, p. 26 ‘Spreekverbod voor de dood’] (L)
  • Over: Jan Engelman, Bij de bron, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (27 december 1937). (L)

1938

  •  ‘Inleiding’ in: Adriaan van der Veen, Oefeningen, Maastricht 1938. p. 5-9. (IL)
  • ‘Roman en essay’, De Groene Amsterdammer, (l januari 1938). Over: Johan van der Woude, Spel in Positano. (L)
  • ‘Verdienstelijke constructie’, De Groene Amsterdammer, (15 januari 1938). Over: Emmy van Lokhorst, Van aangezicht tot aangezicht. (L)
  • Over: Marcel Ormoy, La terrasse sur la mer, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (19 januari 1938). (L)
  • Over: Michael Bauer, Christian Morgensterns Leben und Werk, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 januari 1938). (L)
  • Over: Ruth Schaumann, Der Spiegelring, Lina Staab, Jahr der Liebe, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (22 januari 1938). (L)
  • ‘Cyclus van het geloof, De Groene Amsterdammer, (29 januari 1938). Over: Arhur van Schendel, De grauwe vogels,  [zie Strijd en vlucht p. 17, ‘Van Schendels tetralogie’] (L)
  • Over: Margaret Hudig-Frey, Ein Spiel von der Seele , en Margaret Hudig-Frey, Gedichte, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (4 februari 1938). (L)
  • ‘De pen in het gedrang’, De Groene Amsterdammer, (12 februari 1938). Over: Anthonie Donker, Penibel journaal. (L)
  • Over: Martien Beversluis, De cracht van ’t landt bestaedt, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 februari 1938). (L)
  • Over: Herman Besselaar, En wie weet, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (1 maart 1938). ‘Chasalle wint het’, De Groene Amsterdammer, (5 maart 1938). Over: Constant van Wessem, Celly, lessen in charleston. (L)
  • Over: Jan H. de Groot, Botsing, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (8 maart 1938). (L)
  • Over: P. Minderaa, Het mensbeeld in de hedendaagse literatuur, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (11 maart 1938). (L)
  • ‘Joodsche avonturiers’, De Groene Amsterdammer, (12 maart 1938). Over: Fritz Heymann, Der Chevalier von Geldern. Eine Chronik vom Abenteuer der Juden. (L)
  • Over: A.J.D. van Oosten, Glorie des harten, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (15 maart 1938). (L)
  • Over: Maurice Gilliams, Vlaamsche lyriek 1830-1890, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (22 maart 1938). (L)
  • ‘Over religieuse sublimeering’, over: Menno ter Braak, De Augustijner monnik en zijn trouwe duivel, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (29 maart 1938). (L)
  •  Over: Stimmen der Völker, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 april 1938). (L)
  • Over: Louis de Wohl, De sterren gevolgd, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (12 april 1938). (L)
  • ‘Dichterlijke eenlijnigheid’, over: H. Marsman, Verzameld werk, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (16 april 1938). (L)
  • Over: M. Mok, Exodus, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 april 1938). (L)
  • ‘Allereerst het niveau’, over: A. den Doolaard, Wampie, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 april 1938). (L)
  • Over: J. Greshoff, Te grabbel, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 mei 1938). (L)
  • Over: Jaques Benoit, Uittocht, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (10 mei 1938). (L)
  •  Over: Anthologie des poètes de la N.R.F., Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 mei 1938). (L)
  • Over: A. Suidgeest, De gouden stad, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (31 mei 1938). (L)
  • ‘Kieschheid en schijnkieschheid’, Groot-Nederland, 36.5 (mei 1938), p. 493-496.
    Een bijdrage in de rubriek Commentaren over:
    Josine Reuling, Terug naar het eiland. (L)
  • Over: J. A. van der Made, Sakota, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (8 juni 1938). (L)
  • ‘De broekjes van Ot en Sien’, De Groene Amsterdammer, (l l juni 1938). Over: J. Heuff van Houweninge, Zoo piepen de jongen. (L)
  • Over: J.W.F. Weremeus Buning, Een ontmoeting met vreemde gevolgen, en ‘Engelsch boekennieuws. Historische romans de grote mode’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (14 juni 1938). (L)
  • Over: Paul de Vree, Elegische hymnen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (23 juni 1938). (L)
  • Over: Russen [gesprekken van S. Fedortschenka met Russische soldaten in 1916-1917, vertaald door Jan Eekhout], Nieuwe Rotterdamsche Courant, (28 juni 1938). (L)
  • Over: Pierre Kemp, Fugitieven en constanten, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 juli 1938). (L)
  • ‘Alie van Wijhe-Smeding. Romancière uit roeping’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 juli 1938). (N)
  • Over: Ilja Destinow, Karmijn, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (12 juli 1938). (L)
  • Over: P.H. van Moerkerken, De bloedroode planeet, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (19 juli 1938). (L)
  •  Over: G.H. ‘s-Gravesande, Greshoff’s Ikaros bekeerd, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (29 juli 1938). (L)
  • Over: Eric van der Steen, Kortom, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (2 augustus 1938). (L)
  • Over: Johannes Tielrooy, Panorama de la litterature Hollandaise, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 augustus 1938). (L)
  • Over: Louis Mandin, L’aurore du soir, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (10 augustus 1938). (L)
  • Over: Clara Eggink, Het schiereiland, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (12 augustus 1938). (L)
  • Over: Josine Reuling, Terug naar het eiland, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (16 augustus 1938). (L)
  • ‘Twee Roomsche romantici’, De Groene Amsterdammer, (20 augustus 1938). Over: Jan Derks, Journaal van een dode. Louis de Bourbon, Vrouwen. (L)
  • Over: Jan H. Eekhout, Gilgamesj, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (24 augustus 1938).
  • ‘Een “parapsychologische” roman, De Groene Amsterdammer, (3 september 1938). Over: Jaap Bekkers, De sprong in het duister. (L)
  • Over: Deutsche Gedichte, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 september 1938). (L)
  • Over: Hans Martin, Getijden, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (13 september 1938). (L)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 36.10 (oktober 1938), p. 486-487.
    Over: Rudolf Escher, Toscanini en Debussy. (L?)

1939

  • ‘G.W. Lovendaal overleden (l 1.02.47-18.01.39)’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (18 januari 1939). [auteurschap o.v.] (N)
  • ‘Realistisch romantisme, Maria Coenen 1879-19 januari 1939’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (18 januari 1939). [auteurschap o.v.] (N)
  • ‘Een geboren verteller. Lode Baekelmans 1879-26 januari 1939’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 januari 1939). [auteurschap o.v.] (N)
  • ‘Bij den dood van den dichter William Butler Yeats’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 januari 1939). (N)
  • ‘Alibi der inspiratie I’, over: Albert Verwey, Oorspronkelijk dichtwerk, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (4 februari 1939). [zie Albert Verwey en de idee, p. 90 en Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28.08.1935 en 08.11.1936]
  • Over: Edgar Maass, lm Nebel der Zeit, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (9 februari 1939). (L)
  •  ‘Alibi der inspiratie II’, over: Albert Verwey, Oorspronkelijk dichtwerk, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (11 februari 1939). [zie Albert Verwey en de idee, p. 90] (L)
  • ‘Tusschen denker en dichter’, over: Sully Prudhomme 1839-1908, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 maart 1939). [auteurschap o.v.] (N)
  • ‘La charteuse de Parme. Eenige historische feiten en data’, over: Stendhal (1839-6 april 1939), Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 april 1939). [auteurschap o.v.] (N)
  • Over: Theo J. van der Wal, Vreemdelingen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 april 1939). (L)
  • Over: Lode Baekelmans, Pleisteren, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 mei 1939). (L)
  • ‘Ruiters met verschillende snelheid’, over: de film March of time in de literatuur. Met teksten uit het werk van Ary Prins, Arthur van Schendel en S. Vestdijk (‘Parc aux-Cerfs’, uit De dood betrapt), Nieuwe Rotterdamsche Courant, (21 mei 1939). [auteurschap o.v.] (R)
  • ‘Water uit de rotsen’, over: Hans van Haaren, Episode, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (3 juni 1939). (L)
  • ‘De nieuw Joyce’, Kroniek van (hedendaagsche) kunst en kultuur, 4.21/22 (15 september 1939), p. 334-339. (L)
  • ‘Tendentieuze voorlichting’, over: Kléber Haedens, Gérard de Nerval ou la sagesse romantique, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (10 oktober 1939). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • Over: Peter van Steen, De droom, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (1 november 1939). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De fatsoenrakker’, Groot-Nederland, 37.11 (november 1939), p. 451-458. Bijdrage over J.W.F. Weremeus Buning, criticus bij De Telegraaf. (P)
  • ‘Dwars door den vreemde’, over: Albert Helman, Het vergeten gezicht, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (18 november 1939). (L)

1940

  • Over: Leo van Breen, Het gebit, Leo van Breen, De bedelares, Leo van Breen, Vier voor het voetlicht, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (19 maart 1940). (L)
  • ‘Het wezen der poëzie’, Criterium, 1.2 (april 1940). p. 96-103.
    [verwerkt in Albert Verwey en de idee, de titel van dit artikel komt in de bundel niet voor (Brüll) (L)
  • Het aardsche hemelsche rijk’, Het Hollandsche Weekblad, 8.19 (11 mei 1940), p. 5. Over: Dr. Lin Yutang, Mijn land en mijn volk. Levenswijsheid met een glimlach. (L)
  • ‘Bij een posthuum gedicht van E. du Perron’, Groot-Nederland, 38.8 (augustus 1940), p. 658-661. [artikel gaat vooraf aan het gedicht ‘De grijze dashond’ van Du Perron. Artikel werd onder de titel ‘inleiding’ opgenomen in de bundel De grijze dashond, Rijswijk 1941] (IL)
  •  ‘Het juiste midden’ over: Ed. Hoornik, Tafelronde. Studies over jonge schrijvers, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (7 november 1940). (L)
  • Over: Francois Pauwels, Een dag van Leugen, tweede boek, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 november 1940). (L)
  • ‘Kritische aanteekeningen’, Groot-Nederland, 38.12 (december 1940), p. 1073-1074.
    p. 1073: Jan H. Eekhout, Kalevala;
    p. 1073-1074: H.S.E. Burgers, Über die Embryologie der menschlichen Seele. (L)

1941

  • ‘Inleiding’ in: Edgar Allen Poe, Fantastische vertellingen, Amsterdam 1941. [Gedeeltelijk herdrukt in De Poolsche Ruiter] [tijdens de bezetting verscheen van deze tekst een onbekend aantal herdrukken, gedrukt van hetzelfde zetsel met verbetering van de drukfouten in de eerste druk] (IL)
  • ‘Scheefheid en evenwicht’, over: Gerard den Brabander, Materie-man, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (4 januari 1941). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • Over: Freek van Leeuwen, Wederkomst, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (14 januari 1941). (L)
  • ‘Keuze en kieskeurigheid’, over: Herwig Hensen, Oefeningen naar binnen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 januari 1941). (L)
  • ‘Eerbied voor de gewoonste dingen’, over: M. Vasalis, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (15 februari 1941). [opgenomen in Dirk Kroon, Ik heb mijzelf nog van geen ding bevrijd, ‘s-Gravenhage 1983. [opstellen over de poëzie van Vasalis]] (L)
  • ‘Van spel tot ernst’, over: A. J.D. van Oosten, Vuursteen, Maarten Vrolijk, Donker, zon en golven, H. de Wit en D. Warners, Twee reizen, T. van Ameide, Eeuwige lente, Jan H. de Groot, Jeremia, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (15 april 1941). (L)
  • Over: R. Franquinet, Boven puin en asch, L.P.J. Braat, De witte wereld, Nieuwe Rotterdam­sche Courant, (6 juni 1941). (L)
  • Over: H. de Bruin, Hernieuwd herdenken, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (5 juli 1941). (L)
  • Over: Albert Helman, De rancho der tien mysteries, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (20 juli 1941). (L)
  • Over: Gerhard Schumann, Bewährung, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (21 juli 1941). (L)
  • Over: Arthur van Schendel, De fat, de nimfen de nuf, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (25 juli 1941). [aantekeningen in het boek en twee vel UBU] (L)
  • Over: Martien Beversluis, Ons aller eigen, en Gerrit Achterberg, Osmose, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (30 juli 1941). (L)
  • ‘De verantwoordelijkheidsgedachte uitgebeeld. Eenig in de wereldliteratuur’, over: Arthur van Schendel, De menschenhater, Het Vaderland, (3 augustus 1941). [aantekeningen in het boek UBU](L)
  • Over: Jan Prins, Later werk, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (6 augustus 1941). (L)
  • Over: Theun de Vries, Vox humana, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (13 augustus 1941). (L)
  • Over: Jacq. B. Besançon, Late verzen, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (26 augustus 1941). (L)
  • ‘Symbolist en klassicus. Bij den zeventigsten verjaardag van Paul Valéry 1871 – 30 october  1941’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (29 oktober 1941). (L)

1942

  • ‘Bij den dood van Van Genderen Stort. De schrijver van één boek’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (11 januari 1942). (N)

1945

  • ‘Politie-oorlog’, De vrije katheder, 5.14 (13 juli 1945), p. 40-41. Een dialoog tussen Godard en Arminius over de politie-oorlog. (R)
  • ‘Wel Duitsch op school’, Het Parool, (5 september 1945). (R)
  • ‘Encyclopedische geesten’, De vrije katheder, 5.23 (14 september 1945), p. 186-187. Een essay. (R)
  • ‘Een onbekend dichter. F. Schmidt-Degener staat het dichtst bij Adwaita’, over: 55 variaties op een bekend thema. Silvedene, tien suites voor viool en woord, Het Parool, (3 oktober 1945, UE 6.10.1945). (L)
  • ‘Een artistieke vergissing’, over: F. Bordewijk, Apollyon, Het Parool, (17 oktober 1945, UE 20.10.1945). (L)
  • ‘Evangelie der levensvreugde’, over: Arthur van Schendel, Het fregatschip Johanna Maria, en Arthur van Schendel, Een spel der natuur, Het Parool, (7 november 1945 UE 22.11.1 945). [ook opgenomen in Bzzletin, 5.38 (september 1976), p. 20-21. (L)
  • ‘De toekomst der kunst’, Kroniek van (hedendaagsche) kunst en kultuur, 7.1(1 november 1945), p. 13-15. (R)
  • Radiolezing over: Ernest Hemingway, Voor wien de klok luidt. Uitgezonden door Radio-Omroep “Herrijzend Nederland”, uitgezonden 29 december 1945. (LE)
  • ‘Beteekenis van Ter Braak en Du Perron: zij maakten schoon schip’, Het Parool, (8 december 1945, UE 13. 12. 1945). (R)
  • ‘Roman van het macabere’, over: Johan van der Woude, Anatomie, Het Parool, (29 december 1945, UE 09.01. 1946). (L)
  • ‘Avonturen en avontuurtjes’, Critisch Bulletin, 1 4. [herdenkingsnummer] (december 1945), p. 168-173. Recensie over: R. van Harlingen (ps. van R. Blijstra), Bij nadere kennismaking, en over: R. van Harlingen, Haaien voor Nabatoe. (L)

1946

  • ‘Inleiding’, in: A. Conan Doyle, Avonturen van Sherlock Holmes, Amsterdam 1946, p. 5-20. (IL)
  • ‘De stoep’, West-Indische gids, 27 (1946), p. 122-123. Een bijdrage in de rubriek boekbesprekingen over het West-Indische literaire blad De stoep. (L)
  • Rein Blijstra, interview, Vrij Nederland, 12-1-1946. (I)
  • ‘Van Meegeren als duivelskunstenaar’, De Baanbreker, 2.3 (19 januari 1946), p. 3. (R)
  • ‘De zuivere verbeelding’, over: F. Langen, Hélène in het heelal, Het Parool, (22 januari 1946, UE 19.01.1946). (L)
  • ‘Verzen uit gijzelaarskamp’, over: Prof. P. Geyl, O vrijheid!, Het Parool, (30 januari 1946, UE 02.02.1946). (L)
  • ‘Droom en werkelijkheid in de hedendaagse Nederlandse romankunst’ [lezing door Vestdijk voor de VARA-radio op 9 februari 1946 (14.45-15.00 uur) over de roman van Ferdinand Langen, Hélène in het heelal, zie. Het Parool, 19/22 januari 1946] [hiervan bestaat geen band meer] (LE)
  • ‘Dichtkunst als magie’, over: Gerrit Achterberg, Euridyce, Het Parool, (11 februari 1946). [verscheen in luxe uitgave in 1984, opl. 275 exemplaren, voor leden Achterberg-genootschap] (L)
  • ‘Poëzie der stekeligheid of de tiende muze’, De vrije katheder, 5.44 (15 februari 1946), p. 536-537. Over: Gerard den Brabander, De holle man. (L)
  • ‘Demonie en romantiek’, over: Hendrik de Vries, Robijnen, Het Parool, (9 maart 1946). (L)
  • Roman van den status quo’, over: Anna Blaman, Vrouw en vriend, Het Parool, (22 maart 1946). (L)
  • ‘Kunst en samenleving’, Vrij Nederland, (23 maart 1946).
    Geschreven door J.C. Bloem, S. Vestdijk, B. Verhoeven, K. Heeroma en Max Schuchart. (R)
  • ‘Ambassadeur onzer letteren’, over: Jan GreshofF, Het spel der engelen, Jan Greshoff, Rariteiten, Jan Greshoff, Fabrieksgeheimen, Jan Greshoff, Muze mijn vriendin, Jan Greshoff, Mimosa Pudica, Jan Greshoff, Kalender zonder dagen, Jan Greshoff, Bitter zoet, Jan Greshoff, Voor volwassenen, Het Parool, (20 april 1946). [Muze mijn vriendin bevat 1 vel aantekenin­gen UBU] (L)
  • ‘Wat is literatuur?’, Feest der muzen, 1.1 (april 1946), p. 24-25. (L)
  • ‘Het absurde als levensklimaat’, over: Albert Camus, L’etranger, Het Parool, (8 mei 1946). [met aantekeningen in het boek en 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  •  ‘Achttiende eeuws fascisme’, over: Ab Visser, Rudolf de Mepse, Het Parool, (31 mei 1946). (L)
  • ‘Dichter der vergankelijkheid’, over: A. Roland Holst, Voor West-Europa, A. Roland Holst, Een winterdageraad, A. Roland Holst, Helena’s inkeer, A. Roland Holst, Eigen achtergronden, Het Parool, (8 juni 1946). (L)
  • ‘Boeiende literaire kamermuziek’, over: Theun de Vries, De laars, Theun de Vries, De tegels van de haard, Theun de Vries, Eros in hinderlaag, Het Parool, (12 juni 1946). (L)
  • ‘Beroepskeuze en astrologie’, Ruim Baan, 1.20 (21 juni 1946), p. 12. (A)
  • ‘Het existentialisme en het misverstand’, over: J.P. Sartre, Les chemins de la liberté, J.P. Sartre, L’age de raison, J.P. Sartre, Le sursis, Het Parool, (28 juni 1946). (L)
  • ‘Philosophie der anti-philosophie’, De Baanbreker, 2.27 (6 juli 1946), p. 4-5. (R)
  • ‘Existentie en eros’, De nieuw stem, 1.7/8 (juli/augustus 1946), p. 455-472. Over de dissertatie van R.F. Beerling, Moderne doodsproblematiek. Een vergelijkende studie over Simmel, Heidegger en Jaspers. (R)
  • ‘De cel voor hem geen ivoren toren’, over: Anthonie Donker, Tralievenster, Het Parool, (21 augustus 1946). (L)
  • ‘Vlaamsche intelligentie en zintuigelijkheid’, over: Maurice Roelandts, Gebed om een goed einde, Het Parool, (31 augustus 1946). (L)
  • ‘Betekenispoëzie en kunstpoëzie’, over: Koos Schuur, Herfst, hoos en hagel, H. J. Scheepma­ker, Het gedenken, Het Parool, (14 september 1946). (L)
  • ‘Bij de dood van Arthur van Schendel’, Nieuwe Rotterdamsche Courant, (14 september 1946). [gepubliceerd in de Nationale Rotterdamsche Courant, enige tijd de naam van NRC] (N)
  • ‘Vrije wil en determinatie’, De Baanbreker, 2.37/38 (21 september 1946), p. 4. (R)
  • ‘Kinderen in de verstrooiing’, over: Dola de Jong, En de akker is de wereld, Het Parool, (30 september 1946). (L)
  • ‘Strijd tegen culturele zelfvoldaanheid’, over: P.N. van Wijk Louw, Ballade van die sterwende man, (uit Gestaltes en Diere) Het Parool, (12 oktober 1946). (L)
  • ‘Ontoereikendheid der logica’, Criterium, 4.14 (november 1946), p. 744-750.
    Bijdrage naar aanleiding van de reactie van H: Drion, ‘Paradox en logica’, Criterium, 4.10/11 (juli/augustus 1946), p. 307-315. (P)
  • Realisme en fantastiek’, over: A. van der Veen, Wij hebben vleugels, Het Parool, (19 november 1946). (L)
  • ‘Een gedicht bij het houtvuur’, over: Bertus Aafjes, Een voetreis naar Rome, Het Parool, (14 december 1946). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Twee dichters van het maquis’, over: P. Eluard, Au rendez-vous Allemand, suivi de poésie et vérité, L. Aragon, Lesjeux d’Elsa/Le crève-coeur, Het Parool, (28 december 1946). (L)’

1947

  • Advies inzake zelfmoord’, Kompas der Nederlandse letterkunde, Amsterdam 1947. (R)
  • ‘Mode en vernieuwing’, Kroniek van (hedendaagsche) kunst en kultuur, 8.1 (z.m. 1947), p. 8-10. (R)
  • ‘Twee poëtische bezweerders’, over: Gerard Diels, Het doornen zeel, W. Cordan, Tag und Nacht Gleiche, Het Parool, (25 januari 1947). (L)
  • ‘Poëzie van het voorbehoud’, Critisch Bulletin, 14.2 (februari 1947), p. 59-62. Recensie over: Victor E. van Vriesland, Vooronderzoek. (L)
  • ‘De mensch: hoe hij is en wat hij leest’, over: Prof. J. Romein, Daad en droom, Dr. G. W. Huygens, De Nederlandsche auteur en zijn publiek, Het Parool, (8 februari 1947). [ Huygens bevat 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Een novelle van het innerlijk duel’, over: Cola Debrot, Bid voor Camille Willocq, Het Parool, (22 februari 1947). (L)
  • ‘Troeven achter de hand’, Criterium, 5.3 (maart 1947), p. 202-207.
    Bijdrage in de rubriek Commentaren naar aanleiding van de reactie van H. Drion, ‘Renonce in troef, Criterium, 4.14 (november 1946), p. 750-753, en Arthur van Rantwijk, ‘Om en over de paradox’, Criterium, 4.14 (november 1946), p. 753-764, op de bijdrage van Vestdijk, ‘Het wezen van de paradox’ en ‘Ontoereikendheid der logica’. (P)
  • ‘Poëzie en norm’, De vrije katheder, 6.44 (7 maart 1947), p. 698-699. Een essay over de poëzie en over de poëzie van enkele jongeren. (L)
  • ‘Onze oorlog literair weerspiegeld’, over: Bert Voeten, Doortocht, Johan van der Woude, Arnhem betwiste stad, Dr. E. Wind, Auschwitz, Mr. Abel J. Herzberg, Amor fati, Amy Groskamp-Ten Have, Daar wordt gebeld, Eugène van Herpen, Via Dolorosa, Theun de Vries, De laars, Het Parool, (15 maart 1947). (L)
  • Onze hedendaagsche lyriek’, over: Hanno van Wagenvoorde, Karillon van november, H. A. Gomperts, Van verlies en dood, Guillaume van der Graft, In exilio, Victor Westhoff, Levend barnsteen, Het Parool, (22 maart 1947). [ In exilio bevat l vel aantekeningen, Karillon van november idem UBU] (L)
  • ‘Oude en jonge generatie’, over: Bert Schierbeek, Gebroken horizon, C. Stutterheim, De pianola, Marie Schmitz, Idylle tussen de rozen, Gerhard van Eckeren, De paarden van Holst, Het Parool, (12 april 1947). (L)
  • ‘Schommelingen tussen opstandigheid en gevoelsbetoon’, over: Gerard Walschap, Ons geluk, Het Parool, (26 april 1947). [2 vel aantekeningen UBU] (L)
  •  ‘Beperktheid van het sociale criterium’. Nagelaten werk van Du Perron en Ter Braak, over: E. du Perron, Indies memorandum., E. du Perron, In deze grootse tijd, E. du Perron, Blocnote klein formaat, M. ter Braak, Reinaert op reis, M. ter Braak, Waardigheid en macht, M. ter Braak, In gesprek met de onzen, M. ter Braak, Journaal 1939, Het Parool, (10 mei 1947). (L)
  • ‘Filosofie van de ‘N”, Vrij Nederland, (10 mei 1947). (R)
  • ‘Geremd meesterschap van de criticus’, over: D.A.M. Binnendijk, Zin en tegenzin, D.A.M. Binnendijk, Tekst en uitleg III, D.A.M. Binnendijk, Een protest tegen de tijd, D.A.M. Binnendijk, Oog in oog, Het Parool, (7 juni 1947). [Tekst en uitleg, 1 vel aantekeningen UBÜ] (L)
  • De jongeren ten voorbeeld’, over: Leo Vroman, Gedichten, Het Parool, (21 juni 1947). (L)
  • Roman van de ontragische persoonsverdubbeling’, over: Josepha Mendels, Rolien en Ralien, Het Parool, (5 juli 1947). (L)
  • ‘Zonder titel, Critisch Bulletin, 14.[spec. nr.] (augustus 1947), p. 231-232. Verhandeling over S. Vestdijk en de schilderkunst. (R)
  • ‘Romancier door zelfdiscipline’, over: Thomas Mann, Adel des Geistes, Het Parool, (13 augustus 1947). (L)
  • ‘Typen van natuuronderzoekers’, over: Manuel van Loggem, Het kleine heelal, in: Je Maintiendrai, 29 augustus 1947. (L)
  • ‘Oppervlaktespanning en haar tekort’, over: H. van Grevelingen, Het onverbreekbaar zegel, Het Parool, (30 augustus 1947). [2 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Onpersoonlijke of bovenpersoonlijke poëzie’, [Artikel nav. Van Eyck’s verjaardag], Het Parool, (27 september 1947). (L)
  • ‘Dichters van de “Amsterdamsche school'”, over: Ed. Hoornik, Tweespalt, Gerard den Brabander, De holle man, Gerard den Brabander, De steenen minnaar, Het Parool, (4 oktober 1947). [ 1 vel aantekeningen, De steenen minnaar, UBU] (L)
  • Dr. P.H. Ritter jr., ‘In gesprek met Simon Vestdijk’, Het Boek Van Nu, 1.2 (oktober 1947), p. 21-22. (I)
  • ‘Troost der nihilisten’, Standpunte, 2.4 (oktober 1947), p. 78-80. Bijdrage in de rubriek Aantekeninge. (R)
  • ‘Essayist met debatteerlust’, over: A. Marja, Schuchter en iets luider, A. Marja, Waar ik ook ga, A. Marja, De bajesballade, A. Marja, De keuze, Het Parool, (25 oktober 1947). (L)
  • Een boeiend maar vrij zwak debuut’, over: W.F. Hermans, Conserve, Het Parool, (8 november 1947). [ook opgenomen in Kroniek, 1.1 (lente 1973), p. 45. (L)
  • Poëtische bezieling en klare intelligentie’, over: M. Vasalis, De vogel Phoenix, Het Parool, (22 november 1947). [opgenomen in Dirk Kroon, Ik heb mijzelf nog van geen ding bevrijd, ‘s-Gravenhage 1983, p. 75-77
    [opstellen over de poëzie van Vasalis]] (L)
  • ‘Romancier en essayist’, over: Arthur Koestler, dieven in de nacht, Arthur Koestler, De yogi en de volkscommissaris, Het Parool, (20 december 1947).

1948

  • ‘De scherpe contour’, Standpunte, 3.1 (januari 1948), p. 21-28. (R)
  • Bordewijk, Bij gaslicht, F. Bordewijk, Vijf fantastische vertellingen, Het Parool, (3 januari 1948). [1 vel aantekeningen over, Bij gaslicht van Vestdijk en H. van Eyk UBU] (L)
  • ‘Dichter met meesterlijke taalbeheersing’, over: Hendrik de Vries, Atlantische balladen, Hendrik de Vries, Toovertuin, Het Parool, (17 januari 1948). [Toovertuin bevat 1 vel aantekeningen. Atlantische balladen bevat ook 1 vel aantekeningen, maar hoort niet tot het corpus: besproken in NRC, 19 maart 1938 (herdrukt in Muiterij tegen het etmaal 77), (herdrukt in Groot-Nederland, 36.5 (mei 1938), p. 416-422. (herdrukt in Lier en lancet). Dit (overgenomen uit Mourits) lijkt me een vreemde geschiedenis omdat Lier en lancet eerder uitkwam dan Muiterij tegen het etmaal II. Het kan ook zijn dat er verschillende versies van hetzelfde werk bestaan, maar dan is er weer geen sprake van herdrukken] (L)
  • ‘Antwoord aan Hendrik de Vries’, Podium, 4.5 (februari 1948), p. 310-312. Bijdrage naar aanleiding van een artikel van H. de Vries, ‘Vestdijk, episch dichter en verteller’, Critisch Bulletin, 14.1 (januari 1947), p. 10-19. [recensie over Mnemosyne in de bergen] De bijdrage werd niet in Critisch Bulletin opgenomen omdat de discussie reeds gesloten was verklaard. (P)
  • ‘Een monografie van de drank’, over: Charles Jackson, The lost weekend, Het Parool, (14 februari 1948). [bevat 1 vel aantekeningen van Vestdijk en H. van Eyk UBU] (L)
  • ‘Briljant novellist’, over: Albert Helman, Omnibus, Albert Helman, Kleine kosmologie, Het Parool, (28 februari 1948). (L)
  • ‘Frivoliteit en verantwoordelijkheidsgevoel’, Criterium, 6.3 (maart 1948), p. 185-188. Bijdrage in de rubriek Commentaren naar aanleiding van een recensie van A. Mankes-Zernike in De Groene Amsterdammer van 31-1-1948 over De toekomst der religie. Opgenomen in: Fokke Sierksma, Tussen twee vuren, Amsterdam 1952, p. 99-103. (P)
  • ‘Jules Verne, fantast die gelijk kreeg schreef 25 jaar geleden: Phileas Fogg. Sprookjes in cijfers, paardenkrachten en kilometers’, Het Parool, (6 maart 1948). [o.v. artikel niet gesigneerd met S. Vestdijk, stijl doet echter sterk aan Vestdijk denken, Brüll] (L)
  • ‘Amerikaans schrijver van de Zuidelijke staten’, over: William Faulkner, Sanctuary, Het Parool, (13 maart 1948). [aantekeningen in boek UBU] (L)
  • ‘Een intelligent schrijver met drang tot avontuur’, over: R. Blijstra, Mijn vriend de koning, R. Blijstra, Evenwijdige lijnen, R. Blijstra, Diagnose, R. Blijstra, Avontuur in eenzaamheid, R. Blijstra, Mislukte isolatie, R. Blijstra, Geheim archief, R. Blijstra, Het gevaarlijke beroep, Het Parool, (27 maart 1948). (L)
  •  ‘Over de schrijver Kees Bokaal’, Podium., 4.7 (april 1948), p. 381-385. Een bijdrage in het 1 april-nummer, over C.J. Kelk. (L)
  • ‘Antwoord aan Hendrikje Stoffel’, Podium, 4.7 (april 1948), p. 435-436.
  • Bijdrage in de rubriek De Proppenschieter naar aanleiding van Hendrik de Vries, ‘Antwoord aan Simon Vestdijk’, Podium, 4.7 (april 1948), p. 431-435. (P)
  • ‘Brief aan A. Mankes-Zernicke’, Criterium, 6.4 (april 1948), p. 251-253. Bijdrage in de rubriek Commentaren naar aanleiding van de brief van A. Mankes-Zernicke, ‘Brief aan S. Vestdijk’, Criterium, 6.4 (april 1948), p. 250-251 als reactie op Vestdijks ‘Frivoliteit en verantwoordelijkheidsgevoel’. Opgenomen in: Fokke Sierksma, Tussen twee vuren, Amsterdam 1952, p. 104-106. (P)
  • ‘Drie virtuose novellen’, over: Jeanne van Schaik-Willing, Leerschool, Het Parool, (10 april 1948). (L)
  • ‘Proza van een speels dichter’, over: Eric van der Steen, Zeepbellen en handgranaten, Het Parool, (24 april 1948). (L)
  • ‘Het meesterschap der allerkleinste dingen’, over: Henriëtte van Eyk, Bedelarmband, Het Parool, (8 mei 1948). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Inzake de toekomst der religie’, Podium, 4.9 (juni 1948), p. 546-550.
    Bijdrage in de rubriek De Proppenschieter. Opgenomen in Fokke Sierksma, Tussen twee vuren,Amsterdam 1952, p. 109-114. (P)
  • ‘Een scherp en grillig geslepen spiegel van onze tijd’, over: Cola Debrot, Bewolkt bestaan, Het Parool, (5 juni 1948). [1 vel aantekeningen van Vestdijk en H. van Eyk UBU] (L)
  • ‘Een wijsgerig stelsel in beknopt bestek’, over: Victor E. van Vriesland, Grondslagen van verstandhouding, Het Parool, (19 juni 1948). (L)
  • ‘Invloed van Amerikaanse schrijvers op Vlaamse romankunst’, over: Piet van Aken, Alleen de dooden ontkomen, Het Parool, (3 juli 1948). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Jongeren over een “duister” dichter’, over: Commentaar op Achterberg, Het Parool, (31 juli 1948). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De bescheiden martelaar’, Criterium, 6.7/8 (juli/augustus 1948), p. 483-490. Bijdrage over Graham Greene in de Kroniek van de Engelse litteratuur.
  • Het proces van F. Kafka. Een Nederlandse vertaling’, Het Parool, (14 augustus 1948). [opgenomen in Vestdijkkroniek, 1.3/4 (maart 1974), p. 87-88.] (L)
  • ‘Antwoord aan prof. Miskotte’, Podium, 4.11/12 (augustus/september 1948), p. 763-767. Bijdrage in de rubriek De proppenschieter. Opgenomen in Fokke Sierksma, Tussen twee vuren, Amsterdam 1952, p. 121-124. (P)
  • ‘Een roman over Hugo de Groot’, over: Annie Romein-Verschoor, Vaderland in de verte, Het Parool, (11 september 1948). (L)
  • ‘Een literair zelfportret’, over: Scott Fitzgerald, De grote Gatsby, Het Parool, (25 september 1948). [aantekeningen in boek UBU] (L)
  • ‘Essay van geheel eigen denkstijl’, over: F. Sierksma, Schoonheid als eigenbelang, Het Parool, (23 oktober 1948). (L)
  • 101 schoten ter ere van de droomprinses’, over: Bertus Aafjes, Het koningsgraf, Het Parool, (6 november 1948). (L)
  • ‘Symbool van menselijk lijden’, over: Albert Camus, De pest, Het Parool, (20 november 1948). [aantekeningen in boek en 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Zonder voorbehoud een meesterwerk’, over: Anna Blaman, Eenzaam avontuur, Het Parool, (4 december 1948). [opgenomen in Vestdijkkroniek, 1.3/4 (maart 1974), p. 85-86.] [bevat een begeleidend briefje van Nijgh en Van Ditmar, op de achterzijde aantekeningen van Vestdijk, UBU] (L)
  • ‘Eeuwig jeugdige Gresshoff zestig jaar. Hij had de moed “minder” te zijn ter wille van persoonlijke zuiverheid’, Het Parool, (18 december 1948). (L)

1949

  • ‘Greshoff’s vooroorlogsche poëzie’, Standpunte, 4.1 (januari 1949), p. 17-19. Bijdrage in het Jan Greshoffnummer. (L)
  • ‘Zeldzame zin voor grote lijn en vlakverdeling’, over: Theun de Vries, 1848: Een spook waart door Europa, Het Parool, (8 januari 1949). [bevat 1 vel aantekeningen, ook over Ter Braak UBU] (L)
  • ‘Het relaas van een voltooid verleden’, over: H. van Grevelingen, Spel zonder inzet, Het Parool, (22 januari 1949). (L)
  • ‘Romancier, novellist, essayist’, over: Maurits Dekker, Omnibus, Het Parool, (19 februari 1949). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Antwoord aan prof. G. van der Leeuw’, Podium, 5.2 (februari 1949), p. 126-128.
  • Bijdrage in de rubriek De proppenschieter. Opgenomen in Fokke Sierksma, Tussen twee vuren, Amsterdam 1952, p. 127-129. (P)
  • ‘Voor het laatst (?) De toekomst der religie’, Podium, 5.3 (maart 1949), p. 187-192.
    Bijdrage in de rubriek De proppenschieter. Opgenomen in Fokke Sierksma, Tussen twee vuren,Amsterdam 1952, p. 140-144. (P)
  • ‘Novellenbundel vol speelse fantasie’, over: Ben Stroman, Het Parool, (26 maart 1949). [1 vel aantekeningen UBU][De karpervijver] (L)
  • ‘Het geschonden geweten en Heerschappij van de angst nieuwe Graham Greene-vertalingen’, Het Parool, (9 april 1949). [zie: Criterium, 6.7/8 (juli/augustus 1948)] (L)
  • ‘Talent in wezen ongerept’, over: Ed. Hoornik, Ex tenebris, Het Parool, (23 april 1949). (L)
  • Overgang van spel naar werkelijkheid’, over: Josepha Mendels, Je wist het toch…, Het Parool, (7 mei 1949). [opgenomen in Max Nord, Josepha Mendels, Amsterdam 1981.] [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Strijd tussen moeder- en vader-religie’, over: Robert Graves, Argonautentocht, Het Parool, (27 mei 1949). [1 vel aantekeningen van H. van Eyk en Vestdijk] (L)
  • ‘De gedachte der tijden’, over: Zes korte “historische” romans van P.H. van Moerkerken, Het Parool (11 juni 1949). (L)
  • ‘De roman van een roman. Thomas Mann beschrijft het ontstaan van zijn Doktor Faustus’, Het Parool, (25 juni 1949). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Een nieuwe roman over Mexico’, over: Albert Helman, Afdaling in de vulkaan, Het Parool, (9 juli 1949). (L)
  • Over: Max Eastman, Het verrukkelijke leven. Autobiografie, Het Parool, (23 juli 1949). [bevat 3 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Schrijvers van heden. Inleiding van Victor E. van Vriesland bij bloemlezing uit Bordewijk’s werk’, Het Parool, (6 augustus 1949). [l vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Het leven van een Zwitsers meisje’, over: Leonhard Frank, Mathilde, Het Parool, (20 augustus 1949). [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Pijlen voor, achter, links, rechts…’, Libertinage, 2.5 (september/oktober 1949), p. 375-387. Polemische bijdrage in de rubriek ‘Barricade’ naar aanleiding van een essay van H.A. Gomperts ‘Jagen om te leven’, Libertinage, 2 (1949), p. 125-130. (P)
  • ‘Ter Braak en Du Perron als elkaar bestrijdende strijdmakkers’, Algemeen Handelsblad, (l oktober 1949). Over: Briefwisseling Ter Braak-Du Perron. Een bloemlezing, De Vrije Bladen, 1949. [l vel aantekeningen UBU]
  • ‘Een iets te trage parachutist’, Algemeen Handelsblad, (22 oktober 1949). Over: Hubert Lampo, De ruiter in de wolken. Opgenomen in: Hubert Lampo, Autobiografie. Bibliografie, beschouwingen, Brussel 1975, p. 23-24. (L)
  • ‘Een nieuwe philosophie met oude wortels’, Algemeen Handelsblad, (19 november 1949). Over: Hans Redeker, Existentialisme. Een doortocht door philosophisch frontgebied. (R)
  • ‘Toon en het negende gebod’, Podium, 5. 12 (december 1949), p. 764-768.
    Bijdrage naar aanleiding van recensie van Anton van Duinkerken in De Tijd van 19-1 1-1949 over W.F. Hermans, De tranen der acacia’s. (P)

1950

  • ‘Over de stand der hedendaagsche litteratuur’, De Kim, 1.1 (1950), p. 7. [een bijdrage naar aanleiding van een enquetevraag over genoemd onderwerp] (E)
  • ‘Antwoord aan dr. D.H. Prins’, Mens en Kosmos., 6.? (1950), p. 73-80. [essayistische bijdrage nav. een artikel van Prins in Mens en Kosmos., 5.? (1949), p. 262-276, over De toekomst der religie. (P)
  • ‘Willy Corsari als leermeesteres’, Over Willy Corsari, Amsterdam 1950, p. 35-38. (L)
  • ‘De situatie van de roman’, Algemeen Handelsblad., (14 januari 1950). Over: meerdere auteurs en hun werk. (L)
  • ‘Open brief, Libertinage, 3.1 (januari/februari 1950), p. 49-51.
    Polemische bijdrage in de rubriek ‘Barricade’ naar aanleiding van een essay van H.A. Gomperts ‘Jagen om te leven’, Libertinage, 2 (1949), p. 453-456. (P)
  • ‘Volmaaktheid als karakteristiek’, Podium., 7.1 (januari/februari 1950), p. 79-80.
    Bijdrage in de rubriek Besprekingen over Gerard Kornelis van het Reve, De ondergang van de familie Boslowitz. (L)
  • ‘Antwoord aan J. J. Poortman’, Theosofia, 51.? (1950), p. 88-92. [essayistische bijdrage in de vorm van een open brief nav. een artikel van Poortman in Theosofia., 51.? (1950), januari p. 14-18 en februari p. 43-46 over De toekomst der religie. De bijdrage van Vestdijk wordt gevolgd door een naschrift van Poortman, p. 92-93.] (P)
  • ‘Oorlogskroniek in romanvorm’, Algemeen Handelsblad, (11 februari 1950). Over: Ben Stroman, Het huis Carbentus. [l vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De onopgehelderde jager’, Algemeen Handelsblad, (4 maart 1950). Over: H. A. Gomperts, Jagen om te leven. [Libertinage bevat 1 vel aantekeningen over dit boek] (P)
  • ‘De betekenis van Achterbergs sonnetten’, Algemeen Handelsblad, (11 maart 1950). Over: Gerrit Achterberg, Sneeuwwitje. (L)
  • ‘De roman in het buitenland I’, Algemeen Handelsblad., (25 maart 1950). Over: Na-oorlogse literatuur en haar voorlopers. (L)
  • ‘Naschrift’, Podium, 7.2 (maart/april 1950). p. 158-160.
    Bijdrage in de rubriek De proppenschieter naar aanleiding van H. de Vries, ‘Rijmverdoezelingen lettergreeptelling’, Podium, 7.2 (maart april 1951), p. 154-158. [over De glanzende kiemcel](P)
  • ‘Antwoord aan Anton van Duinkerken’, Podium, 6.4 (april 1950) p.255-258.
  • Bijdrage in de rubriek De proppenschieter naar aanleiding van de repliek van Anton van Duinkerken in De Tijd van 11-2-1950 op het artikel ‘Toon en het negende gebod’. (P)
  • ‘De roman in het buitenland slot’, Algemeen Handelsblad, (1 april 1950). Over: Literatuur der “understatements”. (L)
  • ‘Astrologie of wetenschap’, De Vrijdenker, 27.13 (l april 1950), p. 7. [essayistische bijdrage in de vorm van een open brief d.d. 15-3-1950, nav. een artikel van A.L. Constandse in De Vrijdenker, 27.4 (28 januari 1950), p. 1-2 over Astrologie en wetenschap. De bijdrage van Vestdijk wordt gevolgd door ‘Critiek op Critiek’ van Constandse, p. 7.] (P)
  • ‘Frivoliteit in dienst van de ernst’, Algemeen Handelsblad, (20 mei 1950). Over: Anna Blaman, De kruisvaarder, [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Ontwortelden in twee wereldoorlogen’, Algemeen Handelsblad., (27 mei 1950). Over: Bas van den Tempel, Trizonia. en Sjoerd Leiker, Buitengaats. (L)
  • ‘Tweede open brief, Libertinage, 3.3 (mei/juni 1950), p. 233-235.
    Polemische bijdrage in de rubriek ‘Barricade’ naar aanleiding van een essay van H.A. Gomperts’Jagen om te leven’, Libertinage, 3 (1950), p. 51-55. (L)
  • ‘Wanhoop overwonnen door liefde’, Algemeen Handelsblad, (24 juni 1950). Over: Alberto Moravia, Vrouw van Rome. (L)
  • Historische roman die geen roman is’, Algemeen Handelsblad, (l juli 1950). Over: Hella S. Haasse, Het woud der verwachting, [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Onkruid dat niet vergaan zal’, Algemeen Handelsblad, (15 juli 1950). Over: Henry Miller, Tropic of Cancer, Henry Miller, De wijsheid van het hart, en Henry Miller, Obsceniteit en de wet der wederkerigheid, [laatste titel bevat 3 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De persoonlijkheid in de poëzie’, Algemeen Handelsblad, (22 juli 1950). Over: J.B. Charles, zendstation. [2 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De sociaal-religieuze mens’, Podium, 7.4 (juli/augustus 1950), p. 313-320.
    Bijdrage in de rubriek De proppenschieter naar aanleiding van Fokke Sierksma, ‘Tussen twee vuren’, Podium, 6.10/11/12 (oktober/december 1950), p. 558-568 (658-668). [over De toekomst der religie, essay van Sierksma opgenomen in gelijknamige bundel] (R)
  • ‘Gekunsteldheid als stijlprincipe’, Algemeen Handelsblad, (12 augustus 1950). Over: Dr. B. Faddegon, Djajadêwa. (L)
  • ‘Alcohol in de romanliteratuur’, Algemeen Handelsblad, (26 augustus 1950). Over: meerdere auteurs en hun werk. (L)
  • ‘Een mystificatie ontkend’, Algemeen Handelsblad, (16 september 1950). Over: Max Croiset, Het petitionnement. en H. A. Gomperts1 bijdrage in Het Parool van 2 september 1950. [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De gevaren van het abstracte’, Algemeen Handelsblad, (23 september 1950). Over: Hans Redeker. (R)
  • ‘Plaats van de schrijver in de tegenwoordige wereldcrisis’, Critisch Bulletin, 17.[spec. nr.] (september/oktober 1950), p. 482-486. Verhandeling (R)
  • ‘Een eeuw geleden stierf Balzac. De “breedheid” van de romancier’, Algemeen Handelsblad, (7 oktober 1950). (L)
  • ‘Poëzie aan de klaagmuur’, Algemeen Handelsblad., (21 oktober 1950). Over: M. Mok, De vermoorden uit Israël. [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De vloek der revoluties’, Algemeen Handelsblad, (4 november 1950). Over: Ramon J. Sender, Zeven rode zondagen, [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Het systeem in de geschiedkunde’, Algemeen Handelsblad., (2 december 1950). Over: P. Geyl, Tochten en toernooien. (L)
  • ‘Existentialisme en poëzie’, Algemeen Handelsblad, (16 december 1950). Over: Hanno van Wagenvoorde, Job the man of the Ruble. (L)
  • ‘Despotisme als uitlaatklep der democratie’, Algemeen Handelsblad, (30 december 1950). Over: de verfilming van Robert Penn Warren’s All the king’s men. [boek bevat 1 vel aantekeningen UBU] (L)

1951

  • ‘De macht der cesaren. Herinneringen aan een novitiaat’, 40 jaren U.S.A. gedenkboek der Unitas Studiosorum Amstelodamesium, Amsterdam 1951. (R)
  • Flaptekst: Henriëtte en Bert van Eyk, Het verhaal van Jonker Flonker, z.p., 1951. [opgenomen in Catalogus van de bibliotheek Vestdijk, p. 12-13.] (IL)
  • ‘Miskenning, haar oorzaken en verschijningsvormen’, Algemeen Handelsblad, (13 januari 1951). Over: J. van Oudshoorn, Doolhof der zinnen. Opgenomen in: Wam de Moor, Over J. van Oudshoorn, Nijmegen 1976, p. 186-187. Ook in: Tirade, 20.219/220 (november/december 1976), p. 595-597. (L)
  • ‘De stok achter de deur’, Algemeen Handelsblad, (17 februari 1951). Over: Josepha Mendels, Als rook en vuur. (L)
  • ‘Cirkelvormige ontwikkeling’, Algemeen Handelsblad, (3 maart 1951). Over: Dr. Tj.Wr. de Haan, Volk en dichterschap. Over de verhouding tusschen volkscultuur en officiëele letterkunde. (L)
  • ‘Het leven van een misdadiger’, Algemeen Handelsblad, (14 april 1951). Over: Camilo José Cela, De familie van Pascual Duarte. (L)
  • ‘Illustratieve essaykunst’, Algemeen Handelsblad, (28 april 1951). Over: Pierre H. Dubois, Een beperkte houding in de tijd. [beperkte visie op Henry Miller?] [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Rondom Multatuli’, Het boek van nu, 4.9 (mei 1951), p. 1964. Achtregelige bijdrage in de rubriek ‘rondom Multatuli’ (L)
  • ‘De ontwikkeling van een dichter’, Algemeen Handelsblad, (26 mei 1951). Over: Ed. Hoornik, Verzamelde gedichten. (L)
  • ‘Psychologie als verslinder’, Algemeen Handelsblad, (l6 juni 1951). Over: Anna Blaman, Ram Horna. (L)
  •  ‘Toekomstroman groeiend uit het heden’, Algemeen Handelsblad, (7 juli 1951). Over: Jef Last, De rode en de witte lotus. (L)
  • ‘Een held in vermomming’, Algemeen Handelsblad, (14 juli 1951). Over: Woe Ch’eng-en, Hsi you Chi, vertaald uit het Engels door H. Foeken onder de titel Monkie. [1 vel aantekeningen UBU](L)
  • ‘Uitgestotenen en hun eenzelvigheid’, Algemeen Handelsblad, (21 juli 1951). Over: Hugo Claus, De Metsiers. [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Polemist en dromer, boogschutter en boog’, Algemeen Handelsblad, (l l augustus 1951). Over: J. Greshoff, Verzameld werk, vijf delen, [deel 1 bevat 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Een groot vernieuwer’, Algemeen Handelsblad, (25 augustus 1951). Over: Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis. [2 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘”Beledigd optimisme” van de twintigste eeuwer’, Algemeen Handelsblad, (15 september 1951). Over: Malparte, De macabere vrolijke, Malparte, De huid, Gheoghiu, De machteloos tragische, Gheoghiu, Het 25-e uur. (L)
  • ‘Over objectieve litteratuur beoordeling’, Algemeen Handelsblad, (13 oktober 1951). Over: Herbert Dingle, Science and literary criticism. (L)
  • ‘De beperkingen van de individualist’, Algemeen Handelsblad, (27 oktober 1951). Over: Jaques Gans, Het veege lijf. (L)
  • ‘Zielsconflicten van een Engels kostschoolmeisje’, Algemeen Handelsblad, (10 november 1951). Over: Olivia, door Olivia. [ps. Dorothy Bussy, vertaald door A.H. Nijhoff |[1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Novellen van twee antipoden: Protest en medelijden’, Algemeen Handelsblad, (24 november 1951). Over: Peter van Steen, In de spiegel Ab Visser, Het agentschap. (L)
  • ‘Een modern boetprediker’, Algemeen Handelsblad, (15 december 1951). Over: Gerard Diels, Na de bevrijding. (L)

1952

  • Interview met Pieter Grashoff (1952). [Dit interview werd nooit gepubliceerd] (I)
  • ‘Kentauren in soorten’, Algemeen Handelsblad, (5 januari 1952). Over: Hubert Lampo en Ben van Eysselsteyn, dubbelverhaal, Idomeneia en de Kentaur. [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘De Grieken en hun eeuwig appel’, Algemeen Handelsblad, (26 januari 1952). Over: Wolfgang Cordan, Julia der Erleuchtete. [aantekeningen in het boek en 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Dichterlijk prozaïst in vrouwelijke wereld’, Algemeen Handelsblad, (9 februari 1952). Over: Adriaan Morriën, Een slordig mens. Een bundel novellen. (L)
  • ‘Deraillement van een schoolmeester’, Algemeen Handelsblad, (16 februari 1952). Over: Arnold Clerx, Schandaal op Poeloeh-Tampah. (L)
  •  ‘Ontwikkeling van een essayist naar het “aardse” toe – subtilisering van maatstaven’, Algemeen Handelsblad, (23 februari 1952). Over: D.A.M. Binnendijk, Randschrift, [bevat 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Staat de vrouw boven de man?’, Algemeen Handelsblad, (8 maart 1952). Over: Marnix Gijsen, Joachim van Babylon en de reactie daarop van Esther de Raad (ps. van L. S. Palder). (L)
  • ‘Benadering van het mytische’, Algemeen Handelsblad., (12 april 1952). Over: W.H. Stenfert Kroese, De mythe van A. Roland Holst, en A. Roland Holst, Woest en moe. [Stenfert Kroese 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Verdediging van het zwakke geslacht’, Algemeen Handelsblad, (19 april 1952). Over: Simone de Beauvoir, La deuxième sexe. [aantekeningen in tweede deel en 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Satan in miniatuur’, Algemeen Handelsblad, (17 mei 1952). Over: Pär Lagerkvist, De dwerg. [aantekeningen in boek UBU] (L)
  • ‘Rechten van het individu’, Algemeen Handelsblad, (31 mei 1952). Over: Georges Simenon, Lettre a monjuge, Georges Simenon, Les temps d’Anaïs, Georges Simenon, L’ainé des Ferchaux. [Lettre a mon juge bevat 9 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Negen sonnetten plus één’, Algemeen Handelsblad, (14 juni 1952). Over: Ed. Hoornik, Toetssteen, en Ed. Hoornik, Het menselijk bestaan. (L)
  • Niemandsland en humaniteit’, Algemeen Handelsblad, (21 juni 1952). Over: W.F. Hermans, Het behouden huis. [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Een veteraan in de dichtkunst’, Algemeen Handelsblad, (28 juni 1952). Over: Albert Besnard, Doem en dorst, [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Scheiding als bron van liefde’, Algemeen Handelsblad, (19 juli 1952). Over: Benjamin Constant, Cécile. [2 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Ook hier vliegt de uil in de schemering’, Algemeen Handelsblad, (2 augustus 1952). Over: W. A. Braasem, Proza en poëzie om het heilige meer der Bataks, A. W. Braasem, Pantuns (vert.), A.W.Braasem, Woudzangen, Toeah en Djebat (vert. en bewerkt door Carel Voorhoeve), [bevat 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Tussen goed en kwaad’, Algemeen Handelsblad, (16 augustus 1952). Over: Maurice Sachs, Le Sabbat. Souvenirs d’une Jeunesse orageuze. [3 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Roman en essay op elkaars hielen’, Algemeen Handelsblad, (6 september 1952). Over: Proust en Huxley, over Charles B. Timmer, De overkant, Charles B. Timmer, Verticale vlucht, en over D. Opsomer, De angst bedankt. (L)
  • ‘Een tweede “Bestiaire”‘, Algemeen Handelsblad, (20 september 1952). Over: Jouhandeau, Nouveau Bestiaire. [2 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Het mannelijk element bij Rilke’, Algemeen Handelsblad, (25 oktober 1952). Over: Lou Albert-Lasards, Wege mit Rilke. (L)
  • ‘Het rassenprobleem belicht door een kleurling’, Algemeen Handelsblad, (15 november 1952). Over: Peter Abrahams, Onweer over Afrika. (L)
  • ‘Verbeten beheersing van energie’, Algemeen Handelsblad., (13 december 1952). Over: F. Bordewijk, De doopvont, [1 vel aantekeningen en gecorrigeerd typoscript van de recensie UBU](L)
  • ‘Stijgende en dalende lijnen in een grote roman’, Algemeen Handelsblad, (20 december 1952). Over: J.P. Sartre, De wegen der vrijheid. [2 vel aantekeningen UBU] (L)

1953

  • ‘De spiegel als symbool van zelfkennis en geweten’, Algemeen Handelsblad, (3 januari 1953). Over: Henriëtte van Eyk, De jacht op de spiegel. (L)
  • ‘Psychologische thriller op hoog en laag niveau’, Algemeen Handelsblad, (17 januari 1953). Over: Georges Simenon, Les volets verts, Georges Simenon, Une vie comme neuve, Georges Simenon, Un nouveau dans la ville. (L)
  • ‘De hel als achtergrond voor bovennatuurlijke lichtflitsen’, Algemeen Handelsblad, (14 februari 1953). Over: Francois Mauriac, Galigai. [2 vel aantekeningen UBU] (L)
  • Interview Rico Bulthuis, De Haagse Post, (14-2-1953). (I)
  • ‘Illusionisme der liefde’, Algemeen Handelsblad, (8 augustus 1953). Over: Romain Gary, Les Couleurs du Jour. (L)
  • ‘Ondermaatse vrouwelijke bemoeienis’, Algemeen Handelsblad, (12 september 1953). Over: Christiane Rooseboom, Rainer Maria Rilke. Der Weg einer Dichter, [aantekeningen in het boek en 1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Tribulatiën van een goochelaar’, Algemeen Handelsblad, (26 september 1953). Over: Georges Simenon, La fuite de M.monde, Georges Simenon, Antoine et Julie. [La fuite de M. monde bevat 8 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Genezing door ongegeneerdheid’, Algemeen Handelsblad, (10 oktober 1953). Over: Edgar Mittelholzer, Shadows move among them. (L)
  • ‘Familievloek en gemeenschap’, Algemeen Handelsblad, (31 oktober 1953). Over: Jean Giono, Le moulin de Pologne. [aantekeningen in boek UBU] (L)

1955

  • ‘Mijn eerste roman vertegenwoordigt een litterair-historisch probleem’, Het Vaderland, (10 december 1955). [Ook opgenomen in Schrijversdebuten, ‘s-Gravenhage 1960, p. 164-166.] (L)

1956

  • ‘Het monster en zijn rationaliseeringen’, Critisch Bulletin, 23.1 (april 1956), p. 35-38. Recensie over: Hubert Lampo, De duivel en de maagd. (L)
  • ‘Eenige reservepotjes’, De Gids, 119.5 (mei 1956), p. 368-392.
    Bijdrage naar aanleiding van F.L. Polak, De toekomst is verleden tijd., waarin aandacht voor De toekomst der religie. (P)
  • ‘Over film en roman’, De Kim, 6.6/7 (1956), p. 15-16. [een bijdrage naar aanleiding van de enquetevraag: ‘Acht u de huidige film in zijn beste uitingen een kunstvorm die -bij alle onderlinge verschillen- de roman in kunstwaarde evenaart?’] (E)
  • ‘Projectie en introjectie’, Critisch Bulletin, 23.7 (oktober 1956), p. 317-321.
    Recensie over: F. Sierksma, De religieuze projectie. Een antropologische en psychologischestudie over de projectieverschijnselen in de godsdiensten. (R)
  • ‘Omwegen van het gevoel’, Critisch Bulletin, 23.8 (november 1956), p. 340-343. Recensie over: G.K. van het Reve, The acrobat and other stories. (L)

1957

  • ‘Het bandeloos lied’, De Gids, 120.4 (april 1957), p. 267-275.
  • Bijdrage in de rubriek Kroniek van de poëzie, over A. Marja, De man van dag en nacht. (L)
  • ‘Oudejaar vieren met een romanfiguur – welke?’ [enquête onder schrijvers, in Het Vrije Volk, (31 december 1957)] (E)

1958

  • ‘Woord vooraf’, in: Nol Gregoor, Simon Vestdijk en Lahringen, Amsterdam ‘s-Gravenhage 1958, p. 5-6. (IL)
  • ‘The future of cultures’, Delta, 1.3 (autumn 1958), p. 7-9.
    Een bijdrage in de rubriek Western European Culture – An Enquiry, vertaald door N.C. Clegg-Bruinwold Riedel. (R)
  • ‘Simon Vestdijk 60 jaar’, Het Vrije Volk, (17-10-1958). [gefingeerd interview] (I)
  • Interview met Nol Gregoor voor Belgische tv-rubriek Vergeet niet te lezen, opgenomen in Hilversum op 20-10-1958. (I)
  • Bibeb in Vrij Nederland, 22-11-1958 en 31-1-1959. Opgenomen in: Bibeb en de VIP’s, Amsterdam 1965. (I)
  • ‘Hoe men zijn vacantietijd doorbrengt’, Elseviers Weekblad, (18 april 1959). [7 regels naar aanleiding van een enquetevraag] (E)

1959

  • ‘Repliek’, De Gids, 122.7 (juli 1959), p. 54.
    Een bijdrage naar aanleiding van Maurits Moks ingezonden artikel, De Gids, 122.6 (juni 1959), p. 444. (P)
  •  Interview met Clara Eggink, De Telegraaf, (13-11-1959). (I)

1960

  • ‘Inleiding’, in: Gerard den Brabander, Jac. van Hattum, Ed. Hoornik, Drie op één perron, Amsterdam 1960, p. 5-7. (IL)
  • Schrijversdebuten, ‘s-Gravenhage 1960
    ‘Het lied der dwaze bijen’, Elseviers Weekblad, (28 mei 1960).Bijdrage in de rubriek ‘Voorkeuren’, over M. Nijhoff, ‘Het lied der dwaze bijen’. (L)

1961

  • ‘De lof der nauwkeurigheid’, Elseviers Weekblad, (7 januari 1961). (R)
  • ‘Expositie’ in Unitas Studiosorum Amstelodamsenium, Programma van de viering van het Xe lustrum, 19-20 april 1961, p. 37. (R)
  • Vera de Vries, ‘Interview met Simon Vestdijk’, [gehouden op 19.5.1961]. Opgenomen in: Ad den Besten (red.) Een tien voor tieners, Amsterdam z.j. (I)
  • Een bijdrage in de rubriek ‘Schrijvers over hun lectuur’, Het Vaderland, (16 september 1961). (L)
  • ‘Gestalte onder mij’, Maatstaf, 9.6 (september 1961), p. 353-362.
    Polemiek met Ben Stroman naar aanleiding van diens artikel in Het Algemeen Handelsblad van 19-8-1968, ‘Vestdijk’s zelfportret gespiegeld in zijn vrienden’. (P)
  • ‘Is het Hollands Weekblad nog wel te redden?, Maatstaf, 9.8 (november 1961), p. 668-672. Polemiek met L. Ross naar aanleiding van diens artikel in het Hollands Weekblad van 4-10-1961, ‘Vestdijk en de doos van Pandora’. (R)
  • Stan Huygens, ‘Een huwelijk voor onze grootste romancier’, De Telegraaf, (18-11-1961). (I)
  • Nol Gregoor, In gesprek met Simon Vestdijk, Amsterdam 1967. [Weergave van de gesprekken tussen Vestdijk en Gregoor die de AVRO tussen 26-10-1961 en 26-6-1962 uitzond. Banden in Ned. Audiovisueel Archief] (I)

1962

  • ‘Inleiding’, in: Schrijvers prentenboek 8. Anna Blaman, ‘s-Gravenhage 1962, p. 12-13.
  • ‘Inleiding’, in: George Paloczi-Horvath, De schrijver en de kommissaris, Rotterdam ‘s-Gravenhage 1962, p. 7-10. [aantekeningen op achterkant brief Nijgh en Van Ditmar met verzoek inleiding bij Nederlandse vertaling van dit boek te schrijven] (IL)
  • Over Een Alpenroman, zijn jongste boek’, De periscoop, 13.4 (februari 1962). (L)
  • ‘Waarom ik Ross als polemist afwijs’, Maatstaf, 9.12 (maart 1962), p. 958-963. Polemiek met L. Ross naar aanleiding van diens bijdrage in Maatstaf, 9.12 (maart 1962), p. 952-958. (P)
  • ‘Een verkenning in de tuin’, De Gids, 125.3 (maart 1962), p. 191-193. Bijdrage in de rubriek Getuigenissen in het in memoriam-nummer Gerrit Achterberg. (L)

1963

  • ‘In Amsterdam ist immer etwas los’, Merian. Das Monatsheft der Stadte und Landschaften, 16.2 (1963), p. 28-36. (R)
  • Interview met H.U. Jessurun d’Oliveira. [niet opgenomen in Scheppen riep hij gaat van Au] (I)

1964

  • Radio-interview met H.A. Gomperts, ‘Literaire ontmoetingen’, Wereldomroep, uitgezonden op 5-2-1964. [banden in Ned. Audiovisueel Archief] (I)
  • Conny Sluysmans, ‘De duistere denker van Doorn hield zijn woord’, De Telegraaf, (10 oktober 1964). (I)

1965

1966-1971

  • ‘Bij twee gedichten van Gerrit Achterberg’, in: Bert Bakker, Andries Middeldorp e.a., Nieuw commentaar op Achterberg, Den Haag 1966, p. 234-238. (L)
  • Vraaggesprek met Geert Lubberhuizen in De Boekenkorf, maart 1966. (I)
  • ‘Over geëngageerde literatuur’, Contour?, 2.2 (maart 1966), p. 39. [korte vijfregelige reactie naar aanleiding van een enquête door de redactie over ‘Wat is engagement?’] (E)
  • ‘Antwoord’, Hermeneus, 38.5 (januari 1967), p. 135-137.
    Antwoord van Vestdijk op bijdrage van N. van der Blom, ‘Vestdijk en Woltjer’, idem, p. 134-135. (R)
  • ‘Schema en ideologie’, Maatstaf, 14.12 (maart 1967), p. 1013-1031.
  • Over: R. A. Cornets de Groot, De chaos en de volheid. Een vijfvoudig essay over S. Vestdijk, Den Haag 1966. [1 vel aantekeningen UBU] (L)
  • ‘Wat is nu eigenlijk één roman?’, Elseviers Weekblad, (2 september 1967). Bijdrage in de rubriek ‘In gesprek met mijzelf’. (L)
  • ‘Een levenswerk in triplo’, in: Vestdijk in kaart, Den Haag 1967, p. 11-12. (IL)
  • Leeuwarder Courant 9.10.1981 [brief aan de redactie van de schoolkrant van de R.S.G. voor atheneum, havo en mavo te Leeuwarden, gedateerd 4-10-1967] (R)
  • Dankwoord, Maatstaf, 16.8 (november 1968), p. 570-571. Uitgesproken ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van S. Vestdijk, gevierd in het Letterkundig Museum te Den Haag op 21 oktober 1968. (LE)
  • ‘De Grieken en ik’, Maatstaf, 16.11/12 (februari/maart 1969), p. 803-805. (R)
  • Bibeb in Vrij Nederland, 3.5.1969. Opgenomen in: Bibeb, De mens is een ramp voor de wereld, Amsterdam 1969. (I)
  • ‘Een keuze uit eigen werk’, 100 schrijvers maken een keuze uit eigen werk, Zeist 1970, p. 299-303. [sam. Adriaan van der Veen en Martin Mooy] (L)
  • Maatstaf, 19.4/5 (augustus/september 1971). [Vestdijk in memoriam-nummer, daarin: Nol Gregoor, Mijn laatste interview met Simon Vestdijk’, p. 251-265, ‘Een avondje met Simon Vestdijk’, p. 292-298. (I)