Jane Fenoulhet onderscheiden

De Britse professor Jane Fenoulhet kreeg 30 april jongstleden in Londen een lintje opgespeld door de Nederlandse ambassadeur Pim Waldeck. Zij werd benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau voor haar toewijding en verrichtingen ter bevordering van Nederlandse Taal en Literatuur in de Engels sprekende wereld, of zoals ambassadeur Waldeck het verwoordde in zijn speech: ‘de globalisering van Nederlandse taaleducatie’.

Als professor Nederlandse Taal en Literatuur heeft Fenoulhet bijna zeventig publicaties op haar naam staan. Leden van de Vestdijkkring kennen haar door haar publicaties in de Vestdijkkroniek: ‘A novel within a novel within a novel ….’ (VK 19 en 20, 1978), ‘De scheppende elite’ (over Het glinsterend pantser – VK 31, 1981) en ‘Machtsspel met de lezer’ (over Het verboden bacchanaal – VK 63, 1989). In een gesprek met onze redacteur op de Koninginnedagreceptie in Londen bleek professor Fenoulhet nog steeds enthousiast Vestdijkliefhebber: ‘Het is intrigerend dat Vestdijk nog steeds zo actueel is. Ongetwijfeld komt er een heropleving van de interesse in zijn werk.’ Wie weet krijgen we in de toekomst weer eens iets van haar hand te lezen!

Link naar website ambassade in Londen

HO, 10 mei 2010


Vestdijk in de pers

Gerrit Komrij schrijft over tekortschietende kunstkritiek in   NRC Handelsblad van 6 mei 2010:

‘Een begrippenpaar dat uit de gratie is geraakt is het begrippenpaar tekort en teveel. Het werd ooit, meen ik, door Simon Vestdijk geïntroduceerd. Hij had het daarbij over poëzie, met als me goed herinner, Slauerhoff als een typisch dichter van het teveel. […] Het begrippenpaar tekort en teveel is heel bruikbaar bij het bekijken van kunst. Ik betrap me erop dat het zich vaak aandient in mijn hoofd, als ik in een galerie of een museum sta.’

Vestdijk gebruikte echter in een interview met Nol Gregoor een ander begrippenpaar, maar het komt wel op hetzelfde neer. Mogelijk dat Vestdijk het door Komrij gehanteerde onderscheid elders heeft gebruikt. Maar in het laatste interview van Nol Gregoor met Vestdijk bij gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag, noemt Vestdijk zichzelf een kunstenaar die schept uit een gemis . Het interview is opgenomen in Maatstaf 4/5, het ‘in memoriam’ van augustus/september 1971. Mieke Vestdijk, die ook bij het interview aanwezig is, merkt op dat Vestdijk niet visueel is ingesteld en dat hij daarom veel beschrijven moet. Vestdijk valt Mieke dan als volgt bij: ‘Om het zelf op te roepen, ongetwijfeld is dat ook zo. Ik heb voor mezelf het wel eens zo geformuleerd, dat sommige schrijvers schrijven… sommige kunstenaars scheppen uit overvloed, en anderen die scheppen uit een gemis. Dan heb ik mezelf altijd als een duidelijk voorbeeld beschouwd van het gemis.’

Vorig jaar verscheen de roman van Kees ’t Hart De keizer en de astroloog . In deze roman komt de schrijver en astroloog Simon, alter ego van Simon Vestdijk, ook tot het schrijverschap vanuit zijn besef van zijn gemis, tekort, of gebrek. Zou Kees ’t Hart hierbij ook hebben gedacht aan Vestdijks eigen typering?

WvW, 7 mei 2010


Kalender: Actueel

mei 2010
M D W D V Z Z
« nov   jun »
 12
3456789
10111213141516
17181920212223
24252627282930
31  

Categorieën