Lof voor Sherlock Holmesvertaling van Vestdijk

Sherlock Holmes vertaald door Vestdijk - afbeelding van antiquariaat Fokas HolthuisTijdens de W.O.II heeft Vestdijk enkele vertalingen gemaakt van verhalen over Sherlock Holmes van Canon Doyle. Victoria van der Roest tikte ‘uit bibliofiele motieven’ zo’n vertaling op de kop, voorzien van een interessante analyse van Vestdijk over het succes van ‘de beroemdste aller detectives’. Zijn populariteit en succes verklaart Vestdijk uit het feit dat Holmes ondanks zijn ‘aversie tegen emotie toch een romantische held is.’
Vestdijk veroorlooft zich wat vrijheden in de vertaling, maar zonder iets weg te laten, ‘prettig leesbaar’; meer dan een woord voor woord vertaling, vindt Van der Roest in van woensdag 29 mei.

WvW, 30 mei 2013


‘Twee Meesters’

Vestdijk en Roland Holst achter de piano
Op 23 mei is het 125 jaar geleden dat de dichter Adriaan Roland Holst (1888-1976) werd geboren. In leven verwierf hij zich de bijnaam ‘de prins der dichters’. Eens werd hij met de andere grootheid, Simon Vestdijk samengebracht in een tentoonstelling ‘Twee Meesters’ in het Haags Gemeentemuseum (1958) Bij deze gelegenheid lieten zij zich achter de piano fotograferen ‘alsof  (curs. vW) ze quatre-mains speelden’, schrijft Jan van der Vegt in zijn biografie over Roland Holst (p.538). De biograaf raakt ook aan de verwantschap tussen Roland Holst en Vestdijk omdat zij beiden wisten wat er tijdens een depressie aan de hand was (p. 597). Het bracht Roland Holst tot de dichtregels die hij schreef na zijn laatste bezoek aan de zieke Vestdijk, die hem aankeek ‘uit een hel van ijs’. Veel eerder, tijdens hun ‘kwatrijnenstrijd’  – later gebundeld in Swordplay –wordplay zond Roland Holst Vestdijk al ‘In ernst’ een kwatrijn waarin hij rept over angst en wanhoop:
Tel van uw Brein licht ook de rijkste vangst:
Het edelst in uw denken blijft uw angst.
Wie ‘t Eeuwig Wezen loochent, kán nog groot zijn –
Wie ’t zonder wanhoop doet, is derderangsch.

WvW, 23 mei 2013


Ideologisch verdachte kunstpromotie

Tobie GoedewagenTobie Goedewaagen was als hoogste NSB’er in overheidsdienst verantwoordelijk voor de nazificering van Nederland. Als secretaris-generaal van het ministerie van Volksvoorlichting en Kunsten richtte hij de Kultuurkamer op en is hij de ‘vader’ van de overheidssubsidie voor kunst en kultuur. Na de oorlog kreeg deze intellectueel –een gepromoveerde filosoof-  12 jaar gevangenisstraf  en verdween in de vergetelheid. Over Goedewaagen verscheen een biografie van Benien van Berkel en haar proefschrift kreeg een handelseditie Tobie Goedewaagen (1895-1980); een onverbeterlijke nationaalsocialist. Hieruit blijkt dat Goedewaagen toch niet geheel in de vergetelheid was verdwenen. In 1953 kreeg Goedewaagen van uitgeverij Glock und Lutz de uitnodiging deel vier te schrijven in de serie Geistige Länderkunde. Dat deel ging over Holland.  In de paragraaf over letterkunde toont Goedewaagen zich een belezen kenner te zijn van het werk van Adriaan Roland Holst. Volgens Goedewaagen hebben de Oorlogservaringen tot nieuwe ontwikkelingen in de literatuur geleid. Familieromans (à la Couperus) maakten plaats voor boeken met een nieuw mensbeeld. Als voorbeelden hiervan noemde hij Blaman, Bordewijk en Vestdijk. Pas als zijn boek op het punt staat te verschijnen komt de uitgever er achter wie Tobie Goedewaagen is geweest: het boek verschijnt onder het pseudoniem Theodoor Meursen.
WvW, 8 mei 2013


Kalender: Actueel

mei 2013
M D W D V Z Z
« apr   jun »
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728293031  

Categorieën