Helga Ruebsamen en Vestdijk

Helga Ruebsamen
In het kort verhaal De bevrijding van Helga Ruebsamen dat in 1999 als Nieuwjaarsgeschenk door uitgeverij Atlas/Contact werd gepubliceerd voor een klein publiek, maar nu in een handelseditie herdrukt is, zegt een journaliste die een schrijfster bezoekt:

‘We gaan het deze keer hebben over vrouwen die op zekere leeftijd de moed vonden om opnieuw te beginnen, nou enfin, zoals jij dus…’

De aangesproken schrijfster: ‘Wat heet opnieuw beginnen? Ik heb wat gepubliceerd, liefje, omdat het hier toch maar in de weg lag, begrijp je. Schrijven deed ik mijn hele leven al, weet je wel, schrijven om niet te hoeven leven.’

‘O, wat mooi. Wat zeg je dat goed. Dat kan ik zo gebruiken voor het interview.’

‘Vestdijk zei het.’

‘Geeft niet. Jij zegt het hem na.’

WH, 30 juli 2014


Wie zijn de helden?

Vestdijk (l) en du Perron (r) op het strand in Scheveningen (foto aanwezig in het Letterkundig Museum)

De laatste aflevering van BOEK is deze zomer 2014 verschenen. Met het thema ‘helden en anti-helden’ neemt de redactie afscheid van de lezers. In het artikel van Hans van der Klis wordt aandacht geschonken aan een speciale vorm van heldenverering: de auteursgenootschappen. Op zaterdag 7 juni bezocht hij de bijeenkomst van het E. du Perron-genootschap, dat zijn 20 jarig bestaan vierde. Het Genootschap telt nog 80 leden. Voorzitter Kees Snoek zegt dat Du Perron ‘een schrijver is voor hoogopgeleiden, voor de happy few.’ En hoe moet dat verder? Snoek: Er is wel eens sprake van geweest om een aantal schrijversgenootschappen te laten opgaan in een soort interbellumgenootschap. Dan kun je denken aan verwante schrijvers als Ter Braak, Vestdijk, Marsman en Van Schendel, maar die gesprekken zijn destijds afgebroken en alle genootschappen bestaan nog steeds. De noodzaak om die stap te nemen, is kennelijk nog niet zo groot.’

Tja, zijn de leden van die genootschappen niet ook helden?

WvW, 24 juli 2014


Hans van Velzen doet aan Vestdijkpromotion

IMGP1906

Hans van Velzen is per 1 juli opgevolgd door Martin Berendse als directeur/bestuurder van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. De nieuwe directeur was als rijksarchivaris verbonden aan het Nationaal Archief in Den Haag. Zijn voorganger Hans van Velzen nam op maandag 7 juli na 26 jaar officieel afscheid  van ‘zijn’ OBA. Bij die gelegenheid kreeg hij uit handen van Simone Kukenheim, locoburgemeester van Amsterdam, de Frans Banninck Cocq Penning van de stad Amsterdam uitgereikt. Er waren vele huldeblijken van vakgenoten en organisaties van het bibliotheekwezen. Hans is in die wereld duidelijk een grote en gewaardeerde speler.

Ook tijdens zijn afscheid ontpopte Hans van Velzen zich als een goed regisseur, waarbij zijn geluksgetal 7 een prominente rol speelde. Op 7 juli viert hij zijn verjaardag, evenals de Centrale OBA zelf die op 7 juli 7 jaar geleden werd geopend in het nieuwe onderkomen op de Oosterdokskade. Voor Vestdijk was er veel aandacht. Hans tipte de vele, vele genodigden een gift te doen ten bate van een al lang gewenste uitgave van Vestdijks verzamelde essays. Dick Vestdijk luisterde met zijn trio ‘3 eilanden’ de middag muzikaal op door drie gedichten van vader Vestdijk ten gehore te brengen, waaronder, zeer toepasselijk, het gedicht ‘Lezende Titus’. Wim Hazeu sprak over het thema Vestdijk en de bibliotheek. Hans van Velzen had het laatste woord. Daarbij poseerde hij nog eens bij het borstbeeld van Vestdijk als ‘één van de 7 hoogtepunten’ en besloot hij met het voordragen van ‘de mooiste passage’ uit Terug tot Ina Damman. Voor de overvolle zaal werd op dat moment duidelijk waarom er op het toneel drie witte mutsjes aan een kapstok hingen. Het was een verwijzing naar het witte mutsje van Ina Damman, dat Anton ‘tussen andere witte mutsjes uit duizenden herkend zou hebben’.

IMGP1925

 

WvW, 8 juli 2014

Een fotoserie van de bijeenkomst in het OBA-theater is hier te zien.


Narcisme in de literatuur

De nadagen van Pilatus

Het zomernummer van De Groene Amsterdammer (3 juli) is gewijd aan het narcisme onder de titel: “Me, my selfie and I”. Daarin schrijft Kees ’t Hart over onbegrepen helden en egotrips in de literatuur. Vestdijk noemt hij de grote man in Nederland op narcistisch gebied met de Anton Wachter-cyclus. “Je moet maar durven, een reeks van acht boeken met jezelf in het centrum”.  ’t Hart leest ook maar zelden artikelen van schrijvers waarin ze met kracht afstand nemen van hun romans. Vestdijk is een uitzondering. Onder het pseudoniem P.S.E. Udo schreef hij immers een kritische recensie over de roman De nadagen van Pilatus. “Titel: ‘Hoofdfiguren, die er niet zijn’. Hij tekende niet alleen bezwaar aan tegen de merkwaardig grote rol van bijfiguren in de roman, maar vond ook dat de schrijver te veel werkte met allerlei tussenzinnetjes, die het geheel niet verder brachten. Dit alles in een artikel dat vol staat met tussenzinnetjes. Ironie!”

KM, 8 juli 2014


Kalender:

Warning: Undefined array key "categorie" in /customers/9/c/4/vestdijk.com/httpd.www/wp-content/themes/vestdijk/lib/PWS_Calendar.php on line 62
juli 2014
M D W D V Z Z
« jun   aug »
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28293031  

Categorieën