Eind 2021 verscheen het helaas wel zeer actuele boek van de journalist Tony van der Meulen, Russenangst, en hoe dat nooit meer helemaal overgaat. Van der Meulen schrijft over zijn al 65 jaar durende beduchtheid voor de agressie en intimidatie vanuit het Kremlin. Die begon voor hem op zondagmorgen 4 november 1956, halftien ’s morgens. De radionieuwsdienst van het ANP meldt dat de Russen Boedapest zijn binnengetrokken. Tony van der Meulen, zoon in een katholiek middenstandsgezin in Joure, is tien jaar oud.
Zijn ‘Russenangst’ krijgt nog meer voeding via o.a. het neerslaan van de Praagse Lente, MH17, de aanpak van oppositieleider Navalny en het conflict in 2021 in het oosten van Oekraïne. Hoe aangrijpend het beschrevene ook, Van der Meulen slaagt er in veel humor in zijn anekdotische analyse te leggen.
Voor vestdijkianen is de beschrijving van 21 oktober 1965 zeer de moeite waard. Van der Meulen is eerstejaars student in Groningen, en als eerstejaarsstunt besluit hij met een aantal medestudenten bij de Russische ambassade te gaan protesteren tegen de toekenning van de Nobelprijs voor Literatuur aan Michail Sjolochov. Op de terugweg willen ze een troostbezoek brengen aan Simon Vestdijk in Doorn. Van der Meulen had op het gymnasium in Sneek les van Vestdijk-kenner Anne Wadman, en is er goed van op de hoogte dat ook Vestdijk een van de genomineerden was.
Na een ‘joviaal’ ontvangst op de Russische ambassade (prachtig beschreven door TvdM) gaat de groep op weg naar Doorn. Mieke doet open en als ze melden dat ze komen voor een eerbetoon aan haar man, die het heeft moeten afleggen tegen een overschatte Rus, noodt ze hen van harte binnen. Het wordt een allerhartelijkst gesprek, de studenten overhandigen Vestdijk ‘als ultiem bewijs van hun afwijzing van Sjolochov een fles originele Russische wodka, verpakt in een exemplaar van de communistische partijkrant de Pravda.’ (…) ‘Over het kwaliteitsgehalte van de Russische literatuur heeft Simon Vestdijk een bondige opvatting: ‘Russen schrijven alleen over helden die dapper zieltogen op het slagveld en boeren die noest ploegen’.’
De studenten bieden Vestdijk het erelidmaatschap van hun jaar, 1965, aan en Vestdijk aanvaardt dat met een leuk speechje. Ook komt Anne Wadman nog ter sprake. Uiteindelijk wuiven Mieke en Simon Vestdijk de studenten hartelijk uit.
Zoals inmiddels bekend, is Vestdijk in 1965 (en niet alleen dat jaar) een van de officiële kandidaten geweest. Van der Meulen: ‘Maar nu, in 2021, behoort hij ondanks zijn geweldige oeuvre al tot de vergeten schrijvers. Mijn goed geoutilleerde boekverkoper heeft alleen nog De koperen tuin in voorraad. En daar is zelden vraag naar.’
Tony van der Meulen sluit het hoofdstuk Russen schrijven alleen over boeren die noest ploegen af met een beschrijving van de totale neergang van Sjolochov: in 2015 is als bewezen aangenomen dat hij De stille Don niet zelf heeft geschreven maar dat het een propagandaproject was van de Sovjet-Russische geheime dienst.
RJ, 4 maart 2022