Dat Herman Stevens een groot liefhebber van het werk van Vestdijk is, moge bekend zijn. In lezingen voor de Vestdijkkring, zoals in maart 2019, en bij de bijeenkomst voor de Anton Wachterprijs in datzelfde jaar, toonde Stevens zich een bevlogen bewonderaar.*
Dat die voorliefde zover ging dat Stevens’ tiende roman dezelfde titel heeft als de beruchte roman uit 1952 van Vestdijk, is heel treffend.
Jaap Goedegebuure bespreekt de roman in Trouw, 3 februari, met een fraaie illustratie van Tjarko van der Pol (zie hieronder) en zoekt naar overeenkomsten. Hij ontdekt dat Stevens nog voor zijn literaire debuut, 1987, al ‘een diepgravend en bewonderend essay’ over juist deze roman van Vestdijk schreef.
Goedegebuure vindt deze nieuwe Schandalen “beslist geen remake of imitatie. (… ) Er is eigenlijk maar één wezenlijke parallel: ook Stevens’ roman is een eerbetoon aan een vrouw die de auteur (en de op hem lijkende hoofdpersoon) met haar levenskunst ver achter zich laat.” En hij besluit, gelukkig na een doorwrochte bespreking: “Ziedaar wat analyses van het vaderlandse burgerdom anno 2024, neergepend met net zo’n vlijmscherp pennetje als dat van Vestdijk toen hij De schandalen schreef. Chapeau.”
Een betere aanleiding om deze twee scandaleuze romans te (her)lezen is nauwelijks mogelijk.
LW, 6 februari 2024