‘Twee Meesters’

Vestdijk en Roland Holst achter de piano
Op 23 mei is het 125 jaar geleden dat de dichter Adriaan Roland Holst (1888-1976) werd geboren. In leven verwierf hij zich de bijnaam ‘de prins der dichters’. Eens werd hij met de andere grootheid, Simon Vestdijk samengebracht in een tentoonstelling ‘Twee Meesters’ in het Haags Gemeentemuseum (1958) Bij deze gelegenheid lieten zij zich achter de piano fotograferen ‘alsof  (curs. vW) ze quatre-mains speelden’, schrijft Jan van der Vegt in zijn biografie over Roland Holst (p.538). De biograaf raakt ook aan de verwantschap tussen Roland Holst en Vestdijk omdat zij beiden wisten wat er tijdens een depressie aan de hand was (p. 597). Het bracht Roland Holst tot de dichtregels die hij schreef na zijn laatste bezoek aan de zieke Vestdijk, die hem aankeek ‘uit een hel van ijs’. Veel eerder, tijdens hun ‘kwatrijnenstrijd’  – later gebundeld in Swordplay –wordplay zond Roland Holst Vestdijk al ‘In ernst’ een kwatrijn waarin hij rept over angst en wanhoop:
Tel van uw Brein licht ook de rijkste vangst:
Het edelst in uw denken blijft uw angst.
Wie ‘t Eeuwig Wezen loochent, kán nog groot zijn –
Wie ’t zonder wanhoop doet, is derderangsch.

WvW, 23 mei 2013


Ideologisch verdachte kunstpromotie

Tobie GoedewagenTobie Goedewaagen was als hoogste NSB’er in overheidsdienst verantwoordelijk voor de nazificering van Nederland. Als secretaris-generaal van het ministerie van Volksvoorlichting en Kunsten richtte hij de Kultuurkamer op en is hij de ‘vader’ van de overheidssubsidie voor kunst en kultuur. Na de oorlog kreeg deze intellectueel –een gepromoveerde filosoof-  12 jaar gevangenisstraf  en verdween in de vergetelheid. Over Goedewaagen verscheen een biografie van Benien van Berkel en haar proefschrift kreeg een handelseditie Tobie Goedewaagen (1895-1980); een onverbeterlijke nationaalsocialist. Hieruit blijkt dat Goedewaagen toch niet geheel in de vergetelheid was verdwenen. In 1953 kreeg Goedewaagen van uitgeverij Glock und Lutz de uitnodiging deel vier te schrijven in de serie Geistige Länderkunde. Dat deel ging over Holland.  In de paragraaf over letterkunde toont Goedewaagen zich een belezen kenner te zijn van het werk van Adriaan Roland Holst. Volgens Goedewaagen hebben de Oorlogservaringen tot nieuwe ontwikkelingen in de literatuur geleid. Familieromans (à la Couperus) maakten plaats voor boeken met een nieuw mensbeeld. Als voorbeelden hiervan noemde hij Blaman, Bordewijk en Vestdijk. Pas als zijn boek op het punt staat te verschijnen komt de uitgever er achter wie Tobie Goedewaagen is geweest: het boek verschijnt onder het pseudoniem Theodoor Meursen.
WvW, 8 mei 2013


Herkenning en zelfspot bij Campert

De dokter en het lichte meisje - 34ste druk
Voor zijn wekelijkse column in de Volkskrant (20 april) wil Remco Campert een beschrijving opzoeken die hij zich herinnert uit Vestdijks De dokter en het lichte meisje. Maar hij wordt afgeleid, eerst  door de omslagfoto die Vestdijk toont achter zijn schrijfmachine. Zelf kent Campert dergelijke fotosessies ook, meestal tikt hij dan ‘van iedere zin ontdane mededelingen’. Hij denkt dat Vestdijk ‘zich nooit tot dergelijk gebrabbel zou hebben verlaagd’.
Dan wordt Campert op de 1ste pagina getroffen door ‘een intrigerende observatie’: de dokter uit de roman ziet collega’s zitten op een terras. Ze zien hem niet en dat wekt het gevoel ‘alsof er iets veranderd was, alsof er een ommekeer had plaatsgehad. Deze verandering voltrok zich binnen in mij, (…)’. De dokter concludeert: ‘Men is anders.’ Campert herkent het hier beschrevene., maar dan als ‘het moment, vlak voor de poëzie losbarst, als bevrijdende regen na een drukkende onweersdag.
In 1949 toen Vestdijk zijn materiaal verzamelde voor deze roman bezocht hij café Ebenova, dat in werkelijkheid Casablanca is op de Amsterdamse Zeedijk. In de roman beschrijft Vestdijk dit café uitvoerig. Iedereen kwam er vanwege de muziek,  ‘maar er kwam ook wel eens iets provinciaals binnenschuifelen.’  De jeugdige Campert (geboren 1929) kwam daar ook wel, maar kende Vestdijk niet. ‘Er is een gerede kans dat ik de schrijver wel heb gezien. Waarschijnlijk zou ik hem in mijn jeugdige alwetendheid tot de “iets provinciaals” hebben gerekend. Zelf was ik natuurlijk een van de “muzikalen”. Ach ja.’

WvW, 21 april 2013


Verbijstering over kap bomen Delftwijk Haarlem

HAARLEM – Buurtbewoners van Delftwijk zijn verbaasd dat bomen in hun wijk zijn gekapt. De oude reuzen moeten wijken voor een ander stuk natuur: het Simon Vestdijkpark .
Gerard Kapitein kijkt uit op het park in aanbouw, vernoemd naar de veelschrijver Simon Vestdijk. ,,Ik was verbijsterd toen ik maandagochtend zag dat er bomen werden omgezaagd. Ik was niet de enige. Meerdere omwonenden hebben de houthakkers aangesproken. Het is toch zonde om die prachtige bomen om te hakken voor een park. Ze zijn dertig jaar oud. In de lente hebben veel vogels er een nest.’’

Kapitein vindt het een fantastisch idee om een park te maken, maar hij snapt niet dat er natuur gesloopt moet worden voor een ander stuk natuur.

Volgens een woordvoerster van de gemeente moeten de bomen plaatsmaken voor de aanleg van het park. Het ontwerp voor het park is met buurtbewoners en de wijkraad gemaakt. ,,Het kan zijn dat bewoners die nieuw in de buurt zijn komen wonen, in de nieuwbouw, dat proces niet hebben meegekregen’’, aldus de woordvoerster.

Volgens de woordvoerster is het niet raar dat er bomen worden omgezaagd voor een nieuw park. ,,Een park heeft een andere structuur en andere soorten bomen.’’ Een kleine troost voor de omwonenden: de 36 omgehakte bomen worden vervangen en waarschijnlijk worden er nog meer geplant.’’

Haarlems Dagblad/ FH, 1 maart 2013

Foto’s en plattegrond aanleg Simon Vestdijkpark /RJ, 13 april 2013

‘Van bebouwing naar park’, De Haarlemmer , 11 april 2013 (pdf)


Het verhaal beklijft

Van wie is de geschiedenis?Hoogleraar sociale geschiedenis van de Universiteit Leiden Wim Willems doet als historisch biograaf ‘enige bekentenissen’ in zijn boek Van wie is de geschiedenis?  Het motto van deze bekentenissen is dat ‘kennis mag verouderen, een gloedvol verhaal klinkt nog heel lang na’. Daarom is hij er verheugd over dat biografen weer verhalen mogen vertellen. Al op de eerste pagina van zijn boek beschrijft Willems het belang van zijn kennismaking met literatuur. Zoals zijn kennismaking ‘met de taaltovenaar uit Doorn: Simon Vestdijk’. Voor Willems ‘waren zijn Anton Wachter-romans  een openbaring’. Na lezing ervan ‘reisde ik spoorslags af naar Harlingen’.
Toch worstelt Willems met het gesproken en geschreven woord: hoe betrouwbaar zijn ze? Hoezeer is de biograaf ook afhankelijk van pleitbezorgers en bloedverwanten? Zo gaat hij in hoofdstuk 3 van zijn boek in op de ‘Weerstanden bij de weduwe’. Willems haalt als voorbeeld Maarten ’t Hart erbij die een inkijkje heeft gegeven in waarom hij geen biograaf van Vestdijk is geworden:  het had te maken met de weerstanden die Maarten bevroedde bij de weduwe. Het is de vraag of Willems zich hier er wel voldoende van heeft vergewist in hoeverre het verhaal  van Maarten ’t Hart opgenomen in Dienstreizen van een thuisblijver op feit dan wel op fictie berust.

WvW, 10 april 2013


Kalender:

Warning: Undefined array key "categorie" in /customers/9/c/4/vestdijk.com/httpd.www/wp-content/themes/vestdijk/lib/PWS_Calendar.php on line 62
september 2024
M D W D V Z Z
« aug    
 1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
30  

Categorieën