Onder koninklijke belangstelling viert De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in 2016 haar 250-jarig bestaan. Een snelle rekensom brengt ons terug naar het jaar 1766 waarin deze vereniging van letterkundigen, taalkundigen en historici is opgericht. Welk een traditie moet hier zijn samengebald! De Maatschappij heeft als doelstelling ‘de beoefening van de betreffende disciplines in hun onderlinge samenhang te bevorderen.’
De Maatschappij kent jaarlijks tal van prijzen toe, zij heeft aan de wieg gestaan van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren en zij organiseert de Huizinga-lezing, die in december in de Leidse Pieterskerk wordt gehouden.
Toen Vestdijk lid werd van de Maatschappij werd hem dat door Du Perron en Ter Braak kwalijk genomen, maar Vestdijk voorzag dat hij in de prijzen zou vallen: 1938 de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs voor Het vijfde zegel; 1941 Dr. Wijnaendts Francken-prijs voor zijn esssay Albert Verwey en de idee, om in 1964 de kroon op zijn werk te ontvangen met de Prijs voor Meesterschap voor zijn oeuvre. In het juryrapport wordt gesproken over ‘ontzag voor het fenomeen-Vestdijk’.
WvW, 29 september 2016