In hoofdstuk XIV van de roman bezoekt de hoofdpersoon, de arts Paul Schiltkamp, een Amsterdamse club, Ebenova, waar hij zijn geliefde voor het eerst ontmoet, de prostituee Cor. Voor Ebenova heeft de club Casablanca model gestaan, Zeedijk 26. Vestdijk wijdt er een paar mooie beschrijvingen aan, onder andere aan het musiceren van enkele jazzmusici. Vestdijk kende de club toen hij die in 1949 een paar keer bezocht.
Casablanca bestaat nog steeds. Er zijn zelfs twee Casablanca’s. Op nummer 24 zit Casablanca Variété, een club voor circusartiesten. Er is een klein theater en men kan er dineren. Nummer 26, het “echte” Casablanca, is een club waar veel aan karaoke wordt gedaan, maar er wordt ook jazz gespeeld.
FH, 22 augustus 2014