Literatuur is een vorm van filosofie en filosofie respecteert de wijsheid en levenservaring van de literatuur. Literatuur als een vorm van praktische filosofie over de mens en over de cultuur. In Denkende romans werkt Jeroen Vanheste dit uit aan de hand van bekende literaire werken van twaalf grote schrijvers. Zes daarvan richten zich op de levensvragen en zingeving van de mens, het andere zestal is richt zich op het stellen van een cultuurdiagnose. Vestdijk krijgt een hoofdstuk in de eerste groep als ‘een Hollandse proustiaan’ liefde, idealisme en kunst bij Simon Vestdijk. Eigenlijk vormt Vestdijk met Cervantes en Proust een subgroep. Dit drietal beschouwen het ware leven vooral als een mentale aangelegenheid. Bij hen is de discrepantie tussen ideaal en werkelijkheid tastbaar. Als reactie daarop zijn er twee reacties mogelijk. Terugtrekking uit de wereld, een soort onthechting die ook door Schopenhauer werd voorgestaan. De andere reactie leunt op het actieve scheppende idealisme van Nietzsche, die het creëren van een eigen wereld voorstaat. Bij Vestdijk komen beide reacties voor. Er is in de liefde zowel vluchtgedrag in platonische relaties als ook het scheppen van eigen idealen en waarden.
Als voorbeelden van schrijvers die vooral uit zijn op het stellen van een cultuurdiagnose behandelt Vanheste onder meer Eliot, Dostojewski en Houellebecq.
Jeroen Vanheste, Literatuur en de filosofie van mens en cultuur, DAMON 2017
WvW, 31 maart 2017