In de nalatenschap van de dichteres Hanny Michaelis (1922–2007) is een groot aantal schriften aangetroffen waarin ze haar dagboek heeft bijgehouden. In Lenteloos voorjaar, het eerste deel van haar oorlogsdagboek, is de latere dichteres te volgen vanaf haar zeventiende jaar. Ze deed in deze schriften verslag van haar verliefdheden, haar schoolleven op het Vossiusgymnasium, haar betrekking als dienstmeisje en haar onderduikbestaan.
Op school heeft zij bekende leraren zoals Presser (geschiedenis), die echter al op 1 december 1940 vanwege de Duitse machthebber wordt ontslagen en Binnendijk (Nederlands), die de degens had gekruist met de schrijvers van Forum. Op 19 november 1941 schrijft Hanny: ‘Ik heb altijd een soort vage illusie gekoesterd van gelukkig te worden met een man, die zo ongeveer een conglomeraat van Du Perron, Marsman, Vestdijk, Ter Braak en nog een paar van die mensen moet vertegenwoordigen.’ Deze hartsontboezeming geeft haar literaire ontwikkeling en voorkeur aan. Zeker ook wat Vestdijk betreft die in dit eerste deel (942 pagina’s!) tientallen keren onderwerp van haar aandacht en beschouwing is. Te veel om op te noemen. En wat zal deel twee, Stilstaand water dat in 2017 zal verschijnen nog in petto hebben over de jaren 1942-1945?
Als zij kennismaakt met zijn dichtbundel Vrouwendienst moet zij nog niet veel van Vestdijk hebben; ‘meer dan treurig’ noteert zij, al heeft zij alle gedichten ‘minstens twee maal gelezen’, zij kan de gedichten niet doorgronden. (7.03.’40) Maar Vestdijk scoort met de Wachterromans. Zo leest zij direct al na Vrouwendienst uit de Wachterserie Sint Sebastiaan en praat dan veel positiever over Vestdijk, ja ze neemt haar ‘oppervlakkig oordeel volledig terug.’ Ze herleest Terug tot Ina Damman en voert als excuus voor haar eerder ingenomen zuinige oordeel aan dat ze het las in de eerste klas. Nu vindt ze het aanmerkelijk boeiender. Haar oordeel over Vestdijk wordt alleen maar beter als zij meer van hem leest. Else Böhler vindt zij ‘geweldig goed’ en is er ‘dagenlang van onder de indruk, dacht en redeneerde voortdurend in de Vestdijkstijl, die me hoe langer hoe meer lief wordt ondanks de stuitende viezigheden af en toe.’ (3.04.41) Maar Hanny is ervan overtuigd dat Vestdijk deze ‘niet schrijft omdat ze vies zijn’, maar om ‘alle levenservaringen’ in zijn romans aan de orde te laten komen. Op enig moment neemt Hanny zich voor om Vestdijk een brief te schrijven, maar zoekt zijn adres op in het telefoonboek van Den Haag waar hij al niet meer woont. Lang is zij met de brief in de weer, maar ‘haar besluit om Vestdijk te schrijven is onherroepelijker dan ooit’. (15.12.41)
*Hanny Michaelis, Lenteloos voorjaar, Oorlogsdagboek 1940-1942, Van Oorschot, 2016
WvW, 6 december 2016