De onlangs verschenen herdruk van De koperen tuin in de Perpetu a-reeks leidt tot nieuwe recensies van de roman. Eerder besteedde Jeroen Vullings er al uitgebreid aandacht aan (zie bericht hieronder); nu verscheen een bespreking ervan door Frida Dewitte voor Goddeau, magazine voor muziek en andere. Evenals Vullings is zij van mening dat lezers die Vestdijk op latere leeftijd (her)ontdekken ‘een enorme verrassing’ wacht. Tieners kunnen volgens haar nog ‘niet alle lagen van het boek bevatten’. Zij doelt dan op de ‘verwijzingen naar Vestdijks grote passie: de klassieke muziek’. Wie het repertoire van Wolf en Duparc bestudeerd heeft, ‘ziet de humor in van hoe de schrijver zijn passie verwerkte’ De recensent is kennelijk goed op de hoogte van de analyses van Martin Hartkamp, want ook zij ziet in de roman een ‘afweging van het Dionysische tegen het Apollinische’. Hierover merkt zij het volgende op: ‘Het is de muziek die het personage uiteindelijk van de geest wegdrijft en richting het Dionysisch ideaal beweegt, en een dergelijke levenswandel kan in Vestdijks logica niet triomferen. Dat de finale de epische karaktertrekken van de romantische operatraditie uit de negentiende eeuw overneemt, mag niet verbazen gezien Vestdijks liefde voor het genre’. De uitgebreide scène rondom Carmen van Bizet moet gezien worden ‘als een element dat de latere gevoelsmatige teloorgang van Nol aankondigt’.
De volledige recensie is te lezen op Goddeau.com/boeken
WvW, 21 oktober 2011