In zijn column in Trouw (30 maart 2015) noemt Rob Schouten gezelschappen de schuttersstukken van de literatuur. ‘Bij individuen kun je in hun geest kruipen, twee personen leveren een dialoog op, maar hoe zet je een overtuigend gezelschap neer?’ Schouten staat stil bij Couperus, een geboren gezelschapsschrijver. Maar in zijn beschrijvingen gaat de verrassing er op den duur van af. Daarom hecht Schouten meer aan uitzonderlijke gezelschappen. ‘Een van de intrigerendste exemplaren vind ik in Vestdijks Pastorale 1943: het vriendenclubje dat de joodse onderduiker Cohen Katz bezoekt tijdens een doldwaze expeditie van zijn onderduikadres op het platteland naar Amsterdam. In mijn herinnering pagina’s lang maar het is slechts een enkele alinea. Ze roepen uit het raam: “Hier is een jood”, hollen gauw een schuilhok in, betasten elkaar in het donker, en even later wordt Cohen opgepakt. Het is de ultieme dans op de vulkaan.’
WH, 7 april 2015