Piet Kralt beziet literatuur vooral als een ‘lichtvoetig spel’, naast allerlei zwaarwichtigheden die er ook zijn. Lichtvoetigheid drukt zich op velerlei wijzen uit. In het onberekenbare, het onvoorspelbare; in het spel van de auteur met zijn eigen leven, met zijn verhalen die hij gelezen of gehoord heeft. Ook speelt de auteur met de lezer door hem te laten raden of op het verkeerde been te zetten. Ook de lezer speelt met allerlei interpretaties. In vijftien korte opstellen bespreekt Kralt dit spel en de grenzen van het spel in de literatuur. In De lichtvoetigheid van literatuur (United p.c. Uitgeverij, 2014) komt Vestdijk drie keer voor: een opstel over hem en Thomas Mann (een ingekorte versie van een artikel uit de Vestdijkkroniek), een stuk over De vuuraanbidders en een passage over Rumeiland in een stuk over zeerovers. Maar ook anderen, zoals Herman Gorter, Arthur van Schendel en Tommy Wieringa komen aan bod. De sleutelstad Leiden sluit het spel in een apart hoofdstuk af.
WvW, 19 september 2014