In memoriam: Mieke Vestdijk – van der Hoeven (24 maart 1938 – 30 december 2018)
Voor Mieke Vestdijk heb ik altijd warme gevoelens gehad. Ontmoette ik haar, dan was ik onder de indruk van haar energie, haar strijd om naam en eer van haar overleden man hoog te houden. Steeds was zij aanwezig bij symposia, prijsuitreikingen, herdenkingen en onthullingen van beelden, plaquettes met gedichten van Vestdijk. Een kritische volger, dat wel, want aan een ‘fanclub’ had zij geen behoefte.
Tot intens genoegen kreeg ik bij de eerste persoonlijke kennismaking in het voorjaar van 2009 een rondleiding in de Torenlaan, beginnend in de tuin met de vissenvijver, boven bewonderde ik Vestdijks voormalige werkkamer, en de naastgelegen kleine kamer met de grote verzameling grammofoonplaten en ten slotte de steile trap op naar de vertimmerde zolder waar Mieke haar uitgeverij Mycena Vitilis gehuisvest had. Terug in de woonkamer wees zij objecten aan die tot de memorabilia van Simon behoorden. Met grote toewijding en precisie is zij werk van Vestdijk blijven uitgeven; tot op het laatst toe, toen zij voor verpleging huis en laan vaarwel moest zeggen. Ik was onder de indruk van het veelal ambachtelijke handwerk dat juweeltjes heeft opgeleverd, vooral die met Miekes persoonlijke herinneringen en toelichtingen. Haar boek Afscheid van Simon (1993) kende ik, als ook haar fraaie bloemlezing Mieke kiest Simon (1998). Na die eerste ontmoeting keerde ik mijmerend huiswaarts met in gedachte: ‘Van Simon is zij nog lang niet los’. Daar zat ook een probleem.
Mieke Vestdijk is gemakkelijk geslachtofferd onder het juk van ‘de verschrikkelijke schrijversweduwen’. Weduwen die als een Cerberus waken over de literaire nalatenschap. Corine Spoor schreef erover in De Tijd. Mieke kwam nooit meer van dat odium af. Het conflict met Hans Visser, de eerste biograaf, had al een inbedding nog voor er één letter geschreven was. Van meet af aan stond Mieke een andere biograaf voor ogen. Zij heeft verschillende kandidaten ook benaderd, Hella Haasse, Maarten ’t Hart en ook Nelleke Noordervliet, maar geen van hen voelde er voor om uiteenlopende redenen. Mieke wilde een literaire biografie, waarin met literair schrijverschap de aandacht vooral gericht werd op de literaire nalatenschap van Vestdijk, minder op de private handel en wandel van de kunstenaar.
In de grond van de zaak was zij het niet eens met het uitgangspunt voor de eerste biografie, dat volgens haar te veel neerkwam op ‘cherchez la femme’ om werk en leven van Vestdijk op elkaar te betrekken. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben er toe bijgedragen dat er een steeds grotere belangstelling is gekomen voor de autobiografische achtergronden van het werk van auteurs. Dit ging gepaard met meer aandacht voor het privéleven. Voyeurisme als kenmerk van het schrijverschap is nota bene een thema dat in het werk van Vestdijk zelf volop aanwezig is. Vooral de biografie is als genre uitgegroeid tot ‘een geoorloofd voyeurisme’, schreef ik eerder in de Vestdijkkroniek. Mieke kon er zich niet naar voegen. Die strijd was niet te keren, maar zij was wel ingenomen met de biografie van Wim Hazeu. Zij werd ook milder met het opgroeien van kinderen en kleinkinderen; en bekroonde haar juridische studie met een doctoraat. Vooral haar trouw en toewijding aan het werk van haar man verdienen meer bewondering dan zij gekregen hebben.
Dat zij nu ruste in deze vredige en voortdurende herinnering.
Wilbert van Walstijn
hoofdredacteur Vestdijkkroniek
In 1956 tekende de 17-jarige Mieke van der Hoeven een portret van Simon Vestdijk. Zij kreeg daarvoor een lang gedicht van Vestdijk terug. Daar moest het bij blijven.
Mieke schreef daarover de volgende dichtregels:
Graag zou ik U nog eens willen teek’nen, spreken
Welk motief is er dat men mij dat verbiedt?
Och, waarom waart gij mijn vader dan toch niet.
In 1965 trouwde Mieke Vestdijk.
Op de verlaten werkkamer van Simon Vestdijk prijkte bovenstaande foto van Mieke.