Toen Simon Vestdijk op 23 maart 1971 overleed, was de literaire wereld van Nederland in rouw. De enige Nederlandse auteur die ooit officieel in aanmerking kwam voor de toekenning van de Nobelprijs voor Literatuur, een man van wie elk boek serieus werd besproken in talloze kranten en tijdschriften en een man die enigszins model stond voor wat men als ‘een schrijver’ zag: teruggetrokken levend, geen lolbroek. Zijn boeken waren ‘moeilijk’ en hadden bijzondere titels: De hotelier doet niet meer mee, Vijf vadem diep, Thanatos aan banden, De toekomst van de religie. Maar ook wel opzienbarende: De dokter en het lichte meisje, De ziener, De schandalen.
Zijn uitvaart kreeg veel aandacht: het Journaal, radio, dagbladen en een speciaal dubbelnummer van het literair tijdschrift Maatstaf.
Hoog en laag
Ik was bijna 19 jaar en kende twee romans: Zo de ouden zongen…(best goed, vond ik toen) voor mijn boekenlijst HAVO, en Terug tot Ina Damman (ongelooflijk goed, uiteindelijk 5 x gelezen) na een literatuurles van Kees Fens op de Bibliotheekschool. Dat Fens toen een toonaangevend recensent was, wist ik niet, maar wat waren zijn lessen inspirerend! De week erop gaf hij overigens een beschouwing over de Europa Cup wedstrijden want hij was ook Ajaxliefhebber. Of dat kwam omdat hij in dezelfde buurt met hun trainer Rinus Michels was opgegroeid, is me onbekend. Het was wel een mooi voorbeeld van dat ‘het hoge’ en ‘het lage’ elkaar helemaal niet in de weg hoeven te zitten. Dat wist ik wel, niet voor niets las ik naast Vestdijk en Marcel Proust met evenveel plezier iedere week het striptijdschrift PEP.
Kees Fens wees me erop dat bij Vestdijk onder de vaak analytische beschrijvingen een enorm emotioneel reservoir zat. Ja, daar moest je wat moeite voor doen maar dan had je ook wat: de complete Anton Wachterserie (8 delen!), historische romans als Aktaion onder de sterren, De vuuraanbidders (speelt in het Leiden van de Tachtigjarige oorlog) en een fantastische roman, in alle opzichten, als de kellner en de levenden. En dan was je nog niet op de helft, nog lang niet!
Flauwekul en ernst
De bevestiging dat er een vermeend verschil bestaat tussen ‘hoog’ en ‘laag’ in literatuur, maar ook in muziek, beeldende kunst of film was me trouwens bijgebracht door Godfried Bomans. Bomans was na Koningin Juliana, Mies Bouwman en Toon Hermans de beroemdste levende Nederlander (Johan Cruijff kwam pas na het WK 1974 in die top 5). Ik kende hem sinds 1964 toen ik op mijn 12e verjaardag de Godfried Bomans Omnibus cadeau kreeg (8e druk, 1963). Toen ik die uit had, twee weken later, ging ik zo gauw ik in de volwassenenafdeling van de openbare bibliotheek terechtkon, op zoek naar zijn andere boeken. Ik vond moeiteloos titels als Capriolen, Noten kraken, Op het vinkentouw. Het waren de Buitelingen die de meeste indruk maakten. Serieuze stukken als Het mysterie Beets, Het noodlot van Piet Paaltjens en Wie was Andersen (allemaal nieuw voor me) werden moeiteloos afgewisseld met flauwekul als Nooit gedacht (“Meneer kan beter met een klein hengeltje aan de overkant gaan zitten”), Enige richtlijnen voor bisschoppen en het hilarische verslag van de voetbalwedstrijd Engeland-Nederland, waarin Siemkes keer op keer gewisseld werd met Piemkes en hij ook een zekere Kruijf liet opdraven; ik zat te schuddebuiken. En aan de stripverhalen over Pa Pinkelman en Tante Pollewop raakte ik verslaafd. Trouwens, qua humor bevielen Bomans en Vestdijk me even goed: Bomans was subtiel en tegelijk grotesk, Vestdijk verborgen en sarcastisch.
Op 22 december van hetzelfde jaar 1971, na in de zomer nog een week op het onbewoonde Rottum te hebben doorgebracht, dagelijks door honderdduizenden live zorgelijk beluisterd, want hoe moest die lichtelijk chaotische man zich daar toch redden, overleed Bomans onverwacht. Een schokgolf ging door het land, vergelijkbaar met het overlijden van André Hazes!
Kring en Genootschap
Vijftig jaar later is de belangstelling voor zowel Bomans als Vestdijk uiteraard afgenomen, maar vergeten zijn ze zeker niet. In 1972 werd zowel de Vestdijkkring als het Godfried Bomans Genootschap opgericht en beide ‘clubs’ zijn nog zeer actief. Op 17 oktober ontvangen de leden van de Vestdijkkring het nieuwe nummer van de Vestdijkkroniek, in Amsterdam en Haarlem, om kosten te besparen zelfs op de fiets bezorgd door volhardende redactieleden, helm op!, waaronder uw Boekenblogger. Bomans had ongetwijfeld een fraaie karakterisering bedacht; Vestdijk, rokend in zijn afgedragen regenjas met alpinopet, gegrijnsd.
Gelukkig hebben we hun Verzamelde Werk nog! En ja, de boeken zijn nog steeds verkrijgbaar-antiquarisch en in de boekhandel. Geniet ervan!
Leo Willemse, 15 oktober 2021
(Verschenen in Leo’s Biebblog op de website van de Bibliotheek Waterland)