In het Boekenweekessay Het warmtefort citeert Marieke Lucas Rijneveld een gedicht van Simon Vestdijk.
Het warmtefort begint als volgt:
In het rijk der liefde -de basisschool De Regenboog aan de Hasselmanstraat in Nieuwendijk, die aan ouderdomskwalen leed en valgevaarlijkheid en tot op het bot gesloopt zou worden-werd op 5 september een vleermuizenplaag geconstateerd.
Het is voor Rijneveld aanleiding om over de “handvleugeligen” na te denken en te schrijven. En dan is Vestdijk niet ver weg! Zoals iedere liefhebber van Vestdijk weet staat in Klimmende legenden (1940) een gedicht over vleermuizen, dat Rijneveld in haar geheel citeert (p.39).
Eraan vooraf gaat de zin:
Uit mijn tas haal ik Klimmende Legenden. Liever dan de gedichten van Charles Baudelaire lees ik die van Simon Vestdijk. (…)
Vleermuis
Ik ben heel zwart, ik ben de bange held
Van zoveel mugdoorgonsde schemeruren.
Maar overdag dan hang ik aan de schuren,
Lijkbleek, in al mijn lijkkleren gespeld.
Lang slaap ik zo, tegen de kilste muren,
de kop omlaag, de tenen kromgekneld;
Door alles, zelfs door het bazuingeweld
Van ’t laatste oordeel zal mijn slaap heenduren.
Toch, ’s avonds weer, met klapperde huid,
dans ik de kringen van een duivelbanner,
ik dans de polka en de wals van Lanner,
Inktvlekken dans ik, heel een schoolschrift uit,-
En alles onder ’t treurige gepiep
Dat hij verstaat die kleumend naast mij sliep.
—-
Hij besluit zijn citaat met deze zin:
Vestdijk bewijst in het gedicht dat je je prima kunt inleven in een dier.
Extra informatie:
Het gedicht is in 2006 ook op muziek gezet door Trio drie eilanden.
LW, 11 april 2022