Carel Peeters bespreekt in zijn ´Literaire Logboek ´voor Vrij Nederland van 7 november de nieuwe vertaling van Cahiers van Paul Valéry, vertaald door Jan Fontijn. De Franse auteur duikt van tijd tot tijd op in de Nederlandse literatuur’ meldt Peeters en weet dat Vestdijk’ tot de eerste liefhebbers van Valéry behoorde.’ Peeters wijst op ‘Valéry en het duistere vers’ dat hij bundelde in Lier en Lancet in de jaren dertig van de vorige eeuw. Onvermeld laat Peeters een ander essay waarin Vestdijk zich ook op de inzichten van Valéry verlaat: Wat is inspiratie?, dat is opgenomen in Het kastje van oma . Hierin schrijft Vestdijk: ‘Niemand heeft ooit het bestaan van inspiratie onomwondener en in virtuozer betoogtrant ontkend dan de dichter Paul Valéry’. Vestdijk zelf neemt een genuanceerder standpunt in: ‘bij de een meer, de ander minder, kan het denken tijdelijk voor de inspiratie in de bres springen.’ En ten slotte is een belangrijk citaat van Valéry te vinden als motto in zijn eigen dichtbundel Vrouwendienst dat gaat over God die de man een vrouw als metgezel geeft om hem zijn eenzaamheid beter te laten voelen. Bezoekers van het symposium over Vrouwendienst (4 november) weten ervan!
WvW, 7 november 2017