In Goede papieren, het periodiek van het Letterkundig Museum (jrg. 9, 2015 nr. 3) besteedt Niels Bokhove aandacht aan een ‘kostbaar kleinood’ uit de literaire nalatenschap van Du Perron. Het gaat om een laat dichterlijk project dat in 1937 begon en gebaseerd is op etsen van de Russisch beeldend kunstenaar Alexandre Alexeïeff (1901-1982). De etsen waren gemaakt voor de roman Adrienne Mesurat van Julien Green. Du Perron zou deze 25 etsen van de kunstenaar zelf hebben gekregen. Du Perron gebruikte de etsen voor een ‘novelle in verzen d.w.z. een gedicht in beelden’. Eind 1939 nam hij het onaffe manuscript mee om het aan vrienden te laten zien, waaronder Vestdijk. Deze reageerde met twee pagina’s suggesties en correcties, maar zijn oordeel was zeer positief: ‘Ik heb het nu twee maal gelezen, en ik vind het uitstekend, en orgineeler dan welk gedicht ook van die grootte in onze litteratuur.’ Het werk bleef onvoltooid, mede omdat Du Perron het jaar daarop stierf. Vestdijk in het bezit van het onaffe manuscript liet het niet alleen bij lof, maar schreef het werk over, voorzag het van een toelichting en inleiding, waarna het in augustus 1940 in Groot Nederland werd gepubliceerd, echter zonder de beelden. Een omissie die zich herhaalde in de publicatie in boekvorm uit 1941: De grijze dashond.
De etsen zijn nu wel in het bezit van het Letterkundig Museum.
WvW, 30 december 2015
(kleine correctie op 21 oktober 2018)