Eind april 2014 verscheen Zelfportret in brieven van Willem Wilmink. Het boek werd in Wilminks favoriete stamkroeg in Enschede gelanceerd, waar hij vandaan kwam. Het is samengesteld door Vic van de Reijt en Wobke Wilmink en bevat een verzameling brieven die als geheel een aardig inzicht geven in het leven van Willem Wilmink. In enkele brieven brengt Wilmink Vestdijk ter sprake. Tegenover zijn collega docent Nederlands aan de Amsterdamse universiteit Tom van Deel schrijft hij op 27 juli 1984 het te begrijpen dat de dichter Hendrik de Vries Vestdijk aan een poes deed denken. Ook raadt hij Van Deel aan op Vestdijk te gaan promoveren op zijn pas verschenen bezorging van de nagelaten verhalen van Vestdijk in De grenslijnen uitgewist. Wilmink is van mening dat het ‘voor vakgenoten leerzaam’ zal zijn te vernemen ‘hoe je zoiets tot stand brengt.’ In een brief van 14 augustus 1986 aan Tom van Deel merkt Wilmink op dat Vestdijk in de praktijk niet altijd doet wat hij in theorie zelf aanhangt: in de vertaling van gedicht 182 van E. Dickinson vervangt Vestdijk een keer ‘functioneel halfrijm’ door eindrijm. In andere brieven aan vrienden noemt Wilmink Vestdijk twee keer als voorbeeld van medici ‘die grote schrijvers’ zijn geworden, maar wel met ‘een klinische blik.’
WvW, 29 oktober 2014