Meneer Visser: een geval van plagiaat, cryptomnesie of intertekstualiteit?

Gierik nr. 113In het dikke winternummer van Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, 29ste jrg. Nr. 113 buigt Martin Koomen zich over de vraag wanneer er in de literatuur sprake is van goed jatten of kwalijke beïnvloeding.
Hierbij komt onder andere uitvoerig Vestdijks Meneer Visser’s hellevaart ter sprake. E. du Perron vond het best dat Vestdijk zich verwant voelde met Joyce en zich door zijn ‘systeem’ liet inspireren, maar moeite had hij dat Vestdijk een identieke schijthuisepisode toepaste. Er zijn meer overeenkomsten. Prangende vraag: ‘Mag de schrijver van een literair werk ontleningen doen aan de voortbrengselen van zijn collega’s. Of moet dat simpelweg veroordeeld worden als plagiaat, of diefstal van intellectueel eigendom?’ Twee begrippen bieden uitkomst: cryptomnesie en intertekstualiteit. Koomen zelf concludeert: ‘Meneer Visser’s hellevaart mag absoluut niet worden afgeschreven: het is een hoeksteen binnen Vestdijks vroege oeuvre en behalve een Joyce-imitatie vooral ook een geestige, hoogst leesbare roman.

WvW, 17 januari 2013


Kalender: Actueel

januari 2013
M D W D V Z Z
« dec   feb »
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28293031  

Categorieën