Hoe lichtvoetig kan literatuur zijn

9783710316913_Cover.indd
Piet Kralt beziet literatuur vooral als een ‘lichtvoetig spel’, naast allerlei zwaarwichtigheden die er ook zijn. Lichtvoetigheid drukt zich op velerlei wijzen uit. In het onberekenbare, het onvoorspelbare; in het spel van de auteur met zijn eigen leven, met zijn verhalen die hij gelezen of gehoord heeft. Ook speelt de auteur met de lezer door hem te laten raden of op het verkeerde been te zetten. Ook de lezer speelt met allerlei interpretaties. In vijftien korte opstellen bespreekt Kralt dit spel en de grenzen van het spel in de literatuur. In De lichtvoetigheid van literatuur (United p.c. Uitgeverij, 2014) komt Vestdijk drie keer voor: een opstel over hem en Thomas Mann (een ingekorte versie van een artikel uit de Vestdijkkroniek), een stuk over De vuuraanbidders en een passage over Rumeiland in een stuk over zeerovers. Maar ook anderen, zoals Herman Gorter, Arthur van Schendel en Tommy Wieringa komen aan bod. De sleutelstad Leiden sluit het spel in een apart hoofdstuk af.

WvW, 19 september 2014


Misschien mag ik u nog eens lastig vallen

Gerrit_Kouwenaar

Naar aanleiding van zijn overlijden op 4 september 2014 is in het Letterkundig Museum een kleine expo te zien over Gerrit Kouwenaar (1923-2014). In het eerbetoon dat het museum aan de schrijver wijdt, is onder meer een brief van Kouwenaar aan S. Vestdijk te zien vanuit zijn woonplaats Baarn, gedateerd 15 juni 1944. Kennelijk heeft Vestdijk twee novellen besproken van Kouwenaar. Hij dankt Vestdijk voor de ‘bemoedigende en kritische woorden’ over twee novellen. Kouwenaar schrijft: ‘Ik kan niet anders zeggen, dan dat u de spijker op de kop heeft geslagen’. Uit de brief blijkt niet over welke novellen Vestdijk had geschreven. Wel is bekend dat Kouwenaar in de Tweede Wereldoorlog clandestien heeft gepubliceerd. Ook preciseert hij in zijn brief dat beide novellen het ‘complex der dubbele persoonlijkheid’ als uitgangspunt hebben, dat hij zowel adoreert als bevecht. Hij meldt voorts dat hij met nieuw prozawerk bezig is, waarin hij hoopt ‘weer een stap nader te komen tot “verklaring”‘ van het complex dat hem zo bezighoudt. Hij vraagt Vestdijk: ‘Misschien mag ik U over een jaartje nog eens lastigvallen?’ Of dat ook gebeurd is, dat mag de biograaf van Gerrit Kouwenaar uitzoeken.

WvW, 10 september 2014

Een foto gemaakt van de brief is geplaatst op de beeldbank


Liever geen compositietekeningen!

img778

Christiaan Weijts bespreekt in De Groene Amsterdammer (28/8/14) de Amerikaanse boekomslagontwerper Peter Mendelsund, die aan zijn boek werkt What we see when we read. Hij heeft op basis van alle uiterlijke beschrijvingen van Anna Karenina in de roman van Tolstoj een compositietekening laten maken door een erkend softwareprogramma. Wat blijkt? Het portret lijkt niet op het beeld dat tijdens het lezen ontstaat. Zijn conclusie: literaire personages zijn fysiek vaag; de geringe fysieke kenmerken die ze hebben doen er weinig toe. Weijts kan zich vinden in die conclusie aan de hand van Vestdijks beschrijving van Ina Damman: ‘Onbestemd keken licht blauwe ogen voor zich uit; het donkere haar boven de matte gezichtskleur gaf een aardige tegenstelling; men kon zien dat haar bewegingen sierlijk moesten zijn.’ Weijts vindt sierlijkheid het meest beeldbepalend, maar ongeschikt voor een compositie, want ‘literatuur richt zich op het gebied voorbij het uiterlijk.’ Personages zijn geestelijke portretten. Dat geldt te meer voor personages via wie je het verhaal leest. Anton Wachter dus: ’Hoe ziet Anton Wachter eruit? Dat doet er nauwelijks toe, want je zit in zijn hoofd als in je eigen hoofd.’  Met zijn titel ‘Wanted: lage jukbeenderen’ zette Weijts zijn lezers op het verkeerde been.

WvW, 1 september 2014


Kalender: Actueel

september 2014
M D W D V Z Z
« aug   okt »
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Categorieën