Bloed en rozen

bloed-en-rozen

Eind november verscheen de nieuwste aflevering van het in 1997 gestarte project van de geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Initiatiefnemer is de Taalunie. Het deel Bloed en rozen bestrijkt de periode 1900 -1945 en is geschreven door Jacqueline Bel, hoofddocente Moderne Letterkunde aan de Vrije Universiteit. Op 28 november was zij te gast in het programma De Taalstaat, waarin zij achtereenvolgens een aantal fraaie fragmenten voorlas van Couperus, Van de Woestijne, en Ter Braak. Presentator Frits Spits vroeg haar of schrijvers van na de oorlog door schrijvers van voor de oorlog waren beïnvloed. Bel dacht van wel en verwees naar de overeenkomstige somberheid tussen de hoofdpersoon in De avonden van Gerard Reve en Johan Roodenhuis, de hoofdpersoon in Vestdijks Else Böhler. Hoe zouden de beide auteurs, die later als kemphanen waren, dit hebben hebben gevonden?

WvW, 30 november 2015


Tactiek van de verschroeide aarde

mandarijnen-op-zwavelzuur
Nieuwsbrief 652 van antiquariaat Fokas Holthuis bevat 14 nieuwe Hermans-aanwinsten, waaronder een brief aan Kees Lekkerkerker en een aan Nol Gregoor.. Zijn brief aan Gregoor (15 december 1956) besluit Hermans Gregoor te vragen zijn hartelijke groeten te doen aan ‘buurman Vestdijk’: in ‘de complete Mandarijnen op Zwavelzuur (…) komt niet meer dan één hatelijke opmerking over hem voor.’
In de brief aan Lekkerkerker (24 juni 1992) spijt het Hermans dat Slauerhoff, Ter Braak, Du Perron en Vestdijk ‘de moderne lezer niet zo veel meer te zeggen’ hebben.
WvW, 24 november 2015

‘Triootjes’ van Van Oorschot

Geert_van_oorschot-biografie

Arjen Fortuin promoveerde op een biografie over Geert van Oorschot.  Aanleiding om hem uit te nodigen in DWDD, waarin Matthijs van Nieuwkerk zijn best deed Van Oorschot te framen als de ‘bullebak’ voor wie iedereen ‘sidderde’ en die altijd zijn zin kreeg. Dat laatste blijkt niet uit het lemma over Vestdijk in het proefschrift van Fortuin (p’s 209-211). In 1951 speelden er drie zaken. Reve werd door minister Cals een reisbeurs naar Engeland onthouden, omdat de minister geen waardering kon opbrengen voor al te openhartige schrijfsels van de jonge auteur. In hetzelfde jaar kreeg Vestdijk de P.C. Hooftprijs en de derde zaak betrof de wens van Van Oorschot Vestdijk in zijn fonds binnen te halen. Zijn oog was gevallen op het proefschrift van Vestdijk over het wezen van de angst. De drie zaken raakten verweven in twee triootjes: Van Oorschot-Vestdijk- Reve en Van Oorschot-Vestdijk-Van Eyk (Henriëtte). Van Oorschot startte een actie om de reis van Reve toch mogelijk te maken. Ook Vestdijk ontving een bedelbrief. Hij overwoog de zaak in eerste instantie welwillend; besprak zelfs de mogelijkheid om het prijzengeld van 2500 gulden bij de uitreiking door te sluizen naar Reve. Ook bood Vestdijk Van Oorschot aan i.p.v. zijn proefschrift zijn essaybundel Essays in duodecimo te publiceren. Toen bedacht Vestdijk zich: hij vond het doorsluizen van geld bij de prijsuitreiking toch niet zo’n goed idee. Toen dit uitlekte werd Vestdijk publiekelijk afgeschilderd als een ‘lafbek’. Vestdijk was verbolgen op Van Oorschot die hij als het lek aanzag. Op dat moment ontstond het tweede triootje: volgens Van Oorschot was het Henriëtte van Eyk – de ‘geheime’ geliefde van Vestdijk- die erover gesproken had. Vestdijk checkte dit uiteraard. Henriëtte ontkende erover gesproken te hebben. Hierop eiste Vestdijk het manuscript van zijn essaybundel terug, tenzij Van Oorschot een excuusbrief aan Henriëtte zou schrijven. Dat deed hij niet: ‘Een excuusbrief? Alleen het idee al.’ Van Oorschot stuurde het manuscript terug.

WvW, 11 november 2015


Grote vrouwelijke heldinnen zijn van mannen

Siebelink-Margje
Maandagavond 2 november was Jan Siebelink te gast in Opium op 4 (radio). Hij sprak er over zijn nieuwste roman Margje. De roman is als een vervolg te beschouwen op zijn meest succesvolle roman Knielen op een bed violen. Opnieuw beweerde Siebelink dat mannen beter over vrouwen kunnen schrijven dan vrouwen. Dat zou ermee te maken hebben dat mannen het vrouwelijk raadsel, al dan niet gewild, niet kunnen ontsluieren. Vrouwelijke auteurs willen vrouwen meer ‘begrijpen’, waar mannelijke auteurs vrouwelijke heldinnen geheimzinnig laten. Siebelink weet dat hij weersproken wordt op dit punt, maar houdt vast aan zijn theorie. Als getuigen à charge riep hij Flaubert (Madame Bovary), Couperus (Eline Vere) en Tolstoj (Anna Karenina) in de herinnering, maar ook Vestdijk ‘met zijn prachtige Terug tot Ina Damman.’ 
FH/WvW, 5 november 2015

Kalender: Actueel

november 2015
M D W D V Z Z
« okt   dec »
 1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
30  

Categorieën