Gevoel en verstand bij Paul Verhoeven

In het weekend van 28 september is in Volkskrant Magazine Paul Verhoeven uitgebreid geïnterviewd. Steffie Kouters confronteert de filmregisseur met de visie van Dolf de Vries in zijn documentaire dat bij Verhoeven de hersens het hart weleens in de weg zitten. Dat kan Verhoeven beamen: ‘Alles zit in het hoofd. Liefde ook. Die zit niet in het hart.’ En vervolgt dan: ‘Ik heb vroeger niet voor niks alle boeken van Vestdijk gelezen. Vestdijk is ook niet op gevoel, maar op hersens.’

Biograaf Wim Hazeu tekent hier desgevraagd bij aan: ‘Van Mieke weet ik dat Paul heel graag De kellner en de levenden had willen verfilmen, maar kreeg er geen producent voor warm. Geldkwestie. Met de technische mogelijkheden van nu zou het makkelijk te doen moeten zijn.’

WvW, 30 september 2019


Schrijvende dokters

De leerstoel ‘Literatuur&Geneeskunde’ aan het VUMC organiseerde op 21 september jl. in Amsterdam een symposium over vier schrijvende dokters. Het ging om Arnold Aletrino, Frederik van Eeden, Jan Slauerhoff en Simon Vestdijk. De leerstoel-hoogleraar Arko Oderwald hanteert twee definities voor het begrip ‘schrijvende dokter’. Het gaat om dokters die literair erkend zijn of om dokters die als schrijver bekender zijn dan als dokter. Op de vier schrijvende dokters om wie het hier gaat zijn beide omschrijvingen van toepassing. Een overeenkomst is voorts dat alle vier in Amsterdam hun opleiding tot arts hebben gevolgd, maar niet tegelijkertijd. Tussen Aletrino en Van Eeden enerzijds en Slauerhoff en Vestdijk anderzijds ligt een leeftijdsverschil van bijna veertig jaar. Het gaat duidelijk om twee verschillende literaire generaties: de Tachtigers en de Modernisten. Toch was het opvallend dat in de vier tweeluiken (acht lezingen!) over de schrijvers steeds twee begrippen naar voren kwamen: doodsangst en tweespalt! Over elke schrijver waren er steeds twee sprekers, één vanuit een literaire invalshoek, en één vanuit medische invalshoek. Onder de sprekers waren twee biografen Jan Fontijn over Van Eeden en Wim Hazeu over Slauerhoff. Over Vestdijk spraken Van Walstijn (Vestdijkkroniek)* en de emeritus hoogleraar psychiatrie Van Tilburg.  Er wordt nog overlegd hoe de lezingen te publiceren.

Het symposium waar ruim 200 personen op afkwamen, werd afgesloten door Jankobus Seunnenga en Dick Vestdijk. Zij vertolkten muzikaal gedichten van Vestdijk en Slauerhoff.

WvW, 23 september 2019

* De powerpoint-presentatie van Wilbert van Walstijn (pdf-bestand)


Het Oranjehotel

Zeer lovend is de recensie die in De Volkskrant van 14 september 2019 verscheen over Het Oranjehotel, een Duitse gevangenis in Scheveningen, de 640 pagina’s tellende monografie van historicus Bas von Benda-Beckmann. De recensent constateert dat over het Oranjehotel vele aangrijpende verhalen zijn geschreven: dat van Erik Hazelhof Roelfzema bijvoorbeeld, maar ook het beroemde Lied der achttien dooden van Jan Campert. Hij meent dat in dit rijtje ook Pastorale 1943 past, “… de roman van Simon Vestdijk, gepubliceerd in 1948. Vestdijk relativeerde juist de heldenverhalen door te wijzen op de zwarthandelaren, de clandestiene slachters, de kruimeldieven en luisteraars naar de Engelse radiozender. Dit soort mannen en vrouwen vormden de grote meerderheid van de gevangenisbevolking van het Oranjehotel – niet de verzetsmensen.”
Voor Von Benda-Beckmann was Pastorale 1943 een bron van inspiratie. De recensent meent dat hij, “… in navolging van Vestdijk, recht doet aan de diversiteit van de gevangenisbevolking.”
Het boek van Von Benda-Beckmann kreeg vijf sterretjes.

FH, 15 september 2019



Jazzlit, Simon Vestdijk over niet te versmaden jazzklanken

Welk een verrassing om in Jazzbulletin (september 2019) een artikel aan te treffen over Vestdijk. Kennelijk loopt er een serie over literatoren die zich laten inspireren door jazzmuziek. Volgens auteur Erik van den Berg hoort Simon Vestdijk daar ook bij, ondanks dat ‘de omnivore muziekbeschouwer’ zijn beperkingen had op dit terrein: ’het belang van Amstrong, Ellington en Parker is hem ontgaan.’ Het woord jazz komt ‘hooguit terloops’ in de muziekessays voor. Van den Berg is kennelijk goed op de hoogte, want hij pikt een van de weinige essays uit waar het wel valt, een essay over Anton Webern.  Vestdijk hoort liever ‘niet al te slechte jazz van voor 1940’ dan de door hem besproken opus van Webern. Ook weet hij een citaat te herleiden tot een Franse jazzpianist en componist Jean Wiéner.

Meer aandacht krijgt de jazz in de roman De dokter en het lichte meisje (1951). Hierin bezoekt dokter Schiltkamp de Amsterdamse nachtclub Ebonova en merkt op: ‘Ik wist genoeg van jazz om te kunnen beoordelen wat hier gaande was. Dit waren begenadigde artiesten, die geen dissonant schuwden.’ Van de trompettist, saxofonist, pianist en drummer in Ebanova, in werkelijkheid bekende muzikanten van Casa Blanca op de Zeedijk, hoorde Vestdijk ‘lang niet te versmaden klanken’. Maar daar blijkt wel anders over geoordeeld te zijn.

WvW, 4 september 2019


Kalender:

Warning: Undefined array key "categorie" in /customers/9/c/4/vestdijk.com/httpd.www/wp-content/themes/vestdijk/lib/PWS_Calendar.php on line 62
september 2019
M D W D V Z Z
« aug   okt »
 1
2345678
9101112131415
16171819202122
23242526272829
30  

Categorieën