Vestdijk als pianist en componist
Vorig jaar eerde de Vestdijkkring Emanuel Overbeeke met de Ina Dammanprijs; voor de redactie van Pianobulletin aanleiding hem uit te nodigen een artikel te schrijven over ‘Vestdijk en de piano’ (jrg.33, 2015/1) Overbeeke geeft in zijn artikel een uitvoerig overzicht ter onderbouwing van de stelling dat Vestdijk ‘van alle Nederlandse schrijvers zich het meest heeft uitgelaten over muziek.’ Voor kenners van de Vestdijkliteratuur genoegzaam bekend. Bijzonder in het artikel is dat Overbeeke in gaat op Vestdijk als pianist. Hiervan zijn enkele getuigenverklaringen, onder meer van de bekende muziekcriticus Wouter Paap. In 1964 speelde Vestdijk voor de AVRO-radio het menuet uit Haydns symfonie 104, bekend uit Terug tot Ina Damman omdat het het symbool was voor de liefde die Anton voelde voor Ina. Vestdijk speelde het stuk ’langzaam, overvoorzichtig en onmiskenbaar ernstig.’
Heel bijzonder is dat Overbeeke in Pianobulletin het originele manuscript van de partituur opneemt van de door Simon Vestdijk voor zijn vader gecomponeerde ‘Fuga a 4 voci in C’. Zoals bekend heeft Vestdijk in 1921 onder de hoede van zijn neef en componist Herman Mulder enkele composities voor piano gemaakt.
WvW, 7 mei 2015
Drie tegen dertig
Sylvia Witteman schrijft in haar column (Sir Edmund/2mei) over Henriëtte van Eyk als een dame van stand, want zij is ‘geboren in een sjiek Amsterdams gezin.’ Aan de welvaart in dat gezin kwam echter een einde en Van Eyk ging toen schrijven over ‘de bespottelijkheid van standsverschillen’ in haar De kleine parade. Dat boek werd een groot succes en Witteman vindt het ‘nog steeds geweldig om te lezen’. Jammer dat we geen standsverschil meer hebben.
Later kreeg Henriëtte nog een verhouding met Vestdijk, ‘wat voor hem leuker geweest moet zijn dan voor haar’, veronderstelt Witteman. ‘Ik bedoel, van Vestdijk heb ik zeker dertig boeken gelezen en van Van Eyk maar een stuk of drie: toch houd ik véél meer van haar dan van hem.’ Dat hun relatie doodbloedde verbaast Witteman dan ook niet. ‘Vestdijk was vast helemaal geen leuke man.’
Maar over hem zal zij een ander keer schrijven. Hopelijk kijkt Witteman dan nog even goed na hoe Henriëtte van Eyk zelf op de liaison met Vestdijk terugkeek: schuld, humor en mildheid overheersen daarin.
WvW, 2 mei 2015
Koninklijke Bibliotheek archiveert website Vestdijkkring
De Koninklijke Bibliotheek (KB) heeft de website van de Vestdijkkring geselecteerd om deel uit te maken van de verzameling ‘digitaal erfgoed’. De KB wil door archivering een aantal Nederlandse websites voor de lange termijn bewaren voor toekomstig onderzoek. Websites bevatten vaak waardevolle informatie die niet analoog verschijnt en door de grote ‘omloopsnelheid’ het risico loopt verloren te gaan.
De KB wil met de verzameling van digitaal erfgoed ‘een representatief beeld geven van de Nederlandse cultuur, geschiedenis en samenleving op het internet.’ De archivering start vanaf 29 mei 2015. Aan gebruikers van het archief zal in een disclaimer kenbaar worden gemaakt, dat de auteursrechten berusten bij de oorspronkelijke rechthebbenden. Tevens zal er een verwijzing naar de originele website worden opgenomen.
Het bestuur van de Vestdijkkring steunt dit initiatief en is verheugd dat de website van de Vestdijkkring er deel van uit maakt.
WvW, 30 april 2015
Waarom werd Vestdijk gegijzeld?
Simon Vestdijk is een van de 459 prominente Nederlanders die op 2 mei 1942 in Beekvliet, Sint Michielsgestel preventief gegijzeld werden. Hij en Van Duinkerken waren de enige schrijvers. Waarom werd juist Vestdijk gegijzeld? Vermoedelijk heeft het te maken met de vooral in NSB-kring levende bezwaren tegen hem. Zo kreeg Else Böhler, Duits dienstmeisje (1935) veel kritiek door de openlijke afkeer tegen de rassenleer en Duitse nazileiders. Tijdens een verhoor wordt Vestdijk gevraagd: ‘Warum haben Sie Else Böhler geschrieben?’ Vestdijk had een voorgevoel: hij had thuis exemplaren van de roman in de tuin begraven.
Aanstoot gaf ook het venijnig gedicht ‘Grafschrift’ dat hij in 1934 in Forum publiceerde. Hierin neemt Vestdijk het op voor de zwakbegaafde en ter dood veroordeelde Marinus van der Lubbe. Hij werd aangewezen als de aanstichter van de brand in de Duitse Rijksdag. Vestdijk dichtte:
‘ Dan was er nog een graaf, die riep :’Je kop op schoft!
Hij deed het, – maar hij zweeg van Duitse binnenbranden.
Vestdijk verwijt de Duitsers misbruik:
De schizofrenen en de simpelen van geest-
(…)
Zijn voor het ideaal altijd de beste mest geweest.
WvW, 21 april 2015