Poëzie als voordrachtskunst leeft volop, toch verkopen dichtbundels slecht, bloemlezingen doen het weer beter, constateren Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens in hun bloemlezing uit ‘De moderne Nederlandstalige poëzie in 400 gedichten.’ Hun vertrekpunt voor de samenstelling van de bloemlezing Dichters uit de bundel is dat de dichtkunst en ook de canon van dichters en gedichten is veranderd. De bloemlezing beoogt geen nieuwe canon, maar toont wel dat de dichter zich steeds meer ‘buiten de bundel’ profileert. De weerslag daarvan op de gebloemleesde poëzie valt dan ook op: veel bekende dichters vallen weg, veel nieuwe dichters maken een entree met ‘nieuwe hits’. Over de klassieke gedichten die zijn opgenomen wordt opgemerkt dat deze ‘de traditionele begrenzing van de (papieren) bundel negeren en op hun eigen wijze tot het nationale erfgoed zijn gaan behoren. Deze gedichten hebben zich los gezongen van het papier.’ Een voorbeeld hiervan is het opgenomen gedicht ‘De uiterste seconde’ van Simon Vestdijk.
Dichters uit de bundel, Chrétien Breukers en Dieuwertje Mertens, Uitgeverij Marmer, 2016, 656 pag.
WvW, 7 oktober 2016