‘Vestdijk had een grimmig plezier in deze profanisering (van God, van de vrouw, van allerlei vanzelfsprekende waarden), maar het is de grimmigheid van een gewonde, een getourmenteerde, een Sint Sebastiaan aan het hout, die ook weer niet zonder idealen uitkomt.’ Dit schrijft Wessel ten Boom in zijn ‘Vestdijk en de theologie. Een pamflet voor verwarde godlievers en godloochenaars’. Het is verschenen in Ophef van oktober 2010, een uitgave van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij. Ten Boom, zelf dominee en Vestdijkliefhebber, wil Vestdijk inzetten in een hoognodig debat over de publieke ruimte en de cultuur in Nederland die in verwarring is. Er is ‘de naïeve illusie dat wie God doodverklaart, het voortaan zonder theologie kan stellen’. Juist de schrijver Simon Vestdijk kan als notoir atheïst ‘een contrapunt’ vormen. Want zo betoogt Ten Boom in zijn pamflet Vestdijk is ‘een denker die helemaal niet van God is losgekomen, omdat voor hem het religieuze een “eeuwige staat” der mensheid is; een denker voor wie God dood is en tegelijk niet sterven kan en ook niet sterven hoeft’.
WvW, 13 juni 2011