Dezer dagen las ik een essay van Gloria Wekker, waarin zij op zoek gaat naar ‘een nieuwe kunst van samenleven voor het land waarin wij willen wonen.’ Haar bron hiervoor is opmerkelijk. Zij herleest (‘kritisch’) Het land van herkomst van Eddy du Perron, een klassieker in onze literatuur uit 1935. Destijds verschenen als contemporaine bildungsroman. In haar essay ‘Jasmijn en maanlicht’ (De Groene Amsterdammer, 23 mei) zijn haar bevindingen te lezen ‘als het gaat over gender, ras/etniciteit, klasse en seksualiteit.’
Over het resultaat kan ik kort zijn: ‘De empathische Du Perron blijft toch ten diepste gevangen in een koloniaal en seksistisch wereldbeeld.’ Het basisprincipe van het koloniale samenleven was ‘(…) dat wij, witten, niet hetzelfde zijn of moeten worden als zij, dat wil zeggen niet verindischen.’
Alle contemporaine romans worden op den duur historische romans, schreef Vestdijk ooit. Dat hoeft geen noodlot te zijn; als tegenbeeld van het heden kan de roman een verdienste behouden, nog afgezien van de literaire kwaliteiten.
WvW, 24 mei 2019