‘
‘De taal is een houweel waarmee je zowel stenen als schedels kunt breken. Anton Wachter raakt aan het begin van zijn adolescentie de greep op het leven kwijt wanneer hij op school de scheldnaam “vent” krijgt toebedeeld. Het lukt hem niet of nauwelijks het woord te neutraliseren en zich tegen de aanvallen te verweren, vooral omdat de verwonding juist bestaat uit het besef volstrekt weerloos te zijn.’
Wie zo een essay begint over Terug tot Ina Damman beschikt over een goede pen en over inzicht in een van de belangrijkste romans van Vestdijk en van de Nederlandse literatuur. De schrijver van het essay is Daniël Rovers (1975). Hij studeerde Nederlands en filosofie in Nijmegen en promoveerde aan de Vrije Universiteit te Brussel. Hij is de schrijver van de romans Elf (2010) en Walter (2011) en de essaybundels Bunzing (2005) en De figuur in het tapijt (2012). Het essay is gepubliceerd in het grootste culturele maandblad in Vlaanderen en Nederland: Ons Erfdeel , februari 2016. Op www.onserfdeel.be zijn alle artikelen over Vestdijk verzameld die in Ons Erfdeel zijn verschenen. Het essay van Rovers is het derde in de reeks Schrijvers die nog maar namen lijken waarin door jonge auteurs aandacht wordt gevraagd voor schrijvers en hun boeken die in de tijd dreigen weg te glijden. Rovers’ essay is een mengvorm van een kritische analyse van Terug tot Ina Damman en van biografische achtergronden.
WH, 22 februari 2016