Nu ik alweer een half jaar bezig ben met mijn Lucebertbiografie, was ik nieuwsgierig naar de waardering van Lucebert voor de romanschrijver Vestdijk. In een interview uit juni 1959, afgedrukt in het tijdschrift Tirade, zei de toen vierendertigjarige dichter: ‘Ik lees weinig Nederlands proza. Van het Reve en Hermans zijn de moeite waard. Vestdijk is soms een goed humorist. Else Böhler, Duits dienstmeisje is onze beste humoristische en satirische roman. Ook boeken als Aktaion onder de sterren en Puriteinen en Piraten vind ik vermakelijk, maar als ik zoiets lees als de beschrijving van een stuk amsterdams nachtleven in De dokter en het lichte meisje lach ik me rot om een heel andere reden. Het is op diezelfde wereldvreemde toon geschreven, die de meeste nederlandse romans ongewild komisch maakt.
Onlangs hoorde ik een gramofoonplaat waarop Vestdijk zijn gedichten leest. Het is maar een klein plaatje. Ik val erbij in slaap. Toch, Barokcantate is prachtig. Gek dat ík de gedichten van Vestdijk ervaar als klinkklank.’
Wim Hazeu, 23 juli 2013