Hendricus Theodorus Maria van Vliet (Utrecht, 1950) studeerde Nederlands in Utrecht in de jaren 70 van de twintigste eeuw. Hij maakte naam als de bezorger van de vijftig delen Volledige Werken Louis Couperus, die hij – aan het hoofd van een klein team – tussen 1987 en 1996 in het licht gaf. Hij was ook verantwoordelijk voor de uitgave van Louis Couperus. De correspondentie (2013), met daarin bijna vijftienhonderd brieven van de gevierde Haagse schrijver.
H.T.M van Vliet heeft in de jaren negentig als bijzonder hoogleraar editiewetenschap aan de VU in Amsterdam en directeur van het Constantijn Huygens Instituut een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de editiewetenschap in Nederland. Samen met zijn leermeester A.L. Sötemann verzorgde hij begin jaren tachtig historisch-kritische edities van de poëzie van Bloem en Leopold, later in zijn eentje ook van Marsman en opnieuw Leopold. Zijn uitvoerige studies naar het leven en werk van Louis Couperus, waaronder Versierde verhalen (2000), over de oorspronkelijke boekbanden van Couperus’ werk, zijn uitgegroeid tot standaardwerken. Daarnaast heeft Van Vliet veel tijdschriftartikelen, recensies en nawoorden gepubliceerd.
Van 2003 tot 2016 was hij docent Nederlands aan het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam; en ook bleef hij actief als Couperuskenner en als editeur van letterkundig werk. In 2020 bracht Van Vliet de verzamelde verzen van H. Marsman uit en vorig jaar verscheen van hem een nieuwe editie van De berg van licht.
Van Vliet is de editeur van de wetenschappelijke editie van Kind tussen vier vrouwen van Simon Vestdijk (het ‘oerboek’) en maakte met Wilbert van Walstijn en Flip Hammann, redacteuren van de Vestdijkkroniek, Gepassioneerd wikken en wegen, een boek met ongebundelde essays en artikelen van Vestdijk.
H.T.M. van Vliet ligt begraven op de Haagse begraafplaats Oud Eik en Duinen, niet ver van de plek waar Louis Couperus en zijn vrouw hun laatste rustplaats hebben gekregen.
Voor dit bericht is gebruik gemaakt van een persbericht van de familie van Vliet.
LW, 24 juni 2024
