De nieuwste bundeling van essays, dagboekbladen en veldnotities van H.C. ten Berge, Een spreeuw voor Harriët, opent met een hoofdstuk over Simon Vestdijk en Adriaan Roland Holst. Achtergrond voor zijn keuze vormt zijn fascinatie voor het insomniathema in poëzie. De belangstelling ervoor ontstond nadat hij het gedicht ‘The pain of sleep’ gelezen had van Coleridge.
Nu bestaan er ‘diepgaande verschillen’ tussen Holst en Vestdijk; de eerste was een ‘lyrisch-retorische geest’, de tweede beschikte over ‘verbluffend veelzijdige, maar vooral analytische kwaliteiten.’ Wat hen echter bond was de humor èn ‘de eenzame wake’ met ‘haar onaangename bijverschijnselen.’ Slapeloosheid is een ‘negatieve kracht’ die meest gepaard gaat met angst. Angst die zich op velerlei wijze kan manifesteren, maar altijd ‘vreet aan de ziel en de persoonlijkheid doet verkruimelen.’ De literatuur staat er bol van. Ook bij Holst en Vestdijk is het thema ruimschoots aanwezig. Vestdijk schreef er ‘een magistraal boek’ over, Het wezen van de angst waarin hij angst als paradoxale verenkeling munt; Holst spreekt Vestdijk in Swordplay – Wordplay erop aan:
Tel van uw Brein licht ook de rijkste vangst:
het edelst in uw denken blijft uw angst.
Op zijn ziekbed herkent Holst de angst in de ogen van Vestdijk, maar omschrijft deze als ‘een hel van ijs’, tevens de titel van het hoofdstuk.
WvW, 13 april 2018