Wie argeloos aan de roman uit 2013: Luisteren hoe huizen ademen van Arie Storm (1963) begint, kan genieten van een satire van het literaire- en het omroepwereldje in Nederland, geschreven in korte zinnen. Totdat hij plotseling op bladzijde 61 verrast wordt door een geheel andere stijl in het volgende citaat: ‘In de namiddag hadden langgerekte witte wolken met de vage allures van gerafelde zwaardvissen een zomerse hemel bezeild. Thans woei er een herfstige nachtwind, die het zweet in de oksels onder de overjassen huiveringgevend deed opdrogen; en tussen de wolken zwierf een enkele winters flonkerende ster.’ Op de volgende bladzijde lees je dat het regels zijn uit De kellner en de levenden van Vestdijk, die geciteerd worden door het personage Eddie Maan. Deze professor kent hele stukken Vestdijk uit zijn hoofd, waar overigens nooit iemand naar vraagt. ‘Je had er niets aan, aan die kennis.’ Een citaat van Vestdijk als een verborgen verleider in een hedendaagse roman! Arie Storm had in elk geval wél wat aan zijn kennis van Vestdijk.
WH, 31 december 2014