Vestdijk, Frieda en het meisje Filarski

frieda-belifante

Onlangs verscheen de biografie van Toni Boumans over Frieda Belinfante (1904-1995). Zij was een van de eerste vrouwelijke dirigenten van Nederland. Ze trad met haar eigen kamerorkest op in  het Concertgebouw Amsterdam, maar de oorlog maakte daaraan een einde. Ze werd, als joodse, actief in het verzet. Na de oorlog vertrok ze naar Amerika. Ze is nooit meer terug geweest in Nederland. In dit onstuimige leven komt Vestdijk even voor.
In 1984 richtte Hans Visser zich in een brief tot Frieda, wier naam hij was tegengekomen in aantekencahiers van Vestdijk. Daaruit zou blijken dat Frieda hem had afgeraden in de muziek te gaan. “Het gevolg is dat u als ‘het meisje Filarski’ in de roman De laatste kans figureert en daar tegen Anton Wachter opmerkt: ‘Zeker wel aanleg, maar de meest dilettantische fouten en een idioot harde aanslag!’, daarmee al zijn illusies over zijn pianospel ontnemend. “(p.340)
Frieda reageerde in een brief: “Ik herinner me de ontmoetingen met Vestdijk vaag, en wat de indruk die hij als persoon op mij maakte betreft, ook zeer weinig.”
Frieda’s mening is tegengesteld aan die van zijn neef Herman Mulder: “Vestdijk was een betrekkelijk goed pianist, had een goede techniek, maar weinig legato, waardoor zijn spel iets droogs had. Ook had hij een harde aanslag, ‘klotste’ d.w.z. sloeg met de linkerhand voor de rechter.” (Hans Visser, Simon Vestdijk, een schrijversleven, Utrecht 1987, p.121)
Frieda verontschuldigde zich voor de vage herinnering. Er lag dan ook zestig jaar tussen de lessen en de brief en toen ze die schreef was ze tachtig jaar.

(Toni Boumans, Een schitterend vergeten leven. De eeuw van Frieda Belinfante, Amsterdam 2015)

FH, 30 juli 2015

Kalender: Actueel

oktober 2024
M D W D V Z Z
« sep    
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28293031  

Categorieën