Voor dichters is het bestaan van de ziel geen vraag

April is de maand van de filosofie. Voor deze gelegenheid is Bert Keizer, arts, filosoof en publicist, gevraagd het filosofisch essay te schrijven. Het essay verscheen onder de titel: Waar blijft de ziel? Keizer keert zich tegen de neurobiologen voor wie de ziel noch de vrije wil bestaan. Voor hen valt de mens samen met zijn brein.
Marjoleine de Vos bespreekt dit essay in haar NRC-column van 30 maart. Zij waardeert de poging van Keizer de ziel te redden. Dichters weten waar ze het over hebben wanneer zij het over de ziel hebben. Twee voorbeelden haalt De Vos aan.

Allereerst Wislawa Szymborska die dichtte: ‘Een ziel heb je zo nu en dan/niemand heeft haar ononderbroken/en voor altijd’. Mnemosyne in de bergen Want soms heeft de ziel vrij.. ‘Bij het invullen van formulieren/en het hakken van vlees/ heeft ze doorgaans vrij.

En ook bij de dichtregel van Simon Vestdijk uit Mnemosyne in de bergen begrijpt Marjoleine de Vos dat de dichter het heeft over de kern, het wezenlijkste van jezelf als hij dicht: Veel lied’ren zijn gezongen. Doch het ene,/Het ernst’ge, dat de ziel het diepste raakt,/ligt nog te wachten.

WvW, 2 april 2012

Kalender: Actueel

november 2024
M D W D V Z Z
« okt    
 123
45678910
11121314151617
18192021222324
252627282930  

Categorieën