De altijd betrokken Aleid Truijens maakt zich zorgen over het literatuuronderwijs. In De Volkskrant van 15 augustus is zij bedroefd: ‘Niemand vindt literatuur nog belangrijk.’ Zij is voorstander van een nieuwe literaire canon, maar dan niet een van boeken, maar van schrijvers waarmee de jeugd via het onderwijs kennis moet maken. Zij realiseert zich evenwel dat ‘…zo leuk als ander kindervermaak wordt lezen toch niet.’ Maar Truijens is vast van mening dat, pas als je een standaard neerzet het vak letterkunde wat voorstelt.
Een dag later krijgt de column van Truijens een vervolg. De Volkskrant honoreert de reactie van Henk Slechte uit Schiedam als ‘de brief van de dag.’ Hij vindt het pleidooi van Truijens sympatiek, maar krampachtig. De briefschrijver herinnert zich zijn leraar Nederlands K.W. Staal, wiens gezicht en naam hem nog levendig voor de geest staan: ‘Hij vertelde ons bevlogen wie Vestdijk was, waarom hij hem de grootste schrijver van dat moment vond, en waarom wij zelf moesten ervaren of wij dat ook vonden. Ook had hij voor iedereen een leesadvies met toelichting. De jongen die naast mij zat moest beginnen met Ierse nachten. Mij raadde hij Puriteinen en Piraten aan, omdat ik van geschiedenis hield. (…) Als we het boek terugbrachten, praatte hij er met ons over, gewoon na schooltijd en natuurlijk alleen met wie dat wilde. Zelf heb ik toen nagenoeg alles van Vestdijk gelezen, en ik ben ook op zoek gegaan naar andere schrijvers. Daar ligt mijn inziens de sleutel: het enthousiasme en deskundigheid van de leraar. Ik ben er altijd van overtuigd gebleven dat leesdwang niets oplevert.’
Wat hiervan te denken? Beiden hebben gelijk. Aleid Truijens ziet goed dat binnen de veelheid van aanbod ‘een standaard’ nodig is om mee te tellen. Maar de briefschrijver raakt aan wat ik zelf altijd als de essentie van onderwijs heb gezien. Deze is zo mooi verwoord door Thomas Mann in Doctor Faustus: ‘onvermoede belangstelling creëren, is veel meer de moeite waard dan een al bestaande belangstelling van dienst te zijn.’
Wilbert van Walstijn, 16 augustus 2012