Het is niet voor het eerst dat Sylvia Witteman in haar Sir Edmund-column (19-05) aandacht besteedt aan Vestdijk. Zij herlas alle Anton Wachter-romans –‘en ook dat was leuk’- met een zwak voor deel 6: De vrije vogel en zijn kooien. Bij verschijning in 1958 een ‘schandaalroman’. De 19-jarige medicijnstudent Anton vrijt met twee zussen tegelijk, beiden zijn hospita, beiden in de dertig, thuis op Overtoom 128. Fietje (‘het kleine kreng’) en Clasina (met ‘eierdooierogen’) stemmen in met de driehoeksverhouding. Waarom doen ze dat, vraagt Witteman zich af? In 1920, het jaar waarin de roman zich afspeelt, was er geen seksuele vrijheid, maar ook de dames wilden wel seks. Dat moest dan wel stiekem gebeuren en met een inwonend, lompe egocentrische student was dat een ‘onopvallende optie’. Standsverschil leidde ertoe dat Anton zelfs Fietje, van wie Anton echt hield, toch liet vallen. Sylvia slaakt dan een scheldwoord.
WvW, 19 mei 2018