Het beslissende boek

De boekenkast in het ouderlijk huis van de dichter Remco Ekkers was niet vrij toegankelijk. Boeken die hij nog niet mocht lezen stonden achter de glazen schuifdeuren op de bovenste plank in de boekenkast. Remco was al hbs’er, 2de klas, toen zijn vader De koperen tuin cadeau kreeg. De roman verdween al gauw ongelezen achter het glas. De Big, de leraar Nederlands op de H.B.S. sprak niet over Vestdijk die toen toch al de reputatie had van een belangrijk schrijver te zijn. Remco vroeg zijn vader of hij De koperen tuin mocht lezen. ‘Ik ben er in begonnen, maar het boeit me niet. Het is veel te moeilijk, maar ga je gang.’

Remco begon te lezen en begreep zijn vader. Toch las hij door en zijn indruk sloeg om naar de andere kant: ‘Hoe is het mogelijk dat hij een boek dat zo’n indruk op me maakt, niet kan lezen? Wie was mijn vader, wat voelde hij?. Remco kon er met vader niet over praten. Wel kon hij meer van Vestdijk lezen en deed dat volop. De koperen tuin bleef Remco’s favoriet.

Remco Ekkers: De koperen tuin en verder. Blog: In ‘Literatuur’, 24-03-2021

WvW, 23 mei 2021

Terug omhoog

Vestdijk, Vestdijk en Vestdijk

Er is in de geschreven pers veel aandacht besteed aan de 50e sterfdag van Vestdijk en aan de herdruk van Een Alpenroman en het verschijnen van De toetssteen van Kees ’t Hart en Maarten ’t Hart. Nu komt Boekenpost van mei/juni 2021 (jaargang 29, nummer 173) zelfs met een drietal Vestdijk-artikelen.

In de vaste rubriek ‘Opinie’ van schrijver en biograaf Wim Hazeu beschrijft deze onder de titel ‘Vestdijk en de Kaapse Bossen’ hoe Vestdijk zich, na o.a. in Den Haag en Scheveningen te hebben gewoond, vestigt in Doorn. ‘Het ging Vestdijk om het isolement en dus de rust, en om de wandel- en spookbossen,’ aldus Hazeu. Over dat zo gewenste isolement vermeldt hij de volgende anekdote: ‘Toen de burgemeester hem op een morgen een koninklijke onderscheiding op kwam spelden, was hij niet verbaasd dat de gelauwerde op zijn pantoffels vanuit zijn werkkamer even naar beneden kwam, om zich na het opspelden meteen weer naar zijn Remington tikmachine te spoeden.’ Hazeu doet een ernstige aanbeveling: ga door de Kaapse Bossen wandelen om dichter bij Vestdijk en zijn werk te komen. Vervolgens behandelt hij kort enkele boeken die in de omgeving spelen. ‘Zijn leven werd Droom en Doorn. In de verbeelding kon hij schrijven, in Doorn leven. In de bossen wandelde hij om in conditie te blijven en om depressieve perioden te overleven.’ En Hazeu sluit af: ‘(geef) verbeelding een kans. Ze kan worden aangejaagd door bossen, villa’s, een buitenplaats, huis Doorn en de woningen van Vestdijk. Moge dat alles blijven. Als geschiedenis geen vorm of gestalte heeft, valt elke droom in duigen.’

In de rubriek ‘De collectie’ presenteert het Literatuurmuseum in Den Haag steeds een bijzonder voorwerp uit de collectie. Onder de kop ‘De plannen van Vestdijk’ in deze Boekenpost aandacht voor het dummy-exemplaar van De ziener waarin vorig jaar twee potentiële Vestdijkromans bleken schuil te gaan. Verwezen wordt naar de site Literatuurmuseum.nl waar het rijk geïllustreerde artikel  te lezen is dat Bertram Mourits schreef over deze dummy. Deze ‘digitale expositie’ is in de plaats gekomen van de geplande expositie in het Literatuurmuseum, die vanwege corona geen doorgang kon vinden. Leden van de Vestdijkkring lazen al een versie van dit verhaal in Vestdijkkroniek 137, pagina 59, Dick Vestdijk en Bertram Mourits, ‘Gigolo’s / De vaders weten het niet meer. Onverwacht handschrift in een dummy’.

Een derde Vestdijk-verwijzing in de rubriek ‘Nieuws’: een verslag van de herdenking van de 50e sterfdag in het Theater aan het Spui in Den Haag, te volgen via livestream, ‘50ste sterfdag. Simon Vestdijk herdacht’. Hierin een kort verslag van de verschillende bijdragen van de sprekers.

En dan was er nog het volgende. Op zaterdag 1 mei verscheen een recensie in Noordhollands Dagblad/Haarlems Dagblad/Leidsch Dagblad over De toetssteen. Recensent Sonja de Jong gaf het boek vier (van de vijf) sterren. ‘Dankzij de stilistische gaven van beiden is dit een ook voor niet Vestdijkkenners boeiend boek.’ En: ‘Het is geen boek dat je in een ruk uitleest, daarvoor komt er teveel informatie op je af. Maar dankzij de consequent licht gehouden toon is deze briefwisseling toch erg fijn om te lezen.

Om te eindigen met een citaat uit een door Vestdijk zeer bewonderd boek: ‘Het is gezien (…) het is niet onopgemerkt gebleven.’

RJ, 2 mei 2021

Terug omhoog

Open brief over De Toetssteen

Hieronder een open brief van Wilbert van Walstijn aan Kees ’t Hart (en Maarten ’t Hart) naar aanleiding van hun brieven over Vestdijk, gebundeld in De toetssteen.

De reactie van Kees ’t Hart is hieraan toegevoegd.

Open brief over De Toetssteen (pdf)

HT, 12 april 2021

 

 

Terug omhoog

Vermakelijk maar mis geschoten

De nadruk op de fraaie ‘krankzinnige zinnen’ die Vestdijk ‘zomaar uit zijn mouw schudde’ is vanuit ‘werkplaatsperspectief’ begrijpelijk, maar onvoldoende om zijn oeuvre blijvend te beademen. Dit betoogt Jeroen Vullings in Elseviers Weekblad van 10 april over de verschenen briefwisseling tussen Maarten en Kees ’t Hart. Zij schrijven heerlijk over hun literaire maat der dingen, Simon Vestdijk. Maar hun briefwisseling gebundeld in De toetssteen zal geen Vestdijk-revival inluiden. Daarvoor is hun correspondentie te zeer ‘manna voor de laatst overgebleven vestdijkianen.’ Daar is Sylvia Witteman er een van die dan ook hartelijk verwelkomd wordt. Vestdijks verrassende en geestige zinnen vormen, volgens Vullings niet Vestdijks essentie, want zij ‘waren geen doel, maar een middel.’ Bij Vestdijk, een schrijver ‘boven in het pantheon ontkom je voor nader begrip niet aan duiding, aan een weidse blik.’

Jeroen Vullings, ‘Onder vestdijkianen’, Elseviers Weekblad, 10 april 2021

WvW, 10 april 2021

Terug omhoog

‘Mama, jij weet het allemaal óók niet!’

Binnenkort wordt de zoon van de schrijvende moeder Sylvia Witteman ondervraagd over de negen Nederlandse romans die hij heeft gelezen. Het eindexamen komt angstig dichterbij en zoonlief gaat bij zijn moeder te rade. Het gaat over ‘stromingen’: De waterman van Van Schendel? En: Mijn zuster de negerin van Cola Debrot? In welke literaire stromingen passen deze romans? Sylvia slaat aan het googlen. Cola Debrot zelf noemde het ‘romantisch realisme’, waarop de vraag volgde: ‘Wat zijn daar de kenmerken van? Hebben we in de Nederlandse literatuur wel echte romantici, peinst Sylvia. Dan maar Ivoren wachters. Dat boek kent moeder ‘zowat uit haar hoofd’, maar weer slaat zij aan het peinzen. Naturalisme? Deels…nieuwe zakelijkheid…? Maar je kunt Vestdijk toch niet met Bordewijk over een kam scheren? Of… De zoon kijkt haar glazig aan, teleurgesteld want moeder heeft toch Nederlands gestudeerd. Dan zegt zij gauw: ‘Ivoren wachters is een psychologische roman.’ De zoon had al besloten het aan een meisje uit de klas te gaan vragen: ‘Zie je wel, jij weet het allemaal óók niet’, hoonde hij en voegde nog toe ‘Jij leest gewoon voor je plezier’.

‘Stroming’, column Sylvia Witteman, Volkskrant 10 april 2021

WvW, 10 april 2021

Terug omhoog

Kalender: Actueel

januari 2025
M D W D V Z Z
« dec    
 12345
6789101112
13141516171819
20212223242526
2728293031  

Categorieën