Een middag over Vestdijk met Kees ’t Hart

Op zondagmiddag 28 maart a.s. buigt het puikje van de Nederlandse letteren en literatuurwetenschap zich over deze vragen. Schrijvers Alfred Birney, Peter Buwalda en Marja Pruis vertellen over hun relatie met Vestdijk. Prof dr. Jacqueline Bel over zijn belang nu voor de literatuur. Dick Vestdijk brengt gedichten van zijn vader ten gehore en leden van Het Residentie Orkest spelen échte Vestdijk muziek. Het geheel wordt gepresenteerd door Kees ’t Hart.
Tickets voor deze online voorstelling zijn à € 7,50 verkrijgbaar via deze link van het Nationale Theater.

HT, 14 maart 2021

Terug omhoog

Boekenrubriek met Jeroen Vullings

In de ‘Boekenrubriek met Jeroen Vullings’ in het radioprogramma Nieuwsweekend van vandaag geeft de schrijver ruime aandacht aan de Vestdijkkroniek 137. Vooral gaat hij in op de discussie in de kroniek over het niet toekennen van de Nobelprijs aan Vestdijk. Daarnaast bespreekt hij De toetssteen. Brieven over Vestdijk van Kees ’t Hart en Maarten ’t Hart dat deze maand verschijnt.

De radiouitzending valt nog te beluisteren (en zien) via deze link.

HT, 13 maart 2021

Terug omhoog

Is het nu al liefde?

Zo’n maand voor de herdenking van de 50ste sterfdag kreeg ik van een fan van Vestdijk, Albert Lutjeboer, de prachtige documentaire cadeau van Ditteke Mensink, Is het nu al liefde? Ik kende deze film uit 1998 niet, wist zelfs niet van het bestaan ervan. De titel verwijst naar de slotregel uit het gedicht ‘Terugblik’ uit dichtbundel Vrouwendienst (1934): ‘Is het nu al liefde? -Neen, nog niet…nog niet…’ Het gedicht heeft betrekking op ervaringen tijdens een ontluikende liefde die Vestdijk ervoer met Simone Sechez, de ‘verstoten’ geliefde van Du Perron.

In de documentaire is Wim Hazeu de eigenlijke hoofdpersoon, want hij wordt gevolgd als hij research doet voor een hoofdstuk over de vrouwen van Vestdijk in de biografie waarop hij in 2005 zal promoveren. Wij zien hem bezig in de archieven van de Bezige Bij en het toenmalige  Letterkundig Museum; ruiken aan een relikwie dat hij te leen krijgt; én in gesprek met verschillende bekende personen die Vestdijk goed gekend hebben. Deze gesprekken leveren veel markante uitspraken op, zoals van Mieke Vestdijk (‘Ik heb hem ook wel eens ruggegraatloosheid verweten’); Theun de Vries (‘Arm aan gevoel’); Nol Gregoor (‘Typisch angstmens’, ‘Leven met grote illusies die onvervulbaar bleken’), en Herman Passchier, kreeg als postiljon d’amour drie keer Henriëtte van Eyk thuis over de vloer. Pierre Roth duikt in de archieven van Henriëtte en Wim krijgt een rondleiding door haar bovenhuis in Amsterdam Zuid door Fries de Vries. Dat spreekt de verbeelding van Wim Hazeu aan.

En dat alles afgewisseld met levende beelden van Vestdijk zelf, Henriëtte van Eyk, Jeanne van Schaik-Willing.

Een documentaire die niet verloren mag gaan en een plek verdient op de website van de Vestdijkkring/Beeldbank!

Wilbert van Walstijn, 12 februari 2021

 

PS: De beeldrechten van deze film uit 1998 berusten bij NPS. Getracht zal worden om goedkeuring te krijgen voor plaatsing op de website. (HT)

Terug omhoog

Elsbeth Etty schrijft biografie van Hugo Brandt Corstius

 

Elsbeth Etty neemt na het overlijden van Liesbeth Koenen de taak over een biografie te schrijven over Hugo Brandt Corstius. De schrijver en columnist van de vele pseudoniemen: Battus, Piet Grijs, Stoker zijn de bekendste, maar Brandt Corstius schreef ook onder zijn eigen naam. Zo schreef hij samen met Maarten ’t Hart Het Gebergte, de tweeënvijftig romans van S. Vestdijk. In deze bundel besprak Brandt Corstius de roman Pastorale 1943 onder zijn eigen naam en onder de titel ‘De mythe van de mythe’, waar hij eerder dezelfde roman besproken had onder de naam Piet Grijs in Vrij Nederland onder de naam Pastorale 1934. Ook besteedde hij aandacht aan het taalgebruik van Vestdijk in zijn bekende werk Opperlandse taal en Letterkunde.

WvW, 9 februari 2021

Terug omhoog

Gedichtendag 2021

In 1939 publiceerde Simon Vestdijk in vertaling gedichten van de door hem bewonderde Emily Dickinson (1830-1886) met de aantekening dat ‘elke grote poëzie ook die van Emily Dickinson strikt genomen onvertaalbaar is.’ Hij vatte zijn vertalingen op als ‘parallel-verschijningen, die de dichterlijke intentie trachten te benaderen, zonder aanspraak te maken op tekstuele betrouwbaarheid.’ Wel trachtte Vestdijk ‘de weergaloze geslotenheid en concentratie van deze gedichten niet geheel te verspelen.’

Niet alle gedichten die Vestdijk van haar vertaalde (64) zijn door hem gepubliceerd en gebundeld. Onderstaand gedicht verscheen in Nagelaten Gedichten. Het is wel een kenmerkend gedicht voor Dickinson, vanwege het bijbels motief dat erin voorkomt en de door Vestdijk in tact gehouden beslotenheid.

Ik koos dit gedicht vanwege de actualiteit in Urk en elders in het land waar jongeren met geweld en plunderend los gingen.

Wilbert van Walstijn, 28 januari 2021

 

Mijn macht nam ik in handen

Om de wereld aan te randen;

David was machtiger, maar ik

Was eens zo flink!

 

Mijn keisteen heb ik goed gemikt,

Maar de enige die viel was ik.

En ‘k vraag nu wat ’t geweest kan zijn:

Goliath te groot-of ik te klein?

Terug omhoog

Kalender: Actueel

april 2024
M D W D V Z Z
« mrt    
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Categorieën