Fré Bolderhey vanuit DDR

U doet er goed aan regelmatig literatuurmuseum.nl in de gaten te houden. Auteurs duiken in het archief en komen met verrassende vondsten naar buiten. Nu was de beurt aan Marc van Zoggel. Hij schrijft over een prentbriefkaart verstuurd door Harry Mulisch aan ‘S. Vestdijk, Doorn, Holland’. Nadere adressering ontbreekt, maar daar wist de post wel raad mee. De prentbriefkaart bevat een afbeelding met ‘een flauwe bocht in de hellende Mühlstraβe’ in Schkeuditz in de DDR. Het plaatsje ligt op circa tien kilometer van Leipzig. Daar was Mulisch op 14 oktober 1956 voor een conferentie over Heine. Op die dag verstuurde hij de prentbriefkaart, want wat bleek? Harry was een groot liefhebber van Vestdijks De redding van Fré Bolderhey en herinnert zich de scene dat Eddie Wesseling die zijn neef Fré wil redden in een Duits woordenboek de betekenis opzoekt van ‘schizofrenie’. Hij komt eerst wel vier plaatsnamen tegen alvorens bij het woord uit te komen. Mulisch vraagt Vestdijk of het niet Schkeuditz was waar Eddie naar de betekenis van het woord schizofrenie zocht. Inderdaad! De vier plaatsnamen waren Schirwindt, Schivelbein, Schkeuditz en Schkölen.’ Toch knap van Harry zich zo’n detail te herinneren!

WvW, 27 augustus 2019

Terug omhoog

Oude meesters als ijkpunt

Rob Schouten recenseert voor ‘Letter & Geest’ (Trouw, 6 juli) Trocadéro, de tweede roman van John-Alexander Janssen. Hij is lovend over deze roman waarin het gaat over een Nederlandse jongeman die in Parijs belandt, daar volwassen wordt en rechter wil worden. Aan het begin en eind van zijn bespreking verwijst Rob Schouten naar twee oude meesters. Hoe de roman opent zegt Schouten genoeg: ‘Na zo’n begin weet je: dit wordt een klassieke roman, in de trant van W.F. Hermans.’

Maar het slot vindt Schouten minder geslaagd door allerlei ‘warmmakertjes’ over een ontknoping die tot reflectie zou uitdagen. Dat valt tegen en hierbij beroept Schouten zich op Vestdijks essay over ‘Het pernicieuze slot’. Hierin gaat Vestdijk in op het schadelijke einde van veel romans, dat veroorzaakt wordt omdat de schrijver moeite heeft een einde aan zijn roman te maken.

WvW, 13 juli 2019

Terug omhoog

Voorlezen tijdens de afwas

In juni 2019 verscheen als deel 6 van Elseviers Literaire Bibliotheek W.F. Hermans, Weg met de revolutie!, met daarin verzameld de stukken die Hermans tussen 1986 en 1993 voor het blad schreef.
Op 6 oktober 1990 schreef Hermans een recensie over Maarten ’t Hart, Een dasspeld uit Toela. De meester was er kennelijk goed voor gaan zitten, want het stuk telt 11 pagina’s en daarin wordt ’t Hart nogal ironisch bejegend. Hermans reageert bijvoorbeeld op een bewering over Vestdijk. Het is tè leuk om niet integraal te citeren.
‘De volledige werken van Vestdijk! Maarten heeft ze, zoals hij elders eens meedeelde, nota bene volledig aan zijn vrouw voorgelezen onder de afwas. Tachtig romans. Veronderstellen we dat tachtig romans van Vestdijk 24 duizend pagina’s tellen (een lage schatting), nemen we aan dat het gezinnetje ’t Hart uit twee personen bestaat (over kinderen heb ik hem nooit gehoord) en dat er dus dagelijks 2 borden, 2 messen, 2 vorken, plus de pan waarin ze de piepers hebben gekookt moeten worden afgewassen, dan kan Maarten per dag toch op z’n hoogst tien bladzijden hebben voorgelezen, zelfs als mevrouw ’t Hart heel langzaam afgewassen heeft. Het voorlezen van Vestdijks werken heeft hem derhalve een kleine zeven jaar gekost, mits er elke dag is afgewassen en voorgelezen.’ (p.337)

FH, 10 juli 2019

Terug omhoog

Brakman & Vestdijk in de scheurkalender

Willem Brakman en Simon Vestdijk correspondeerden in de jaren zestig veelvuldig. De briefwisseling werd bezorgd door Nico Keuning in Gaven, giften en vergiften. Als bedrijfsarts kon Brakman aan medicijn komen en bezorgde deze aan de door hem bewonderde Simon Vestdijk. Allerlei pillen stuurde hij hem toe voor zijn depressies. Op een kaartje van 30 januari  1962 meldt Brakman: Hierbij 50 tabl. Librium à 5 mg. (ik koos net als bij de vorige zending de laagste dosering). Het is opgenomen in de Das Mag Scheurkalender  en voegt ter toelichting toe:  ‘Ondertussen werd er natuurlijk ook nog over literatuur & vrouwen gedelibereerd’.

WvW, 14 juni 2019

Terug omhoog

Leeftijd, keuze en dwang

Wat maakt een boek tot een goed boek? Daarover verschillen de smaken aanzienlijk. Schrijver dezes las lang, heel lang geleden op zestienjarige leeftijd Vestdijks Ivoren Wachters voor de leeslijst op de middelbare school. Deze keuze (!) zorgde ervoor dat hij nooit meer van Vestdijk ‘genas’ alsof er zich een vestdijkgen in het brein had genesteld. Dat dit lang niet voor iedereen geldt, blijkt in het interview met Hanna Bervoets in De Groene Amsterdammer in de serie ’21 vragen aan….’ Ook zij krijgt de vraag voorgelegd ‘Welk boek zou iedereen op zijn achttiende gelezen moeten hebben?’ Bervoets van wie juist haar autobiografische roman Welkom in het rijk der zieken is verschenen, antwoordt: ‘Op mijn veertiende moest ik Ivoren Wachters van Vestdijk lezen en dat vond ik toen zo saai dat ik daarna een jaar lang geen boek meer open deed.’

Veertien en zestien jaar, keuze en dwang…wat is het doorslaggevend verschil?   Wie zal het zeggen. Bervoets zelf vindt dat tieners niets zouden móeten lezen.

WvW, 28 mei 2019

Terug omhoog

Kalender: Actueel

april 2024
M D W D V Z Z
« mrt    
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

Categorieën