Een correspondentie in Zeistermagazine over Vestdijk versus Marsman:
HT, 11 april 2024
In het recente boek van Herman Koch, Ga je erover schrijven?, gaat de auteur o.a. op zoek naar de bron van zijn schrijverschap. Tijdens deze zoektocht verschijnen “in het jaar waarin ik Cremer las (…) ook de eerste leraren Nederlands ten tonele.” Zo gaven op zijn eerste middelbare school, het Montessori Lyceum in Amsterdam, zowel Rein B. als H.C. ten B. Nederlands. “Over beiden werd gefluisterd dat zij dichters waren.” “En beiden droegen een baard.” (Dus Rein Bloem, Neerlandicus, bebaard en H.C. ten Berge, Neerlandicus, bebaard.) Rein B. trachtte zijn enthousiasme voor literatuur op de eersteklassers over te brengen door te beginnen met het klassikaal voorlezen van De hobbit van J.R.R. Tolkien. Bij Herman Koch leidde dit echter tot een blinde haat tegen De Hobbit “en alle andere pulpboeken van J.R.R. Tolkien”. Er volgen meer leraren Nederlands, zoals Van der M.
En dan schrijft Koch: “Verder was Van der M. ook een groot liefhebber van Simon Vestdijk. Met smaak vertelde hij hoe de schrijver alleen kon werken bij het geluid van een stofzuiger. Wie het werk van Vestdijk leest, kan die stofzuiger ook echt horen. Wie, zoals ik, het werk van Vestdijk nooit leest, hoort alleen de stofzuiger.” (p. 182) Leraar Van der M. heeft zijn enthousiasme voor Vestdijk niet op Herman Koch kunnen overbrengen…
RJ, 22 maart 2024
Dat Herman Stevens een groot liefhebber van het werk van Vestdijk is, moge bekend zijn. In lezingen voor de Vestdijkkring, zoals in maart 2019, en bij de bijeenkomst voor de Anton Wachterprijs in datzelfde jaar, toonde Stevens zich een bevlogen bewonderaar.*
Dat die voorliefde zover ging dat Stevens’ tiende roman dezelfde titel heeft als de beruchte roman uit 1952 van Vestdijk, is heel treffend.
Jaap Goedegebuure bespreekt de roman in Trouw, 3 februari, met een fraaie illustratie van Tjarko van der Pol (zie hieronder) en zoekt naar overeenkomsten. Hij ontdekt dat Stevens nog voor zijn literaire debuut, 1987, al ‘een diepgravend en bewonderend essay’ over juist deze roman van Vestdijk schreef.
Goedegebuure vindt deze nieuwe Schandalen “beslist geen remake of imitatie. (… ) Er is eigenlijk maar één wezenlijke parallel: ook Stevens’ roman is een eerbetoon aan een vrouw die de auteur (en de op hem lijkende hoofdpersoon) met haar levenskunst ver achter zich laat.” En hij besluit, gelukkig na een doorwrochte bespreking: “Ziedaar wat analyses van het vaderlandse burgerdom anno 2024, neergepend met net zo’n vlijmscherp pennetje als dat van Vestdijk toen hij De schandalen schreef. Chapeau.”
Een betere aanleiding om deze twee scandaleuze romans te (her)lezen is nauwelijks mogelijk.
LW, 6 februari 2024
Nederland springt slordig om met dode schrijvers: uit het oog, uit het hart. Dat geldt ook voor Simon Vestdijk, die nog tot ver in de vorige eeuw gold als een van de beste auteurs van Nederland. Hele generaties groeiden op met Terug tot Ina Damman (1934), over de onbeantwoorde liefde van Anton Wachter voor het schoolmeisje Ina. Maar dat is voorbij.
Jammer, schrijft beeldend kunstenaar en Vestdijk-fan Siep Kooi in zijn boek Slotakkoorden bij Simon Vestdijk. Want als lezers niet eens meer aan een boek begínnen, komen ze al helemaal niet toe aan de laatste zin van een roman.
Een goed idee van Kooi om die laatste zinnen in het zonnetje te zetten, die krijgen veel minder aandacht dan de eerste. Zo eindigt Terug tot Ina Damman: ‘Maar zijn voeten raakten zwaar de aarde, zwaar en knarsend op het kiezel alsof zíj het alleen hadden te bepalen hoe onwankelbaar trouw hij blijven zou aan iets dat hij verloren had, – aan iets dat hij nooit had bezeten’.
Een zin doordrenkt van weemoed, maar of die de vergeefs verliefde scholieren van nu nog bij de keel grijpt?
LW, 30 januari 2024
* Trouw, 26 januari 2024
In het radioprogramma De Taalstaat van 13 januari interviewde Frits Spits de schrijver Rob van Essen.
Aanleiding was het 75-jarige jubileum van De kellner en de levenden.
Van Essen heeft de roman verschillende keren met veel interesse en plezier gelezen.
Hij vertelde hoe hij als schrijver naar de roman kijkt en bewondert bijvoorbeeld de manier waarop Vestdijk maar liefst twaalf personages tot leven brengt, iets wat hij als schrijver ieder ander zou afraden.
Van Essen verklaarde zich voor een deel schatplichtig aan de roman in zijn nieuwste roman Ik kom hier nog op terug.
Van Essen las een paar fragmenten voor. Opnieuw viel mij op hoe goed voorleesbaar het proza van Vestdijk is.
Men kan het programma terugluisteren op https://www.nporadio1.nl/programmas/de-taalstaat.
FH, 13 januari 2024