De herdruk van Terug tot Ina Damman heeft de aandacht getrokken van recensenten. Sylvia Witteman benadrukte dat de bekendste roman van Vestdijk niet gaat over liefde, maar over een obsessie. Ronald Ohlsen, werkzaam aan de universiteit van Groningen, schrijft in zijn recensie voor Tzum dat de jeugdliefde van Anton Wachter voor Ina Damman vooral beheerst wordt door angst.
Michel Krott, student cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit, vindt beide gezichtspunten ‘belangwekkend’, maar meent dat ‘de notie liefde niet miskend mag worden’. Wel gaat het ‘daarbij niet om een in de praktijk doorleefde liefde, maar om een geïdealiseerde liefde, die vooral in Antons verbeelding gestalte krijgt.’ Anton is echter ‘niet in staat om zijn liefde voor Ina om te zetten in affectieve handelingen; ook van dit “onvermogen om zich flink te tonen”, van zijn stijfheid en krampachtigheid, is hij zich sterk bewust.’ Maar in zijn geest wordt Anton geheel beheerst door zijn gevoelens voor Ina. Na een mislukte schoolreis voelde hij “duidelijker dan ooit, dat ook Ina Damman zelf er alleen maar op verminderen kon, als hij haar weer in werkelijkheid zou benaderen.”
Krott wijst erop dat Anton in de situatie berust en er zelfs geluk in vindt. Deze houding past in de traditie van het filosofisch idealisme, waarop Vestdijk zich in zijn roman baseert. Volgens het idealisme is het menselijke bewustzijn de meest fundamentele werkelijkheid. Hiermee zet het idealisme zich af tegen het realisme, dat uitgaat van het bestaan van – en het primaat van – een werkelijkheid buiten ons denken. Maar voor Vestdijk is ‘de gedachtewereld van zijn hoofdpersoon minstens even reëel als de tastbare werkelijkheid daarbuiten.’ Zelfs is de geïdealiseerde liefde te verkiezen boven de verwezenlijking ervan in de praktijk.
De recensie ‘Terug tot Ina Damman: Simon Vestdijk over de kracht van de verbeelding’ verscheen op 10 september in Locus, tijdschrift voor cultuurwetenschappen, en is digitaal te lezen via LOCUS Actueel – Terug tot Ina Damman.
WvW, 14 september 2020