Veel aandacht deze week in de media voor Gaven, giften en vergiften, de onlangs verschenen briefwisseling tussen Vestdijk en Brakman, ook al kort besproken op deze site (29 mei en 26 januari). Een uitvoeriger bespreking verschijnt in Vestdijkkroniek 132.
Zo trekt Arjan Peters in Sir Edmund/de Volkskrant (In beweging, 9 juni 2018) de volgende les uit de bundeling brieven: “Om het niets te vermijden, de depressie die gepaard gaat met staren naar het plafond, dient men in beweging te blijven.” Hij spreekt van een “wrang” boek; de twee houden wel een jolige toon aan, maar de vriendschap kent een tragische ongelijkheid. “Brakman is de beginnende auteur die opkijkt tegen Vestdijk.” En: “Brakman werd door hem gebruikt.”
Ook Rob Schouten (100 pillen zou fijn zijn. Willem Brakman en Simon Vestdijk schrijven in hun brieven alleen over pillen, affaires en Nol Gregoor, Letter & Geest/Trouw, 9 juni 2018) mist wel enige diepgang in de brieven; aan het slot van zijn lange recensie trekt hij dan ook de conclusie: “Je hebt het gevoel dat ze zich voor elkaar een beetje uitsloofden, zodat je over hun maatschappelijk of innerlijk leven niet veel te weten komt, maar vermakelijk is het allemaal wel, zeker voor liefhebbers van beider werk.” Hij mist, zoals gezegd, het intellectuele, literaire discours, de opheldering van geheimzinnigheden in het werk en autobiografische achtergronden. In een briefwisseling tussen twee schrijvers zou je dat toch verwachten. Ook hij signaleert dat Brakman dienstbaar wil zijn aan de zuinige Vestdijk, die van gratis medicatie wordt voorzien. Weliswaar mist Schouten de literatuur in de brieven, maar hij heeft dan toch genoten van “eloquente humor, het fraaie taalgebruik waarin geroddeld [over Nol Gregoor] en over amoureuze betrekkingen geklept wordt.” Soms kunnen we zelfs spreken van “virtuoze meligheid”. Volgens Schouten is Brakman daarbij de geestigste van de twee. Maar die schrijft daarentegen weinig over zijn huiselijke situatie. Een van de ‘krenten in de pap’ is voor Schouten dat Vestdijk een Simca 1000 koopt.
Het verschijnen van de briefwisseling is voor Carel Peeters (Schrijven als medicijn tegen depressie: de brieven van Simon Vestdijk, vrijnederland.nl, dinsdag 12 juni) aanleiding een artikel te schrijven waarin hij vooral ingaat op de depressies waaraan Vestdijk leed. Hij vindt het jammer dat de lezer van de brieven niet veel inzicht krijgt in hoe die depressie zich bij Vestdijk in het dagelijks leven manifesteerde. “Het gaat alleen maar over de buitenkant, niet over waar het probleem huist: de binnenkant. Vestdijk heeft zich er geen enkele keer toe kunnen zetten om uit de doeken te doen dat hij (bijvoorbeeld) dagenlang wanhopig als versteend achter zijn bureau zat en zich volstrekt leeg voelde. Of dat hij zich (zoals gebeurd is) in een donker gemaakte kamer verschanste, met een deken over zich heen op een bank lag en als een hond gromde tegen iedereen die dreigde binnen te komen.” Peeters meldt dat we meer over Vestdijks depressies weten uit brieven of getuigenissen van vrienden of vriendinnen als Johan van der Woude en Henriëtte van Eyk. “De brieven aan Brakman in Gaven, giften en vergiften zijn voornamelijk ‘bedelbrieven’ om een nieuw voorraadje pillen.” Over de depressies van Vestdijk zegt Carel Peeters dat Vestdijk als schrijver niet zou hebben bestaan “als hij zijn depressies niet had gehad. Hij schreef om niet depressief te worden. Hij schreef om de depressies te vlug af te zijn.” Peeters verwijst naar het tweede hoofdstuk van De persconferentie als we aanwijzingen willen lezen over wat Vestdijk tijdens een depressie (‘de hel op aarde’) onderging. Volgens Peeters tref je die aanwijzingen in deze brieven dus nauwelijks aan. Een uitzondering is de meest uitvoerige en openhartige brief die Vestdijk schrijft na de depressie van 1969. Hij kijkt dan terug op een periode waarin hij de dood herhaaldelijk als ‘een verlossing’ zag.
Volgens Peeters hebben de brieven weinig om het lijf. Ze maken wel duidelijk “dat Vestdijks schrijverschap grotendeels bevochten is op de depressies en op de angst ervoor.” Hij trekt na het lezen van de brieven van Vestdijk de conclusie: “Simon Vestdijk (1898-1971) zou geen groot schrijver zijn geweest als hij in zijn leven niet 30 à 40 keer aan depressies had geleden”.
Op de brieven van Brakman gaat Peeters in deze bespreking helemaal niet in.
RJ, 15 juni 2018