Rob Schouten is ‘diep geworteld in de klassieke muziek’. Dat bekent hij in zijn column in Trouw (20-11-17). Vestdijkliefhebbers vermoedden dit al, want zij kennen Schoutens studie Iets verhevens en onuitsprekelijks. Het is een studie naar de ‘muzikale motieven in het werk van S. Vestdijk’ (1988), verschenen in de ‘Vestdijk-bibliotheek’ van de Bezige Bij. Schouten zegt in zijn column dat hij voor zijn favoriete muziek ‘al zijn boeken zou opgeven.’ Zijn fascinatie voor muziek heeft hij vooral aan zijn moeder te danken. Geïntrigeerd is hij ook door een passage uit de Anton Wachter-romans van Vestdijk die hem altijd is bijgebleven. Die passage gaat over ene mevrouw Löbel die ‘zo goed als onmuzikaal moest zijn: haar gezicht vertoonde na ieder stuk die geduldige, vage lijdende expressie, die hij [Anton] zo goed van tante Bertha kende.’ Dat vindt Schouten ‘opmerkelijk’, want het wijst op het bestaan van ‘zo iets als meetbare onmuzikaliteit’. In andere takken van kunst hoor je zoiets mutatis mutandis veel minder zeggen.
WvW, 22 november 2017